Album van de week: ‘Uptown Special’ (Mark Ronson)

Mark Ronson © gf

Producer en parttimepopster Mark Ronson waagt zich aan funk en jazzy rock, with a little help from his friends. Goed bedoeld, maar het werd een feestje met de rem op.

Mark Ronson

Uptown Special

funk / pop

Columbia

Wanneer, waar en waarom het precies gebeurde, is moeilijk te zeggen, maar ergens – eind jaren 90, ruw geschat – kreeg funk een geurtje. Ik leg de schuld bij de Red Hot Chili Peppers. En Jamiroquai. Een adjectief als ‘groovy’ raakte uit de gratie, funk werd synoniem met clownesk, oeverloos jammen en foute smaak. Enkel de oprecht toegewijde liefhebber haalde de neus niet op en dacht: ach wat, Stevie Wonder pakken ze ons nooit af.

Ook geen fan van de Peppers is Mark Ronson: producer, jetsetter en ooit bijna-schoonzoon van Quincy Jones. Vraag: wat als de Peppers je vragen hun volgende plaat te producen? Antwoord: ‘Toen ik een tiener was, hield ik van hun muziek. Tot ik de originele funkgroepen zoals The Meters en Average White Band leerde kennen. De liefde was snel bekoeld.’

Nu heeft Mark Ronson zélf een funkplaat gemaakt. Als iemand funk kan rehabiliteren, is het deze jongen, hij die Amy Winehouse introduceerde bij het hedendaagse soul- en funkcombo The Dap-Kings en vice versa. Het vervolg werd muziekgeschiedenis. Met een contactenboekje als het zijne is veel mogelijk, maar of Mark Ronson ons Give It Away doet vergeten?

Neen, spijtig. Er wringt iets aan Uptown Special, zoals er iets aan het hemd van Tom Barman wringt. Soms ietsje te nauw en te kort. Er gaat tegelijk onbezonnenheid en een soort terughoudendheid van uit. Los gaan met de rem op, moddercatch zonder je kleren vuil te maken. Aan de gasten ligt het niet: Stevie Wonder (!) en zijn mondharmonica openen en sluiten de debatten, rapper Mystikal bleef lang genoeg uit de bak om een verrassend overtuigende James Brown neer te zetten in Feel Right, en Tame Impala-chef Kevin Parker maakt van Daffodils een aardig fuifnummer, maar daar is die schaduw van Jamiroquai al. Jungle, de groep, heeft er ook soms last van. Uptown Funk, met Bruno ‘mijn kapsel komt van’ Mars, is precies het soort prefabfunk die het genre een slechte naam bezorgde, en met I Can’t Lose, waarin ene Keyone Starr gecast werd als Chaka Khan, zetten we ons besluit in: Marky Mark en zijn funky bunch spelen enthousiast leentjebuur en hadden duidelijk lol, maar het is een feestje waar (slechts) 38 minuten lang met de billen dichtgeknepen wordt gedanst. Groovy!

Er zat dus meer in, maar zolang Ronson de namen Sly & The Family Stone, War, Parliament, Hall & Oates, Rufus en Steely Dan (uitschieter Heavy and Rolling) dropt tijdens zijn promopraatjes blijven we maatjes.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content