Arlo Parks wil met haar songs doen wat Murakami met zijn boeken doet
Arlo Parks verovert bekende en onbekende harten met radiofähige indie die een inkijk geeft in de ziel van een noughtieskid.
Sinds ze in 2019 debuteerde met de ep Super Sad Generation wordt Arlo Parks (née Anaïs Marinho) tot vervelens toe – en al zeker die van haarzelf – bestempeld als het uithangbord van generatie Z. Met zo’n titel geef je het de pers op een dienblad, maar er zit iets van waarheid in. Arlo Parks – nog altijd maar twintig – vat universele gevoelens op sublieme, poëtische wijze in songteksten. Of ze nu over depressie (Black Dog), verslaving (Hurt) of jaloezie (Eugene) zingt, de herkenbare verhalen en de muziek van de Britse vinden een enorme weerklank, ook bij sterren als Billie Eilish of Phoebe Bridgers. In Vanity Fair noemde Eilish recent Parks bij haar favoriete artiesten van het moment. Twee weken geleden plaatste ze bij een Instagramfoto van haarzelf nog een stuk tekst van Parks: ‘I’d lick the grief right off your lips.’ Phoebe Bridgers noemt haar onomwonden ‘an incredible poet’. En Michelle Obama dropte Eugene in haar Spotify-playlist.
Ik was zes of zeven toen ik mijn eerste kortverhalen schreef. Ik was zo’n kind dat heel stil was, maar met een brein dat overuren draaide.
Op debuutalbum Collapsed in Sunbeams, dat deze week verschijnt, laat Parks uiteenlopende genres voetjevrijen: folk, pop, indierock, jazz, soul en hiphop schurken allemaal tegen elkaar aan. Er waaien echo’s van Nick Drake, Erykah Badu, Joni Mitchell, MF Doom en Loyle Carner voorbij. De liefde voor alles wat mooi klinkt – zacht, luid en alles daartussen – zit haar in de genen. Ze is de dochter van een vader met Nigeriaanse roots en een moeder met wortels in zowel Tsjaad als Frankrijk. Hij liet haar jazz horen in hun huis in het West-Londense Hammersmith, zij hield van Prince en Charles Aznavour.
Arlo Parks: Toen ik nog een kind was, heeft een oom mij zijn volledige vinylcollectie cadeau gedaan. Dankzij hem heb ik Sade, Bob Dylan en Tracy Chapman leren kennen. Mijn grootmoeder luisterde naar Jacques Brel terwijl ze voor mij kookte. En als tiener was YouTube mijn voornaamste muziekbron. Ik hield ervan om eindeloos door te klikken en ontdekkingen te doen.
Bij welke artiest of plaat dacht je: dít wil ik ook kunnen?
Parks: (denkt na)6 Feet beneath the Moon van King Krule uit 2013. Ik was dertien en helemaal ondersteboven van die plaat: enerzijds vanwege de eenvoud ervan en anderzijds door hoe rauw hij zijn gevoelens neerpende. Maar evenzeer door het gegeven dat er in Londen een tiener rondliep die zo’n unieke, gruizige muziek maakte. King Krule was de hedendaagse artiest die mij het belang van een eigen stem duidelijk maakte. Dat is een enorme inspiratie geweest. Ik speelde toen klassieke piano, maar dankzij hem heb ik een jaar later een gitaar opgepakt.
Je was op dat moment al in de weer met poëzie.
Parks: Ik was zes of zeven toen ik mijn eerste kortverhalen schreef. Terwijl andere kinderen gangbaarder hobby’s hadden, was schrijven mijn uitlaatklep. Ik heb altijd al een levendige, overactieve verbeelding gehad. Ik schreef verhalen over spionnen, over worstelpartijen met slangen, over mijn plannen om naar Australië te vluchten. (lacht) Ik was verlegen van aard, mijn avonturenverhalen brachten wat spanning in mijn leven. Ik was zo’n kind dat heel stil was, maar met een brein dat overuren draaide.
Ik keek nauwelijks televisie. Literatuur was van kinds af mijn houvast. Ik zat constant met mijn neus in de boeken. CHERUB, een boekenserie van Robert Muchamore over een spionageorganisatie, prikkelde mijn verbeelding. Op school volgde ik een cursus creatief schrijven. Dankzij een leerkracht die me een exemplaar van Ariel heeft gegeven, heb ik de poëzie van Sylvia Plath ontdekt. En aan Howl van Alan Ginsberg heb ik een voorliefde voor beschrijvend schrijven overgehouden.
Je spreekt zowel Frans als Engels. Onderhoud je je Frans op regelmatige basis?
Parks:Ik zou graag in het Frans kunnen schrijven, maar mijn kennis van die taal is ontoereikend. Ik ken te weinig van Franse poëzie en literatuur om mij daarin te kunnen uitdrukken zoals ik in het Engels doe. Er is een verschil tussen een gewone conversatie en poëzie, dus daar moet ik aan werken.
Met mijn mama spreek ik wel nog dagelijks Frans. Sinds corona ben ik terug in het ouderlijk huis gaan wonen. (lacht) Daar ben ik op mijn gemak in deze vreemde tijden. En er gaat niets boven scrabbelen met mijn papa.
Op Green Eyes zing je over een relatie die werd afgekeurd door de ouders van je partner. ‘I wish that your parents had been kinder to you. They made you hate what you were out of habit.’ Welke normen en waarden heb jij van thuis meegekregen?
Parks: Plainness. Empathy. Openness. Ik heb geleerd om niet over anderen te oordelen, maar om vooral naar jezelf te kijken. Leven en laten leven. Werkethiek hebben mijn ouders mij ook bijgebracht. Als je ergens in gelooft en er hard voor werkt, kom je er wel. Dat is een belangrijke les geweest.
Ik werd van kinds af aangemoedigd om vrijuit te spreken. Als er iets op mijn maag lag, namen mijn ouders uitgebreid de tijd om te luisteren en erover te praten. Ik stel mij kwetsbaar op in mijn muziek, omdat ik nooit iets anders gekend heb. Ik heb geleerd om geen onderwerpen uit de weg te gaan, ook als het pijnlijk is.
Mijn ouders nemen mij zoals ik ben. Als kind was ik stil en nieuwsgierig naar de wereld en dat was oké voor hen. Thuis heb ik nooit het gevoel gehad dat ik mij anders moest voordoen dan ik was.
Wie was de eerste om in Arlo Parks te geloven toen je voor de buitenwereld nog Anaïs Marinho was?
Parks: Mijn beste vriendin. Ik heb haar op een dag – ik was veertien – een demo gestuurd. Zij antwoordde: ‘This is actually really good.’ Nooit eerder had ik mijn schrijfsels of muziek met iemand gedeeld. Als tiener ben je je ervan bewust hoe snel en makkelijk anderen kunnen oordelen. You’re trying to be cool or whatever, en ik wilde mijn imago niet op het spel zetten. Schrijven hielp me om mijn gevoelens te kanaliseren, de situatie vanuit een ander perspectief te zien. Maar mijn problemen wilde ik in de eerste plaats voor mezelf houden, en mijn muziek dus ook. In mijn slaapkamer was alles veilig voor andermans meningen. Ik liet mijn songs zelfs niet aan mijn ouders horen, maar de feedback van die vriendin was voor mij waardevol. Zij heeft mij sindsdien op een heel aangename manier gepusht om mijn dromen na te jagen. Toen ik voor het eerst een song online zette, was ik dan ook ontzettend nerveus, net omdat ik mij blootgeef in mijn muziek.
***
Intussen luisteren maandelijks miljoenen mensen naar songs als Caroline en Green Eyes. Parks’ stem ligt niet alleen goed in het oor, met haar muziek maakt ze geestelijke gezondheid bij jongeren ook bespreekbaar. Ze is ambassadeur van CALM (Campaign Against Living Miserably), een centrum ter preventie van zelfdoding, ze zingt openlijk over haar seksualiteit… Parks gaat geen onderwerpen uit de weg, al heeft dat ook nadelen: journalisten denken haar álles te kunnen vragen. Ze is het beu om brute, tactloze vragen te krijgen. En dus mijdt ze tegenwoordig onderwerpen als mental health, sexuality en racial issues – en vragen over ‘de stem van een generatie’.
Plainness. Empathy. Openness. Ik heb geleerd om niet over anderen te oordelen, maar om vooral naar jezelf te kijken.
‘Gevoelig zijn is een tweesnijdend zwaard’, zei je in een interview. Wat bedoel je daarmee?
Parks: Zoals gezegd zal ik niet snel over anderen oordelen. Ik heb een groot empathisch vermogen, luister graag en goed naar anderen. Als iemand een gevoelig verhaal vertelt, voelt die zich door mij begrepen. Mensen luchten graag hun hart bij mij, maar dat maakt mij tegelijkertijd heel kwetsbaar. Soms heb ik het gevoel dat ik andermans pijn opslorp.
Ik geef mezelf bloot in mijn songteksten, maar dat beschouw ik niet als negatief. Tegenover de mindere ervaringen, zoals tactloze vragen krijgen in interviews, staan de getuigenissen die ik dagelijks krijg. Als iemand je aanklampt om te zeggen dat je muziek iets voor die persoon heeft betekend, dat je muziek iemands huwelijk heeft gered, dat is het mooiste compliment dat ik kan krijgen.
Als Aziatische Belg herkende ik mezelf niet in de figuren die werden opgevoerd in de Vlaamse media. Daardoor durfde ik nooit groot dromen. Jij bent vandaag een rolmodel voor velen.
Parks: (denkt na) Ik begrijp perfect wat je bedoelt. Representatie is cruciaal maar ik kan mij niet herinneren dat ik mij ooit tegen mijn roots wilde verzetten omdat mijn helden niet waren zoals ik. Ja, ik zag weinig mensen die me inspireerden in wie ik mezelf fysiek herkende, maar net daarom dacht ik: dan moet ik maar de eerste zijn. Wie ik ben en hoe ik eruitzie, heeft mij nooit belet om van een mooie toekomst te dromen.
Ik keek op naar Elliott Smith en Nick Drake. Wat mij in hun werk aantrok, was hun oprechtheid. Een emotionele klik is mij meer waard dan fysieke herkenbaarheid. Frank Ocean, Madlib en Joni Mitchell zijn ook helden van mij, allemaal om verschillende redenen. Ik apprecieer gewoon mensen die zichzelf heten te zijn.
Al sinds mijn jeugd omring ik mij met mensen met dezelfde mindset als ik. Alleen zo creëer je een safe space voor jezelf.
Zodra de pandemie onder controle is, mag je vijf helden – levend of dood – uitnodigen voor een diner. Wie zou je kiezen?
Parks: Interesting! Stanley Kubrick. Ik ben verzot op het werk van fotograaf Wolfgang Tillmans, dus die mag ook komen. Jimi Hendrix. Zadie Smith, de schrijfster aan wie ik mijn albumtitel heb ontleend. En Joni Mitchell. Met die vijf zal er plezier gemaakt én zullen er boeiende conversaties gevoerd worden. Maar ik kies hen vooral omdat ze elk afzonderlijk zo innovatief in hun discipline zijn.
Ik had Haruki Murakami ook verwacht.
Parks: Die mag ook altijd komen, hoor. (lacht) Zijn roman Norwegian Wood heeft mij de ogen geopend – it’s so heart-breaking, so human. Ik hou van zijn stijl. Wat hij schrijft, is delicaat en doordacht, maar toch voel je als lezer hoe puur zijn emoties zijn. Ik heb Norwegian Wood gelezen op een moment in mijn leven dat ik zoekende was. Hij heeft mij geholpen in de zoektocht naar mijn eigen stem, naar een doel en een passie. Hij heeft mijn leven veranderd met zijn kunst. Dat wil ik ook kunnen: een troost zijn voor mensen in moeilijke tijden.
Welke song had je graag zelf geschreven?
Parks: (denkt na)The Only Thing van Sufjan Stevens. De manier waarop hij daarin zijn destructieve gedachten op papier heeft gezet, hoe hij een verlies verwerkt en hoe puur hij zingt, met trillende stem: er is niets hartverscheurender maar evenmin niets mooier dan dat.
Collapsed in Sunbeams
Uit op 29/1 via Transgressive Records / PIAS.
Arlo Parks
Geboren als Anaïs Oluwatoyin Estelle Marinho op 9 augustus 2000 in Londen.
Begint op haar zesde, zevende zelf kortverhalen te schrijven.
Is al op jonge leeftijd grote fan van de poëzie van Sylvia Plath, Alan Ginsberg en Jack Kerouac.
Brengt in 2018 een eerste song, Cola, uit onder de naam Arlo Parks. Een jaar later volgt haar debuut-ep Super Sad Generation.
Zingt over seksualiteit, verslaving en de geestelijke gezondheidsproblemen bij jongeren.
Onder meer Billie Eilish, Michelle Obama en Phoebe Bridgers zijn fan.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier