Charlotte Adigéry, Mens van het Jaar: ‘Ik wil het liefst zo weinig mogelijk bejubeld worden in België’

© Jorre Janssens
Michael Ilegems
Michael Ilegems Chef van Knack Focus en KnackFocus.be

Van Iggy Pop tot Neneh Cherry, van BBC tot HBO: ze vielen in 2019 allemaal als een blok voor een Belgisch-Caribische van 29 die over gekko’s en pruiken zingt, openlijk voor haar angsten en onzekerheden uitkomt en zich graag wil opwerpen als spreekbuis van een nieuwe, jonge, zwarte generatie.

What the fuck, hoe kán dat?’

Charlotte Adigéry (29) zit aan de keukentafel van het rijhuis dat ze samen met haar man in Gentbrugge betrekt, op zo’n tien minuten fietsen van Gent-centrum. Ze draagt een oranje pruik met een head wrap rond gewikkeld. Wanneer ze op haar iPhone door haar agenda van het voorbije jaar scrolt – iets wat ze tijdens ons gesprek herhaaldelijk als geheugensteun zal doen, ze heeft naar eigen zeggen ‘geen gevoel voor tijd’ – laat ze haar oog vallen op een willekeurige week ergens eind 2018.

‘Repeteren met Wwwater.’

‘Studiosessie bij Deewee.’

‘Optreden.’

‘Interviews geven.’

‘Videoclipopnames in Parijs.’

‘Gaan werken bij Radio 1. ‘

‘Inpakken om op tour te vertrekken.’

‘Op tour vertrekken.’

‘Dat is één week, en dan nog niet eens zo’n uitzonderlijke’, zegt ze. Ze lijkt er zelf van te schrikken. ‘Dat is een jaar geleden begonnen, en het is sindsdien niet meer gestopt. Als ik daar nu op terugkijk, kan ik alleen maar denken: dit is dódelijk.’

***

Het maakt wel dat de muzikale carrière van de Gentse zangeres met roots op Martinique en Guadeloupe springlevend is. Was ze vier, vijf jaar geleden nog ‘de achtergrondzangeres van Arsenal en Baloji’ en drie jaar geleden ‘de stem achter de slotsong van Felix van Groeningens Belgica’, dan hoort u haar nu te kennen als de frontvrouw van elektropunkband Wwwater, een van de opwindendste Belgische livegroepen van de laatste jaren, of gewoon als Charlotte Adigéry.

Toen het nummer Paténipat af was, dacht ik: ‘Als dít de mensen niet aanspreekt, zal dat alleen maar zijn omdat het hen niet bereikt heeft.

Het is onder haar eigen naam dat ze in februari dit jaar het met even arty als avant-gardistische elektropop doorspekte Zandoli uitbracht. Die tweede ep maakte ze samen met haar vaste klankleverancier én klankbord Boris Zeebroek en verscheen op Deewee, het label van de gebroeders Dewaele, die ook plaatsnamen in de producersstoel.

Er prijken nauwelijks vijf nummers op Zandoli, maar de impact op de internationale indiescene was niet gering. De invloedrijke Amerikaanse muziekblog Pitchfork dichtte de ep een score van 7,8 op 10 toe. Lauren Laverne van radiozender BBC 6 Music draaide alle singles. Nog op de BBC zei Iggy Pop dat hij heel veel van haar stijl houdt. Vogue, The Guardian en Gentlewoman schreven over haar. Jamie Cullum vertelde bij Jools Holland dat hij haar een van de interessantste leftfield pop artists van het moment vindt. Fever Ray promootte haar single Paténipat via Instagram. De Amerikaanse televisiereus HBO gebruikte datzelfde nummer in de trailer van Paolo Sorrentino’s prestigieuze reeks The New Pope. Luxemerk Chloé liet haar de muziek verzorgen bij de presentatie van zijn lentecollectie in Shanghai. En Neneh Cherry nam haar niet alleen mee op tournee door Australië en Europa, ze liet haar ook in haar hoogsteigen tourbus slapen én vroeg haar tussen neus en lippen of ze een duet zag zitten. ‘Het is er nog niet van gekomen, maar goed dat je het zegt, ik moet haar dringend eens bellen’, lacht Adigéry.

Charlotte Adigéry heeft niet de streams die Angèle heeft, krijgt niet de airplay die Zwangere Guy krijgt en vult niet de zalen die Tamino vult, maar ze is wel een buitengewoon internationaal parcours voor zichzelf aan het uittekenen. En dan ging ze bij ons onlangs nog eens lopen met meer nominaties voor de Red Bull Elektropedia Awards dan Zwangere Guy en Roméo Elvis – ze zette er uiteindelijk wel slechts één van de zes in een prijs om – en maakt ze binnenkort kans op de MIA’s voor beste alternative, beste nieuwkomer en beste artwork. Knack Focus’ mens van het jaar kan daar ook nog wel bij.

Charlotte Adigéry, Mens van het Jaar: 'Ik wil het liefst zo weinig mogelijk bejubeld worden in België'
© Jorre Janssens

Proficiat, Charlotte.

Charlotte Adigéry: Het is te zot voor woorden, dank jullie wel! Ook al ben ik zéér overtuigd van de muziek die we maken, mijn eerste reactie op dit soort nieuws is toch altijd: ‘Ik? Echt? Ben je wel zéker?’ (lacht) Zo was het ook absurd om een icoon als Iggy Pop mijn naam te horen uitspreken, of mijn nummer in de trailer van The New Pope te horen. Dat zijn zulke grote namen, en die hebben allemaal al eens van Charlotte Adigéry gehoord? Als ik zoiets verneem, durf ik me al eens als een hysterische bakvis te gedragen, een tienerachtige oerkreet te slaken of naar boven te kijken om de goden in wie ik niet eens geloof te bedanken. (lacht)

Ironischer zijn die drie MIA-nominaties. Jij bent niet meteen het doorsneepopstertype. Je drijft daar zelfs geregeld de spot mee.

Adigéry: Dat is dubbel, ja. Enerzijds denk ik: dank u voor de erkenning. Anderzijds weet ik niet of ik het wel zo’n compliment vind. Het is een klein circuit, hè. Je moet me al echt staalhard negeren wil je me niet nomineren – zeker nu ook Studio Brussel besloten heeft dat ik misschien toch cool genoeg ben om gedraaid te worden. (lacht) In mijn ogen is België niet groot genoeg voor een awardshow die kwaliteit met kwaliteit in de weegschaal kan leggen. Kijk naar de Red Bull Elektropedia Awards vorige maand. Dat was een nek-aan-nekrace tussen Zwangere Guy en mij, maar je kunt ons toch niet met elkaar vergelijken? We maken totaal andere muziek, in totaal andere genres. En dat zeg ik zonder een waardeoordeel te vellen over Zwangere Guy, want ik vind Gorik zeer real.

En Niels Destadsbader?

Adigéry: (lacht)De max voor hem dat hij succes heeft, maar ik voel nú al een pijnlijke cringe bij het idee dat ik mogelijk naast hem het podium van de MIA’s op zal moeten.

Wat is voor jou de grootste vorm van erkenning?

Adigéry: Als een wildvreemde me komt zeggen: ‘Charlotte, ik begrijp echt wat je doet en herken mezelf erin.’ Dan voel ik me plots minder alleen in mijn eigen hoofd.

Wie je muziek echt wil begrijpen, moet verder kijken dan de pruiken in High Lights of de gekko’s in Paténipat – ‘zandoli pa té ni pat’ is creools voor ‘de gekko had geen poten’.

Adigéry: Ja. Verderop in Paténipat zing ik: ‘Voel je je draaierig, doe dan al je kleren uit.’ Vrij vertaald: als je de weg kwijt bent in het leven, gooi dan alle emotionele ballast overboord. Niemand die er iets van verstaat, want het is een volledig creools nummer, maar als ik er iedereen op zie losgaan tijdens concerten, denk ik: de boodschap komt tóch over, zij het op een energetische manier. Dat is even sterk.

Charlotte Adigéry, Mens van het Jaar: 'Ik wil het liefst zo weinig mogelijk bejubeld worden in België'
© Jorre Janssens

‘Toen we Paténipat hadden, wisten we: dit is een bom, een nummer dat zowel op een hip fashionfeest in New York als op een trouwfeest of in een klein, lokaal jeugdhuis zal werken’, zei David Dewaele me. Dacht je daar zelf ook zo over?

Adigéry: Ik herinner me dat moment in de studio nog goed. De andere vier songs van de ep lagen al klaar, maar Stephen en David vonden dat we er nog eentje nodig hebben. ‘110 beats per minute, rechtdoor’, dat waren hun instructies. Je had de fonkeling in hun ogen moeten zien toen het af was! Ik kan lang niet alle muziek die ik maak achteraf nog aanhoren, maar op Paténipat ben ik echt wel trots. In die mate dat ik meteen dacht: ‘Als dít de mensen niet aanspreekt, zal dat alleen maar zijn omdat het hen niet bereikt heeft.’ (lacht)

***

‘Zo grappig!’

Adigéry scrolt opnieuw door haar kalender. Dit keer gaat ze iets verder terug in de tijd.

’21 oktober 2015: vioolschatting’, leest ze luidop voor.

‘Ik zat toen zonder geld en dacht iets te kunnen bijverdienen door een oude viool die ik nog had liggen te verkopen. Ik dus met die viool en alle informatie die ik erover had naar een schatter. Wat zegt die man? ‘De rit naar hier zal meer hebben gekost dan wat dit ding je zal opbrengen.’ Het bleek een made in China-viool te zijn. 16 euro was ze waard. Auwch. (lacht)

Ze scrolt nog een beetje verder. ’15 oktober 2015: Soulwax.’

‘Voilà, dat moet voor de opnames van The Best Thing geweest zijn, het eerste nummer dat ik samen met Stephen en David heb gemaakt, voor de soundtrack van Belgica.’

Klopt het dat jij ook nog ooit voor de kost platen bent gaan rangschikken in de Gentse studio van de Dewaele-broers?

Adigéry: Ja. Dat was ook in 2015, geloof ik. Ongeveer gelijktijdig met Belgica dus. Dan ging ik twee of drie dagen in de week vinyl ordenen bij Deewee. Volgens mij heb ik dat een jaartje gedaan. Ook daar ben ik Steph en Dave zeer dankbaar voor, want financieel had ik het toen echt niet makkelijk.

Waar lag dat aan?

Adigéry: Mijn mama zat met schulden, en ik moest van het OCMW, waar ik onder studiecontract lag, binnen de vier jaar een diploma behalen om een leefloon te krijgen. Ik heb eerst een jaar journalistiek geprobeerd, daarna twee jaar kleuteronderwijs, om dan op mijn eenentwintigste muziek te gaan studeren aan de PXL Hogeschool in Hasselt. Binnen die vier jaar afstuderen, ging toen natuurlijk al niet meer. Waarop Steph en Dave mij geholpen hebben en ik daarnaast keiveel backing vocals ben gaan doen, onder meer bij Arsenal en Baloji.

In België ben je snel rond. AB, Trix, Lotto Arena, en wat daarna? Meer van hetzelfde, en op een halfuur ben je weer thuis.

Je werkte tot voor kort ook bij Radio 1, als playlistsamensteller van Wonderland.

Adigéry: Twee jaar heb ik dat gedaan, aanvankelijk drie en daarna twee dagen per week. Heel leuk, maar eind vorig jaar heb ik bijna een burn-out gehad en heb ik tien dagen thuis gezeten. Dat was een eerste teken aan de wand. In maart of april van dit jaar heb ik dan gezegd dat ik die job niet langer gecombineerd kreeg met mijn muziek. Ze zagen het ergens wel aankomen, en hebben me als afscheidscadeau twee pruiken en een make-upsetje cadeau gedaan: ‘Een divakit voor onze popster.’ (lacht)

Ik moest de avond van mijn laatste werkdag nog met Wwwater gaan spelen in Het Bos in Antwerpen en onderweg van de VRT naar ginder besefte ik het: ik ben mijn oude leven letterlijk achter me aan het laten en mijn nieuwe tegemoet aan het rijden. Een geweldig gevoel. En dan was die show ook nog eens supergoed. Ik had de mensen verteld dat ik gestopt was met werken, en hun applaus was de aanmoediging die ik nodig had. Toen wist ik dat ik de juiste keuze had gemaakt. Hoe lang zeg ik al niet dat ik uitsluitend met muziek bezig wil zijn? Hoeveel obstakels zijn er wel niet geweest? Hoe lang heb ik niet bekendgestaan als de jaknikker die ’te lief’ was om een of ander optreden te weigeren, gewoon omdat ik iets wilde bijverdienen? Sinds mei is dat allemaal verleden tijd en heb ik eindelijk rust gevonden. Ik heb mezelf leren kennen én aanvaarden. Dat was echt wel een scharniermoment voor mij.

Je kunt leven van de muziek nu?

Adigéry: Ik heb een kunstenaarsstatuut. Het is een bescheiden inkomen, maar het is inderdaad niet meer nodig om nog bij te klussen.

Hoe zat dat precies met die bijna-burn-out?

Adigéry: Dat was midden december vorig jaar. We hadden op een zondag de clip van High Lights geshoot. Die draaidag was uitgelopen en zat dus nog stevig in mijn kleren toen ik maandagochtend naar Radio 1 moest. Bovendien moest ik eerst nog langs het Administratief Centrum Zuid om mijn Australisch visum in orde te brengen voor de Neneh Cherry-tour. Daarna zou ik de trein nemen richting de VRT. Maar ik was het huis amper uit of ik ben keihard beginnen te huilen. Onophoudelijk. Het was alsof ik de Himalaya moest beklimmen – de VRT was de Himalaya. (lacht) Ik naar mijn lief gebeld: ‘Het gaat niet meer. Wil je mij naar het Zuid voeren?’ In de auto kregen we een discussie. ‘Kijk nu eens naar jezelf, Charlotte. Zo tof is dat toch allemaal niet’, zei hij. ‘Als het te veel wordt, stop er dan gewoon mee. Dit is geen leven.’ Waarop ik: ‘Wat zeg jij nu? Het gaat hier wel om mijn muziek, hè. Dit is mijn hart, mijn roeping, het is alles wat ik wil doen. Geen haar op mijn hoofd dat eraan denkt daar ooit mee te stoppen.’ Met hernieuwde kracht ben ik uitgestapt en het Administratief Centrum binnengewandeld, om daar te merken dat ik geen geld meer had. Niks. Want zo ging het: alles wat ik verdiende, ging meteen op aan huishuur en andere kosten. Daar zat ik dan, aan de uitgang van dat centrum. Het was op. Ik heb mijn baas bij Radio 1 over de situatie ingelicht, ben thuis in de zetel geploft en heb tien dagen niks gedaan. Ook al was het nog net geen burn-out, dat was toch behoorlijk eng.

***

‘Euh. Veertig?’

‘Meer.’

‘Vijftig?’

‘Meer.’

‘Zestig?’

‘Meer.’

‘Hoeveel dan?’

‘Negentig.’

‘Waaat?’

De vraag was: ‘Gok eens hoeveel concerten je dit jaar hebt gespeeld.’ Het waren er dus ruim dubbel zoveel als Adigéry zelf had gedacht. ‘Dat is dus negentig keer reizen, negentig keer inpakken, negentig keer uitpakken, negentig keer soundchecken, negentig keer op een podium kruipen. Ik ben sprakeloos. Maar dat verklaart wél die hernia waar ik nu mee zit. Alles komt met een prijs, zeker. (lacht)

Charlotte Adigéry, Mens van het Jaar: 'Ik wil het liefst zo weinig mogelijk bejubeld worden in België'
© Jorre Janssens

Je begon 2019 met voorprogramma’s voor Neneh Cherry, en na een drukke zomer ben je aan je eerste eigen Europese headlinetour begonnen. Die hield onder meer halt in Parijs, Kopenhagen en Berlijn. En in Londen, waar je een zaal van 400 man hebt uitverkocht.

Adigéry: Het zat overal goed vol, eigenlijk. Alleen in Kopenhagen was het wat minder, maar ook niet awkward of zo. Maar oh my god, ja, Londen… Het is een stad die me altijd enorm aangetrokken heeft. Coole sfeer, coole mensen. Ik heb er ooit willen gaan studeren. Om dan zo gesteund te worden door presentatrice Lauren Laverne van BBC 6 Music, en te merken dat de mensen ons daar echt beginnen te kennen: dat is ongelooflijk. Terwijl: waarom zou een Londoner, die al zo rotverwend is op het gebied van popcultuur, in godsnaam naar een stel Belgen willen gaan kijken? Dat verwacht je niet, en toch zat elke zaal waar we in Londen al gespeeld hebben – het zijn er nu een stuk of drie – helemaal vol. Toen ik daar voor honderden mensen stond te zingen, dacht ik toch wel even dat ik aan het dromen was.

Denk je dan ook niet: doe het me maar na, Zwangere Guy of Bazart?

Adigéry: Haha! Die moeten natuurlijk wel een taalbarrière doorbreken.

Je snapt wat ik bedoel.

Adigéry: In België vragen ze me vaak: ‘Ah, en speel jij dan ook soms in het buitenland?’ Ik treed vaker buiten dan in België op, en toch is er in het hoofd van veel mensen een soort kloof tussen je Belgische parcours en de rest.

Stoort dat je?

Adigéry: Nee. Eigenlijk wil ik het liefst zo weinig mogelijk bejubeld worden in België. ‘Muzikale belofte’, ‘superster in wording’: het creëert allemaal een soort verwachting, en dat hoeft voor mij niet. Hoe vaak worden artiesten hier niet de hemel in geprezen, om kort daarna alweer de gracht in te worden geduwd? Vergeet me dan liever. Het is oké als je niet bezig bent met mij en mijn muziek, dan zul je er ook niet zijn om mij af te kraken. Vandaar dat mijn focus verder reikt dan louter België. Ik ben elders iets aan het uitbouwen – die uitverkochte show in Londen kan niemand me nog afnemen – om op verschillende fronten sterk te kunnen staan. Als je veroordeeld bent tot enkel Belgisch succes en ze zijn je beu omdat ze iemand nieuw nodig hebben om te verheerlijken, ben je gejost, hè. Ik wil dus niet afhankelijk zijn van alleen een zender als Studio Brussel. Of van het Belgische clubcircuit, waarin je sowieso snel rond bent. AB, Trix, Lotto Arena, en wat daarna? Meer van hetzelfde, en op een halfuur weer thuis zijn? Dat is oké, hè, maar als je dan niet sterk in je schoenen staat, is het makkelijk om de dieperik in te tuimelen.

De diversiteit in ons straatbeeld wordt op tv en in de media nog niet echt goed vertegenwoordigd. Je hebt Dalilla Hermans, maar moet zij dan dé go-to person zijn voor elke zwarte in onze samenleving?

Je beëindigende je tournee met een uitverkochte thuismatch in de Vooruit. Iets waar je van gedroomd hebt toen je er als veertienjarig meisje ging dansen, zei je vanaf het podium.

Adigéry: Ik heb zó’n rijk verleden met de Vooruit. Ik heb er merch verkocht, voor hostess gespeeld. En inderdaad, op mijn veertiende ging ik er naar mijn eerste feestjes. Ik had – en heb – een heel goeie verhouding met mijn mama, die me in mijn jeugd vree vrijliet. Dus mocht ik maandelijks met mijn beste vriendin gaan dansen op de City Queens-avonden. Daar gingen we dan op voorhand een gepaste outfit voor kopen in de Bershka. Aan één appel-kersensap hadden we genoeg voor de hele avond: we kwamen niet om te drinken maar om te dansen. En achteraf gingen we op zo’n website voor feestfoto’s kijken of er van die overbelichte, zweterige partybeelden van ons getrokken waren. (lacht) Daar dan vijftien jaar later zelf spelen: niet normaal.

Mijn herinneringen aan dat concert in de Vooruit komen veelal in flashbacks terug, maar ik weet wel nog dat ik op dat podium stond en dacht: dit is zéér speciaal en zéér belangrijk. Hoe groter een artiest wordt, hoe immuner hij aan grote massa’s wordt. Als je zes keer de AB uitverkoopt, zul je het de zesde keer allicht toch minder intens beleven. Maar voor mij was dit een eerste keer, wat maakte dat ik me nog héél bewust was van de struggle, de strijd die ik heb moeten leveren om hier te raken.

Voorafgaand aan het concert werd op groot scherm de kortfilm Yin Yang Self-Meditation vertoond, een met soundscapes opgesmukte meditatiesessie van zo’n zeventien minuten waarin jij open en bloot over je eigen angsten en onzekerheden praat. Een lastige opgave?

Adigéry: In plaats van een ‘gewone’ single uit te brengen wilden we iets met meditatie doen – ik mediteer zelf ook geregeld. Het was aanvankelijk niet de bedoeling om zo persoonlijk te gaan, maar ik zat met zo veel gedachtepatronen waar ik vanaf wilde – ‘Ik zou willen dat ik knapper was’, ‘Ik zou willen dat ik minder at’, enzoverder – dat ik besloot er een soort zelftherapie van te maken. Toen ik de tekst had geschreven en hem aan Boris en Dave (Zeebroek en Dewaele dus, nvdr.) voorlas, voelde ik me héél klein. In songteksten kan ik bepaalde dingen voor mezelf houden of verbloemen, mezelf slim en witty voordoen. Hier niet. ‘Ze gaan mijn gedachten zo dwaas vinden, en merken dat ik helemaal niet zo intelligent, diepzinnig en volwassen ben als ze denken dat ik ben’, dacht ik. Tot Dave zei: ‘Ik herken mezelf in wat je zegt.’ Oef, in één klap viel alles van me af. Toen de film uiteindelijk uitkwam, was ik van veel van die gedachten af en voelde ik me vooral sterk. En ik kan je nu al zeggen dat ik dat eerlijke, dat kwetsbare zal doortrekken op het debuutalbum dat ik nu aan het maken ben als Charlotte Adigéry.

Charlotte Adigéry, Mens van het Jaar: 'Ik wil het liefst zo weinig mogelijk bejubeld worden in België'
© Jorre Janssens

Lizzo die openlijk haar eigen lichaamssappen bezingt, Zwangere Guy die zijn door een gewelddadige stiefvader geteisterde jeugd uit de doeken doet: oprechtheid en eerlijkheid lijken anno 2019 een ding te zijn in de muziek.

Adigéry: We hebben zulke mensen nodig. Zwangere Guy omdat hij zo eerlijk en compromisloos is, en Lizzo omdat ze mensen met elkaar verbindt. Een concert van haar heb ik nog nooit gezien, maar ik krijg al kippenvel van haar Instagramfilmpjes. Zelfs daar voel ik een connectie met haar. Ze is alleszins een pak oprechter dan al die gekunsteld kwetsbare figuren die zich op sociale media ophouden. ‘ Hashtag no makeup’, ‘all shapes and colours’, maar jezelf dan wel volledig fotoshoppen, gewoon voor de likes en het applaus. Sorry, maar dan verwar je kwetsbaarheid met ijdelheid. Met dat soort fenomenen heb ik het volledig gehad. Ze zijn marketinggericht en leeg.

In 2018 sloot Beyoncé als eerste zwarte vrouw in de geschiedenis Coachella af, dit jaar deed rapper Stormzy iets gelijkaardigs in het Verenigd Koninkrijk: hij mocht als eerste zwarte Britse soloartiest Glastonbury headlinen. Die man komt van de straat, maar zet zich tegenwoordig wel in voor de zwarte gemeenschap, onder meer via zijn Stormzy Scholarships, waarmee hij meer zwarte studenten aan de Britse elite-universiteiten wil krijgen. Zou het iets voor jou zijn, het gezicht en de spreekbuis worden van een nieuwe, jonge, zwarte generatie?

Adigéry: Ik ben daar meer en meer van overtuigd, ja. De diversiteit is niet meer weg te denken uit ons straatbeeld, maar wordt op tv en in de media nog niet echt goed vertegenwoordigd. Je hebt Dalilla Hermans, maar moet zij dan dé go-to person zijn voor elke zwarte persoon in onze samenleving? Ik bewonder Dalilla, ik heb veel respect voor wat ze doet en hoe ze omgaat met de stront die ze vaak over zich heen krijgt, maar dat betekent nog niet dat als zij iets zegt ik me daar altijd in kan vinden of me erdoor vertegenwoordigd voel. Door elke racistische opmerking te reposten en er een pamflet bij te schrijven gaan mensen niet luisteren. Ik zou ook altijd opnieuw kunnen beginnen over die keer toen ze me een banaan hebben aangeboden – true story – of al die keren dat ze me bespuugd hebben. Maar dat is voor mij niet de manier. Een beetje meer rust aan de dag leggen, dat is mijn manier. Rust en zelfrelativering. Alleen zo kun je een dialoog openen, zoals ik dat vorig jaar heb proberen te doen in Bij Debecker op Radio 1: ik had er de luisteraars uitgenodigd om vragen te stellen die ze altijd al eens aan hun zwarte medemens hadden willen stellen. En vanaf nu wil ik gerust ook wat vaker in tv-programma’s zitten. Niet alleen in Terzake of De afspraak, maar ook in luchtiger programma’s. Alleen als mensen ons in verschillende rollen te zien krijgen, zullen ze merken dat wij niet altijd boos zijn maar óók gecultiveerd, grappig of verdrietig kunnen zijn. Dalilla moet er zijn, maar misschien moet Charlotte Adigéry er ook zijn.

Met dank aan Analik Brouwer (styling), Joek Janssens (make-up) en Ninamounah (kledij).

Charlotte Adigéry

Leeftijd 29

Woonplaats Gentbrugge

Projecten Wwwater (met Boris Zeebroek en ex-Soulwaxdrummer Steve Slingeneyer) en Charlotte Adigéry (met Boris Zeebroek).

Releases als Charlotte Adigéry: Charlotte Adigéry (2017), Zandoli (2019) en Yin Yang Self-Meditation (2019), als Wwwater La fallaise (2017) en Screen (2018).

Ook te horen op de door Soulwax gecureerde soundtrack van Belgica (2016).

Nu bezig aan haar debuutalbum als Charlotte Adigéry, dat in 2020 verwacht wordt.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content