Absolutely Free Festival: Wire lijkt de draad kwijt

© Instagram Tinehaulain

De Britse postpunkers van Wire hadden in Genk te kampen met een nijpend tekort aan passie. Gelukkig maakte de herrie van landgenoten BLÆGGER en El Yunque eerder op de dag veel goed.

De disconoisesludgepunk van BLÆGGER

De inkom van het Absolutely Free Festival (AFF) in Genk bedroeg drie lege batterijen. Om de milieuvervuiling tegen te gaan. Dachten we nog heel even dat de wereld gered was, kwam daar het duo BLÆGGER, de helft van El Yunque, de boel verontreinigen. Het chaotische snaarwerk van Treebeard (Giel Cromphout) en de ditto drums van Goblin King (Mattias Jonniaux) in ‘Marcxh’ maakten dat al heel snel duidelijk. De blastbeats die zichzelf omvormden tot dissonante noisebreakdowns in ‘Ds’ en ‘Hit me with your lady spoon’ evenzeer.

En toch bleef het allemaal verrassend dansbaar. Dat ze zich omschrijven als disconoisesludgepunk is voor ons dan ook helemaal oké. En als u door die genrenaam nog niet doorhad dat BLÆGGER nogal wat humor hanteert, dan moest u toch even lachen bij de irritant geschreeuwde lala lala’s in ‘Hey you ugly’.

De ijzingwekkende stilte die af en toe viel en doorbroken werd door a capella geschreeuw – ‘Hebt ge hier gekeken? In deze tent? Hebt ge nog een naam als ge hier buitengaat?’ of ‘Neem mijn bloed, neem mijn zaad. Ik ben een moederneuker!’ -, sneed nog het hardst.

El Yunque: op zoek naar de bruine noot

Bauhaus! Swans! Twee bands die u gerust mag namedroppen na een set van El Yunque. Het Hasseltse viertal – BLÆGGER + basgitaar en elektronische drum – startte met een soort tribalritme en deed de temperatuur onmiddellijk stijgen. De sound zwalpte en sprong even hard in het rond als de leden zelf.

Het was dan ook niet makkelijk om deze liveperformance in woorden om te zetten. Een greep uit ons notitieboekje: drums raasden als een laagvliegende stuka, gitaar en bas gingen meermaals op zoek naar de bruine noot, tempowisselingen en noise-explosies. Dat zegt al heel wat. Dat de mannen meermaals hun instrumenten tegen monitors schuurden of erop hamerden, was ook een pluspunt. Maar de ijzingwekkende stilte die af en toe viel en doorbroken werd door a capella geschreeuw – ‘Hebt ge hier gekeken? In deze tent? Hebt ge nog een naam als ge hier buitengaat?’ of ‘Neem mijn bloed, neem mijn zaad. Ik ben een moederneuker!’ -, sneed nog het hardst. Jammer van de technische problemen, maar El Yunque blijft een band om van zeer dichtbij in de gaten te houden.

Het routinekunstje van Wire

De grote headliner van AFF was het Britse Wire. Muzikaal zat hun show, afgezien van de zang die er amper doorkwam, natuurlijk sterk in elkaar. Maar dat valt te verwachten van een band die sinds 1977, zij het in intervallen, actief is. Geen ‘Pink Flag’-nummers op AFF, wel een groot deel nieuwe songs uit hun titelloze laatste plaat die in april uitkwam.

‘Dat doen ze erom! Dat is gecultiveerde verveeldheid! Artpop, weet je wel?’, horen we het hipsterstemmetje in ons achterhoofd counteren.

Zo had je bijvoorbeeld het enorm meezingbare ‘In Manchester’, dat ons verdacht hard deed denken aan The Smiths. ‘Split your ends’ was dan weer een song die het oeuvre van Wire in zekere zin samenvatte: postpunkdrums- en gitaren versmolten met de gelikte sound van de groep aan het eind van de jaren ’80. Maar Colin Newman en de zijnen speelden ook ‘Swallow’, ‘High’, ‘Octopus’ en ‘Harpooned’. Vooral dat laatste, een grofkorrelig traag nummer met een dikke wall of sound als apotheose, bleef ons bij.

Er was ook ruimte voor ouder materiaal. ‘Silk skin paws’, ‘Drill’, ‘Stealth of a stork’ en het sarcastische ‘Blessed state’, waarin bassist Graham Lewis de zang voor zijn rekening nam, passeerden de revue. ‘Wolf boar’, hun allernieuwste nummer, maakte duidelijk dat de band nog lang niet klaar is met platen maken. Gelukkig maar.

Twee draaibewegingen van Newmans polsen en een ’thank you’: meer (inter)actie was er niet, behalve als u zijn gekuch na ‘Drill’ wilt meetellen.

Maar het grote probleem met Wire was het nijpende tekort aan passie – geen wonder dat de helft van het publiek de tent verliet. ‘Dat doen ze erom! Dat is gecultiveerde verveeldheid! Artpop, weet je wel?’, horen we het hipsterstemmetje in ons achterhoofd counteren. Allemaal goed en wel, maar dat is nog steeds geen excuus voor het routinekunstje dat Wire presenteerde. Op welgeteld drie momenten wist de groep dat gevoel te doorprikken. Het kreetje van Newman aan het einde van ‘Silk skin paws’ schudde ons een eerste keer wakker. Dat bij ‘Stealth of a stork’ voor een tweede keer. En dat de man bij ‘Split your ends’ met zijn gitaar begon te schommelen en de slotzin met elke herhaling bijtender leek uit te spuwen, was ook mooi meegenomen. Maar daar hield het ook op. Twee draaibewegingen van Newmans polsen en een ’thank you’: meer (inter)actie was er niet, behalve als u zijn gekuch na ‘Drill’ wilt meetellen.

Aan het eind van set klonken de biskreten van het publiek dan ook eerder als een vraag dan als een eis. Newman en co gaven het ja-woord, maar er was nog maar een kleine minderheid op post om daarvan te genieten. De rest was al naar huis, klaar om te piekeren over dé existentiële vraag van vandaag: is Wire live de draad kwijt? Op plaat alleszins niet.

Sebastian Roth

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content