Recensie ‘Beauty & Ruin’ (Bob Mould): Een stoot zijn en het weten

Zou het kunnen dat Bob Mould eerst die autobiografie overboord moest kieperen om vervolgens, opgelucht, weer in zijn muzikale thuishaven te kunnen aanmeren?

Bob Mould **** Beauty & Ruin

rock

Merge

Met de trio’s Hüsker Dü en Sugar als solo heeft de rijzige Amerikaan zijn woede, angst, verdriet en twijfels zowel gesmoord als van zich af geschreeuwd. Die zoektocht naar zichzelf neigde meestal naar verzengende powerpunkrock, maar mondde ook al eens uit in akoestische folk en dansbare electronica. In de autobiografie See a Little Light kon u het allemaal uitgebreid nalezen: hoe Mould worstelde met zijn zwartgeblakerde wereldbeeld en homoseksualiteit. ‘Het pad van razernij en melodie’, luidde de ondertitel, en dat heeft Bob Mould (53) uiteindelijk naar een plek gevoerd waar persoonlijk geluk niet langer een dwaze wensdroom is.

‘You’ve been living on the edge of a knife / Maybe this could be the time of your life’, pepert hij zichzelf in op Beauty & Ruin, na Silver Age de tweede plaat die in de nasleep van See a Little Light het licht ziet. Het is, net zoals Mould beste werk, een onvervalste gitaarplaat waarop hij in het gezelschap van bassist Jason Narducy (Verbow) en drummer Jon Wuster (Superchunk) in topvorm verkeert. Nog altijd voelt Mould de aanvechting om wat hem dwarszit tot songs te kneden. Maar opvallend vaak besteedt hij dezer dagen ook energie aan berusting en dankbaarheid.

Die geleidelijke omschakeling is traceerbaar op Beauty & Ruin. Mould staat stil bij de dood van zijn vader in het bedrukte Low Season en het gejaagde Little Glass Pill, en in Nemeses Are Laughing en The War spiegelt hij zich aan zijn verscheurde jonge zelf (zie ook: de hoes). Maar nadien spreken songtitels als Forgiveness, Let the Beauty Be en Fix It boekdelen.

Die variatie maakt Beauty & Ruin spannender en dus genietbaarder dan Silver Age. Bovendien sluit een flink deel van de songs – niet allemaal, helaas – aan bij de hoogdagen van Hüsker Dü (Kid with Crooked Face is geweldig, Fix It slechts een beetje minder) en Sugar (het aan Fortune Teller verwante Tomorrow Morning).

De geschiedenis – heel interessant vak, jongens en meisjes – heeft geleerd dat Nirvana en Pixies zonder Bob Mould anders zouden hebben geklonken. Niet vergeten dat die laatste groep werd opgericht op basis van de advertentie ‘band zoekt bassist die Hüsker Dü en Peter, Paul & Mary blieft’ – een historisch feit waarop Mould in de clip van de popgevoelige single I Don’t Know You Anymore overigens een fijne toespeling maakt. Dat is ongeveer zoals de veertienjarige schoonheid die op een dag wakker wordt en beseft dat ze een stoot is. Dat Bob Mould, en daarmee ook u en ik, dát nog mogen meemaken.

Kurt Blondeel

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content