Wire: Langdradig

Een groep die niets meer te vertellen heeft, moet maar een nieuwe huid kweken of desnoods een paar jaar onder de grond kruipen. Een mooi manifest, maar misschien niet langer dat van Wire.

Wire **

Red Barked Tree

wavepop

Pink Flag

Zo seismisch was de impact van de eerste drie Wireplaten Pink Flag (1977), Chairs Missing (1978) en 154 (1979) dat de notoire Londense ruziemakers voor de rest van hun carrière safe leken. Of ze nu in de eighties zijdezachte elektropop ophoestten die niet ieders meug was, of het nieuwe millennium binnenvielen met snoeiharde artrock die op den duur in synthetisch experiment verwaterde: om aanzien hebben ze nooit moeten bedelen.

Vraag van de week: verdient Wire die goodwill nog, nu het met Red Barked Tree aan zijn twaalfde plaat is toegekomen? Het antwoord is ‘mja’. Object 47 (2008) wees er al op dat Colin Newman (zang/gitaar), Graham Lewis (bas/zang) en Robert Grey (drums) zich in een onverwachte status quo hadden genesteld, en Red Barked Tree trekt die bedenkelijke lijn gewoon door.

Voor u het verkeerde idee krijgt: van hun voetstuk donderen de grijze eminenties van de postpunk niet. De plaat begint sferisch met Please Take, een fuck off-song in een fluwelen handschoen, met Graham Lewis die zijn zinnen in vitriool sopt: ‘Please take your knife out of my back and, when you do, please don’t twist it.’ Colin Newman zei nog in de bio: ‘Hopelijk gaat dit niet over mij.’ Nog meer grijnzen is het met de minimalistische, maar intense processed punk van Two Minutes, Moreover en Smash.

Bij de rest van de plaat, daar waar texturen, filters en effecten meer aandacht krijgen dan songs, haal je helaas de schouders op. Dieptepunt is Clay, een lui herkauwen van het eigen I Am The Fly – Elastica mocht het indertijd niet en nu doen ze het zelf, maar dan slechter. Ook met Adapt wil het maar niet klikken: de herinnering aan Lush, shoegazers van tweede garnituur uit de nineties, is er echt niet één om op te rakelen.

Alles welbeschouwd is het met Red Barked Tree zoals met tekstflard ‘Coffee is not a replacement for food or happiness’: een bevestiging van wat we diep vanbinnen al wisten, maar niet onder ogen wilden zien. Wire heeft nu de keuze: in herhaling vallen, of – zoals in het titelnummer – met akoestische gitaar, bouzouki (!) en orgel een nieuw instrumentarium vastgrijpen, of toch maar weer een jarenlange retraite inlassen. Ouder dan ons zijn ze hoe dan ook, op die wijsheid kunnen we enkel hopen.

Kurt Blondeel

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content