Eindelijk komen ‘De Kavijaks’ op tv! Vanaf 6/12 loopt de prestigieuze fictiereeks over het woeste Heistse vissersgeslacht op het digitale Telenetkanaal VTMkerst, en vanaf 15/12 zendt Nederland 1 ze uit. In de hoofdrollen: de Decleirs, meer bepaald vader Jan, dochter Sophie en zoon Jenne. Wij testten bij die laatste of perfectionisme een familietrekje is.

Vind je het vreselijk om in iets middelmatig te zijn?

Nee, maar ik hoef ook geen medailles voor de dingen die ik doe. Ik ga wel graag een uitdaging aan om er iets uit te kunnen leren, en om me plezierig door het leven te kunnen bewegen. Of er iets is waar ik altijd de beste heb willen zijn? (lacht) Daar heb ik nog nooit over nagedacht.

Moet alles tot in de puntjes geregeld zijn voor jou?

Ik heb het liefst dat alles op rolletjes loopt, ja. En eigenlijk ben ik wel een controlefreak, maar ondertussen heb ik geleerd om met de dingen mee te gaan zoals ze zich voordoen. Organiseren laat ik wel liever over aan mensen die daar goed in zijn. Toen ik mijn zaakjes zelf regelde, is het een keer bijna fout gelopen met een dubbele boeking.

Legden jouw ouders je strenge eisen op?

Mijn opvoeding was behoorlijk vrij, er waren geen strenge regels. Als ze toch vonden dat iets moest of niet kon, dan ondervonden we dat wel op de een of andere manier. Alleen als scholier hebben ze met mij de handen vol gehad. Ik was de slechtste student ooit. Alles hebben ze geprobeerd, van bijlessen tot zich kwaad maken – alleen ouderwetse straffen, zoals zonder eten naar bed vliegen, waren er niet bij. Uiteindelijk hebben ze me maar laten doen. Ik heb nooit mijn middelbaar afgemaakt, en ben aan Studio Herman Teirlinck gaan studeren als vrije student, wat toen nog kon. En zo heb ik toch mijn weg gevonden.

Laat je je wel eens gaan, door je in het openbaar kwaad te maken bijvoorbeeld?

Dat hangt ervan af. Liever niet natuurlijk, maar als ik niet de tijd kan nemen om de dingen even te laten bezinken en na te denken, dan bestaat het gevaar wel dat ik ontplof. Maar dan moet het toch al over iets ergs gaan. Als ik bijvoorbeeld naast een mooie rol grijp, kan ik me daar gemakkelijk bij neerleggen.

Zelfs als alles naar wens loopt, vind je wel iets om je zorgen over te maken. Juist?

Absoluut, altijd. Ik kan me bijvoorbeeld afvragen of ik nog genoeg plezier in het leven schep. Er is ook zoveel dat ik graag zou achterlaten – eigenlijk alle dingen die moeten. (lacht) Maar als ik dat dan doe, zit ik mij wéér de hele tijd zorgen te maken: ‘Verdomme, ik moet dit of dat nog doen.’ Heel vervelend.

Voel je je wel eens de mindere van andere mensen?

Niet echt, ik probeer wel altijd bescheiden deel uit te maken van een groep. Ik ben altijd heel blij als nieuwe mensen of collega’s mij met open armen ontvangen. Als acteur mag je telkens een nieuwe familie oprichten. Ik voel me dan soms als een kind in een snoepwinkel. Een tijd terug was ik in Ierland voor de opnames van de film Waiting for Dublin. De cast bestond er uit klasbakken die allemaal al gewerkt hadden met Stanley Kubrick of Anthony Hopkins. Daar kijk ik wel naar op, maar al vlug merk je dat die gasten heel menselijk zijn.

Volgens de computer ben je voor 52 procent perfectionistisch: je streeft het beste na, maar het wordt geen ongezonde obsessie. Klopt?

Ik besef wel dat het niet altijd mogelijk is om alles perfect te doen. Dat heb ik niet thuis geleerd, of slechts onrechtstreeks: doordat ik de vrijheid kreeg om te leren door vallen en opstaan. We hebben wel altijd veel gepraat, en zo krijg je al heel wat goeie raad mee. En nog steeds. Gelukkig maar, want goeie raad blijft altijd welkom. l

DOOR HANS VAN GOETHEM

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content