Britse rappers zijn hot, maar wat bakten ze ervan op Pukkelpop?
Het gaat goed met de Britse hiphop, yes sir. Terwijl politici druk in de weer zijn met het Verenigd Koninkrijk af te scheuren van Europa vindt grime steeds meer een publiek over de grenzen. Na het pionierswerk van onder meer Wiley en Dizzee Rascal surft de tweede golf rappers gezwind het kanaal en de Atlantische Oceaan over. Drie van hen spoelden op dag één van Pukkelpop aan te Kiewit, met wisselend succes.
Stormzy: geen champagne, wel hopen charisma en blinkende biceps (***)
Zullen we eerst de Lukaku-grap doen? Oké: ‘Where do you know me from?’. Iets over half vijf weerschalde de vraag vanop het hoofdpodium, terwijl een lange, donkere en gespierde man in een sportief kloffie vanuit de coulissen tevoorschijn sprong. Wie de voorbije twee jaar in een monnikenklooster heeft doorgebracht zou geen al te slechte gok wagen met ‘Euhm, Manchester United?’.
Jawel, van ver, maar zelfs van dichtbij, lijkt Michael Omari, beter bekend als Stormzy, als twee druppels water op Rode Duivels-spits Romelu Lukaku. Twee zomers geleden plaatste de Ierse krant The Herald zelfs per vergissing zijn portret bij een artikel over de recente aanwinst van Inter Milaan, en daar had het internet uiteraard erg z’n lol in. Maar de Stormzy van 2017, toen hij hier in de Dance Hall geprogrammeerd stond, is niet dezelfde Stormzy van nu. Niet sinds zijn debuutalbum Gang Signs & Prayers van niks op één binnenkwam in de Britse hitlijsten – hij was de eerste grime-artiest die daarin slaagde – en al zeker niet na zijn historische headlinershow op Glastonbury eind juni, als eerste Britse soloartiest met Afrikaanse roots ooit.
‘Stormzy is meer dan een artiest, hij is een cultureel fenomeen’, schreef The Independent achteraf over de 26-jarige Omari. Adele pende uitgebreide felicitaties op Instagram. Maar België is Engeland niet, en Pukkelpop is Glastonbury niet. Dus stond de grootste Britse rapper van het moment in de namiddag geprogrammeerd, vóór de lokale hiphophelden van Blackwave. Een heruitgave van Stormzy’s moment de gloire kreeg Kiewit dan ook niet voorgeschoteld. Geen gospelkoor, geen zwarte balletdansers, geen vuurwerk, geen Chris Martin van Coldplay en geen beschermend harnas – het steekwerende vest waar Banksy een Britse vlag op schilderde, en waarmee kunstenaar en rapper samen het politieke en sociaal-culturele karakter van de headlinershow visueel kracht bijzetten.
Wat had Stormzy dan wel meegebracht? Een laptop-dj, bevlogen teksten, hopen charisma en opgeladen batterijen. Na Know Me From, zijn doorbraaksingle uit 2015, volgde de UK Garage van Cold, één van de singles uit z’n debuut en een hart onder de riem van zijn broeders en zusters: ‘All my young black kings rise up/ Man, this is our year / And my young black queens right there / It’s been a long time coming I swear’. Honderden witte kopjes rond ons gingen op en neer. Wat later, tijdens First Things First, een song waarin Stormzy z’n crimineel verleden uit de doeken doet, vormen ze allemaal op commando een L-teken met de vingers: ‘Before we said our prayers, there was gang signs’. In de achterbuurten van Londen vol van symboliek, in de Limburgse jeneverstreek altijd een beetje onnozel.
Muzikaal kan je Stormzy moeilijk een beeldenstormer noemen. Zijn grimevariant is geen baanbrekende stormram, maar spreidt zich uit in de breedte. Denk het sappig Londense accent weg en First Things First kon evengoed uit de koker van een doorsnee trapartiest uit de VS komen. De cannabishymne Cigarettes & Cush is dan weer zeemzoete r&b, en een onvermijdelijk dipje in de set, na de adrenalinerush van One Take Freestyle. Dan maar Ed Sheeran in de strijd gooien, dacht ie, dus volgde de Stormzy-remix van Shape Of You, een Caribisch gekleurde zomerdeun die zelf onze teergeliefde grootmoeder uit Erembodegem tot een flirterige heupknik zou verleiden.
Maar Rome…, excuus, Stórmzy had nog een eindsprint in de benen. Drie keer open doel: Big For You Boots, meest recente single Vossi Bop, en het in blote, stomende bast gebrachte en luidkeels meegezongen Shut Up, voor de gelegenheid herdoopt tot Fucking Fire In Belgium. ‘There’s no champagne, we don’t rave’, luidt het in die tekst, ‘Yeah, I’m the best, I’m so cocky’. Dat laatste was gelogen: Stormzy toonde zich oprecht dankbaar en haast ontroerd, tijdens deze laatste show van z’n zomertournee. Geen kapsones, wel een glimmende biceps als bewijs dat hij ook om vijf uur ’s middags niet met de handrem op over het podium kaatst. Maar champagne kregen we ook niet geserveerd. Stormzy heeft op karakter z’n eer hooggehouden op Pukkelpop, maar ook niet meer dan dat.
Gewogen en te licht gevonden: sympathieke springveer Flohio (*) heeft nog héél wat groeimarche.
Als de held van Glastonbury de sterspits is die in de Champions League speelt – laatste keer, beloofd – dan staat Flohio (rijmt op Ohio) enkele divisies lager. Nochtans hebben we veel sympathie voor de 27-jarige springveer Funmi Ohiosumah, die als klein meisje vanuit Ghana naar Engeland verhuisde en daar via 50 Cent, Eve en Lil Wayne in de ban raakte van de hiphop. Even leek er voor haar een carrière als voetballer in het verschiet te liggen, maar via de Londense jeugdclubs raakte ze in de greep van het grimecircuit.
Met enkele fijne singles op haar conto schopte de androgyne verschijning het tot de longlist van de BBC Sound of 2019. Flohio viel uiteindelijk naast de top 5 en na een pijnlijk rommelige doortocht in de Lift begrijpen we waarom. Op geen enkel moment kreeg de Britse spraakwaterval – lettergrepen spuwen kán ze! – greep op het publiek; daarvoor was het geluid een veel te modderig boeltje, waarin haar woorden zelden helder en krachtig boven water kwamen. ‘Realistic goals, man I hate that word! / No limit, I mastered it / Smash glass ceilings and I’ll take my cut’, klinkt het nochtans ambitieus in de single Bands, over poen scheppen, en ook met het nieuwe Hell Bent toont de dame dat ze wat in haar mars heeft.
Problemen met de microfoon, een belabberde geluidsmix, te kort na Stormzy: excuses genoeg, maar bovenal zal Flo Flo moeten leren dat een festivalshow geen clubshow is – of je nu tien of veertig keer ‘energy!’ brult: als het niet pakt, pakt het niet – en dat loodzware bassen in de schaal werpen met te licht gewogen songmateriaal nooit een oplossing is. Een dikke knuffel en nog een paar jaartjes groeien, deze belofte.
Twee rappers met een laptop-dj en een Cockney-tongval hadden we bij deze al achter de kiezen. Kon daar nog een derde bij? Hoeveel rek kon grime in onze Belgische festivaloren verdragen? Nog een heel uur, zo bleek.
De wraak van een rappende punkrocker in z’n onderbroek: fuck me, wat een show van Slowthai! (****)
Drie Britse rappers maken dit jaar kans op de felbegeerde Mercury Prize: Dave ,voor het album Psychodrama, Little Simz, met haar derde langspeler Grey Area, en debutant Slowthai, voor Nothing Great About Britain, die voor de bookmakers de tweede grootste kanshebber is, na Dave.
De wisselbeker voor het meest energieke, dolle concert van Pukkelpop heeft de 24-jarige Tyler Frampton alvast op zak. De T-shirt – eentje van The Misfits – ging al bij het eerste nummer uit. Meteen ging de half Ierse, half Barbadiaanse hooligan ook in de eerste rijen hangen, waar hij op een pint getrakteerd werd. Tijdens het tweede nummer ging de joggingbroek uit, en hoste hij enkel nog in boxershorts en witte kousen over het podium. ‘Get the fuck out of my face!’, tierde hij rood aangelopen en zo luid hij kon. Vergeet grime, dit is pure punkrock.
Slowthai liet twee helften van de tent ‘Fuck off!’ en ‘You cunt!’ roepen. Slowthai mikte de ene fluim na de andere op het podium. Stampte het stof uit elke monitor. Maakte obscene gebaren naar de fotograaf. Pulkte aan zijn tenen. Schold de geluidsman aan de zijkant van het podium de huid vol. Bezorgde ene Jamie uit Houthalen de festivaltijd van zijn leven door hem het hele vers van Skepta in Inglorious te laten meerappen.
Geloof ons, in welke volgorde precies de songs op Nothing Great About Britain op de setlist stonden doet er werkelijk geen centimeter toe. Slowthai ontbond al z’n duivels, kotste elke gram opgekropte woede en verontwaardiging over de stand van zaken in z’n thuisland uit en liet het Pukkelpoppubliek grijnzend uit zijn hand eten. Akkoord, drie wall of deaths – het voorspel naar een kolkende moshpit – was er misschien eentje te veel. Mozes deed ook maar één keer de Rode Zee splijten. Maar fuck me, wat een show! Aan het eind stond de Lift nog overeind, nét, maar de keet moet minstens dertig centimeter naar links opgeschoven zijn. Ooit werd Frampton gepest op school, wegens een spraakgebrek. Dit is zijn wraak, zijn triomftocht. Nothing great about Britain? Slowthai alvast wél. En oh ja: achteraf excuseerde de rapper zich bij de onfortuinlijke geluidtechnicus.
Eindbalans? Flohio is gewogen en te licht bevonden, Stormzy haalde op karakter, en met de hulp van z’n jonge fans, de meet, maar een ontketende Slowthai mag zich de onbetwistbare grimekampioen van Pukkelpop noemen. Now get the fuck out of my face!
Lees hier meer over dag 1 van Pukkelpop.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier