Amenra, nu ook in het Nederlands: ‘De bloemetjes en de bijtjes, dat is niet onze stiel’

'Ik heb alle teksten laten nalezen door auteur Peter Verhelst. Hij was vol lof over het archaïsche taalgebruik.' © Jeroen Mylle
Jonas Boel
Jonas Boel Jonas Boel is medewerker van Knack Focus

Vorig jaar coverden ze Zjef Vanuytsels De zotte morgen, nu heeft nationale metaltrots Amenra met De doorn een volledig album in het Nederlands opgenomen. Maar geen paniek: ‘De bloemetjes en de bijtjes, dat is niet onze stiel.’

Dat het Nederlandstalige lied de voorbije jaren aan krediet gewonnen heeft, dat wist u al. Dat de zwaremetalenarbeiders van Amenra, die vooral bekendstaan om hun ritualistische pletwalsen op het podium, een album in hun moerstaal zouden maken, dát hadden we niet zien aankomen.

‘De afgelopen twee, drie jaar glipten er gewoon steeds meer songs met Nederlandse teksten in ons repertoire’, legt frontman Colin van Eeckhout uit. ‘Onder meer via onze performances op GoneWest in Diksmuide, ter herdenking van de Eerste Wereldoorlog, en Amen and Beyond, een project omtrent verlies, afscheid en verdriet in de Vooruit. Ook op onze vorige plaat Mass VI (2017) stonden er tussen de nummers enkele fragmenten poëzie in het Nederlands. Deze keer hebben we die lijn helemaal doorgetrokken. Het voelde gewoon juist: het klopt in ons verhaal.’

Wat vonden ze daar bij jullie nieuwe platenfirma, het Amerikaanse metallabel Relapse Records, van?

Colin van Eeckhout: Daar schrokken ze zich net niet dood. (lacht) Er was toch even paniek, ja. Hoe gaan we dít verkocht krijgen, die teneur. Het lijkt ook een stom idee: we hebben getekend bij Relapse, een label dat samenwerkt met Sony, om een stapje hogerop te zetten, en net dan komen we aanzetten met een Nederlandstalige plaat. (grinnikt) Ach ja, anderzijds is het wel cool om tegen alle verwachtingen in te gaan.

Op vraag van fotograaf Willy Vanderperre coverden jullie al Het dorp en De zotte morgen, twee kleinkunstklassiekers van Zjef Vanuytsel. Is daar het zaadje voor De doorn geplant?

Van Eeckhout: Daar zijn in elk geval mijn oren voor kleinkunst opengegaan. Ik ben van de Tien om te zien-generatie, hè, waardoor ik net als vele anderen opgegroeid ben met een aversie voor muziek in onze eigen taal. En Vlaamse muziek uit de jaren zeventig stond al helemaal niet op mijn radar. Maar bij Zjef Vanuytsel dacht ik: fuck, hoe goed is dat?! En voor je het weet, moet je vaststellen dat Johan Verminnen en Willy Sommers in die periode best vette schijven hebben uitgebracht. Of dat de roots van De Kreuners evengoed in de punk en de ska liggen. Ik heb me dus verzoend met het Nederlands. Het zal de leeftijd zijn, zeker? (glimlacht)

Voor mensen beginnen te denken dat je met Amenra nu over anjers en rozen zingt: inhoudelijk is het nog altijd kommer en kwel, dood en verderf.

Van Eeckhout: Opnieuw hetzelfde gedoe, inderdaad. (lacht) We blijven bij onze donkere leest. Het zit nu eenmaal niet in ons DNA om het in onze muziek over de bloemetjes en de bijtjes te hebben. Dat is andermans stiel.

Waar en hoe schrijf jij je teksten? Ik zou zeggen: op een donker zolderkamertje bij pieterig kaarslicht.

Van Eeckhout: Dat zou tof zijn, hè. Ik zou kunnen antwoorden ‘in eenzame afzondering in een ver, verlaten klooster’. Maar de realiteit is gewoon aan de keukentafel, met een blocnote. Daarin verzamel ik allerlei losse zinnetjes, waarmee ik uiteindelijk gedichten heb gevormd.

Vind je deze teksten poëtischer dan je Engelse?

Van Eeckhout: Vast en zeker. Ze zijn gelaagder. Ik kon meer spelen met woorden en inventiever zijn met het rijmen. Ik ben best trots op de teksten. Soms dacht ik echt: ‘Yes, nailed it!’(lacht) Een voorbeeldje? ‘Jouw kroon mijn zoon / Een gouden gewei / Jouw toorn mijn zoon / de doorn in mijn zij.’ Daar was ik blij mee. Ik heb alle teksten laten nalezen door auteur Peter Verhelst, omdat ik zeker wilde weten dat ik er wel mee zou wegkomen. Hij was vol lof over het archaïsche taalgebruik. ‘Een plechtige taal’, zei hij. ‘Woorden worden bij manier van spreken eeuwenoud, alsof ze er altijd zijn geweest.’

Behalve de gesproken passages versta ik geen snars van wat je schreeuwt op De doorn. Maar in de zachtere momenten valt wel je gekuiste Nederlands op. Schoon Vlaams, zoals men zegt.

Van Eeckhout: Ik heb mijn best gedaan om mijn West-Vlaamse tongval zo goed mogelijk te camoufleren, dus bedankt. (lacht) Trouwens, het is al moeilijk genoeg om in het Nederlands te schrijven en te zingen. Mooi rijmen in het Kortrijks, dat is onbegonnen werk. Serieus: respect voor mannen als Wannes Cappelle en Flip Kowlier.

Intussen broed je op nog een andere Nederlandstalig project, samen met de Nederlandse troubadour Tonnie ‘Broeder’ Dieleman.

Van Eeckhout: En daar zing ik wél in het West-Vlaams, wat erg goed past bij Dielemans Zeeuwse dialect. De plaat is klaar, we hebben ze vorige maand opgenomen in een kerk in Middelburg, met een koor en een orgel erbij. We komen uit heel verschillende werelden, maar de mengeling van zijn banjofolk en Hollandse americana met de drones die ik solo op draailier maak, werkt wonderwel. En ondertussen zingen we pastorale teksten, oude poëzie en hymnes. Over het licht zien en al die shit. Het is beire, echt waar!

De doorn

Uit op 25/6 via Relapse Records.

Gebroeders Dieleman Van Eeckhout

Gaan live in première op Le Guess Who?, midden november in Utrecht. Alle info: leguesswho.com

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content