Er is weinig waar een mens zo gelukkig van wordt als Josh Tillman die met een ironische twist in de schouders de liefde bezingt.
Wat een geluk dat we niet op mannen vallen, of we waren in de Roma een keer of vier in katzwijm gevallen – de eerste keer na exact vijfenhalve song, wanneer Father John Misty in Total Entertainment Forever even met de hand in de zij rond zijn microfoon krult en dan dartel wegwandelt. Niet gelogen: vooraan kreeg een kransje vrouwen pardoes een eisprong.
Op een goeie tien jaar tijd evolueerde Tillman van drummer in een Zeer Serieuze Indiefolkband naar eenzaat als Zeer Serieuze Singer-Songwriter, om uiteindelijk zijn stem te vinden als vooral niet-serieuze u003cemu003eladiesman.u003c/emu003e
Het is het handelsmerk van Father John Misty. Hij gaat van oe-aah, zet een knik in de heupen, en dan een kom-hier-dat-ik-u-tegen-mijne-gilet-trek. Hij komt weg met dansjes die er bij een doorsnee vent ronduit belachelijk zouden uitzien, en reïncarneert Freddie Mercury wanneer hij zijn lange armen dramatisch de lucht in gooit – zie het voortreffelijke Hangout at the Gallows, dat van zachte ballad naar veekleurige rocker openbloeide.
Tegelijk is Tillman een beetje een varken – een innemend varken, om precies te zijn. Zoals hij in Chateau Lobby #4 (in C for Two Virgins) zijn vrouw Emma subtiel wenkt: ‘I wanna take you in the kitchen / Lift up your wedding dress someone was probably murdered in’. Wie daarmee wegkomt, heeft een speciaal soort charme.
Dat helpt om te vergeven dat Tillman in Antwerpen een handvol nummers nodig had om echt op dreef te raken. Hollywood Forever Cemetery Sings en Mr. Tillman lieten van hun pluimen omdat er nog te veel op automatische piloot werd gespeeld, zelfs als de band met momenten al eens stevig aan het beuken ging of een verleidelijk walsje inzette. Vanaf Ballad of the Dying Man ging het definitief crescendo, niet alleen met de songs maar ook met het kenmerkende cynisme van Father John Misty. Op een goeie tien jaar tijd evolueerde Tillman van drummer in een Zeer Serieuze Indiefolkband naar eenzaat als Zeer Serieuze Singer-Songwriter, om uiteindelijk zijn stem te vinden als vooral niet-serieuze ladiesman en commentator van alles dat naar bullshit en praatjesmakerij riekt.
Alleen: vaker dan niet is hij uiteindelijk zelf het mikpunt van zijn sarcastische pose. ‘Maybe love is just an economy based on resource scarcity’, klinkt het in Holy Shit dat halverwege iets manisch werd, om dan meteen toe te geven dat hij dat spelletje gewoon mee gaat spelen: ‘What I fail to see is what that’s gotta do with you and me.’ Ondertussen had een warm Please Don’t Die ons hart in duizend scherven geslagen. God’s Favorite Costumer had een teder orgeltje, Pure Comedy had dolle razernij, Real Love Baby had alles. En er werd iets moois gedaan met Clocks van Coldplay.
Ok, dat laatste is niet helemáál waar. Er kon wel een streepje Coldplay van af, maar dan enkel om Chris Martin te kakken te zetten. Op meer dan een manier is hij de tegenpool van Father John Misty: een artiest die zichzelf elke dag een beetje serieuzer neemt en iedere tour onnozeler manieren zoekt om een unieke band te lijken – lichtgevende armbanden, neonverf en albumtitels als Mylo Xyloto, quoi. Dat is vragen om problemen bij Josh Tillman, die in de briljante afsluiter Date Night zich net niet voor de kop slaat wanneer hij zichzelf tot ‘the second coming‘ verklaart . Nochtans niet zó overdreven: nog een heupzwaai meer, en wij hadden getwijfeld aan onze geaardheid.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier