Extreem geweld is weer in. Volgende week wordt zelfs een remake van de ultieme abattoir-film The Texas Chainsaw Massacre op de wellustige massa losgelaten. kunstenaar Danny Devos, een man met een passie voor seriemoordenaars, WEET BETER DAN WIE OOK WAAROM HET MORBIDE ZO FASCINEREND IS. Door Jo Smets

‘THE TEXAS CHAINSAW MASSACRE’

vanaf 21/1 in de bioscoop

EXTRA OP WWW.FOCUSKNACK.BE

BOEMANNEN, BIJLMOORDENAARS EN BLOED DRINKENDE GEREANIMEERDE LIJKEN. VAN FRITZ LANG TOT M. NIGHT SHYAMALAN : ONZE TOP-25 VAN DE MEEST BLOEDSTOLLENDE ANGSTFILMS.

It’s all in the eye of the beholder’: wat voor de een wreed en afstotelijk is, passeert voor de ander even gemakkelijk als een tekenfilm van Walt Disney. Hoe we binnen die context moeten omgaan met het aanschouwen of vrij vertonen van extreem geweld is een hopeloze vraag. Censuur is in veel landen de meest voor de hand liggende keuze. Zeker in de VS worden geweldfilms zonder veel overleg uit de zalen geweerd. Het mooiste voorbeeld is Umberto Lenzi’s Cannibal Ferox: de voorloper van Ruggero Deodato’s Cannibal Holocaust werd in 1972 alleen al na de aankondiging als ’the most violent cannibal movie’in 24 Amerikaanse staten verboden. En dat voor een land dat zijn entertainment, geëxporteerd onder het vaandel van de strijd tussen goed en kwaad, het liefst ziet met een fikse portie blood and gore.

Kunstenaar Danny Devos aka DDV, een van de belangrijkste artiesten die Vlaanderen rijk is, biedt een ‘ander’ perspectief. Lang voor de westerse heisa rond serial killers werkte hij al aan een database van ‘daders van dodingen’ – een van zijn favorieten is de Wurger van de Linkeroever, met wie hij destijds een uitvoerige correspondentie opzette. De fascinatie is nooit meer weggeëbd. Als we hem in een Oostendse gelagzaal ontmoeten, klapt hij meteen een boek over de Amerikaanse farmer Ed Gein open, een ‘mama’s boy’ die lijken uit hun graven stal om thuis van hun huid lampenkapjes te maken. Boeken en films als Psycho, The Texas Chainsaw Massacre en ook The Silence of the Lambs integreerden elementen van Geins acties in hun opmaak van het kwade. ‘Er staat ook iets van mij in’, zegt Devos op zijn haast onzichtbare manier. Hij lijkt even te glimlachen en toont een foto van een werk waaronder de titel ‘Hauthandschuhe’staat: twee ogenschijnlijk uit mensenhuid vervaardigde, met grove steken genaaide handschoenen. Alsof hij ze had gemaakt voor Leatherface, de met een kettingzaag zwaaiende slachter uit The Texas Chainsaw Massacre, de klassieker van Tobe Hooper.

Waaraan heb jij die fascinatie voor het morbide te danken?

Danny Devos: Aan de moorden op JFK en op Lee Harvey Oswald, veronderstel ik. Ik was drie toen. Het waren niet zozeer de televisiebeelden die een onuitwisbare indruk op mij hebben nagelaten, maar wel de reactie van mijn grootmoeder, die naast het televisietoestel stond te wenen. Ik begreep er trouwens niet veel van. Waarom wou iemand die JFK, ‘de tofste mens ter wereld’, omverschieten’? En waarom wou iemand die bescheiden, zachtaardig ogende Oswald neerknallen? Dat vertaalde zich naar dé vraag die een inspiratie voor mijn werk werd: waarom wil iemand iets of iemand kapot maken dat een ander graag ziet of mooi vindt?

Ik ging op zoek naar de gelijkenissen in de tegenstelling tussen de ‘dader van doding’ die het meest anti-sociale – namelijk een ander van zijn leven beroven – tot zijn levensactie maakt, en een kunstenaar, die in plaats van iets te vernietigen iets creëert en daarvoor door de maatschappij binnen een bepaalde limiet positief bekrachtigd wordt. De wreedheid die daarbij komt kijken, is een kwestie van perceptie die mij eigenlijk niet interesseert. Ik maak mijn werk niet omdat ik wil dat mensen het wreed vinden. Net zoals een seriemoordenaar zich het perspectief van de maatschappij niet toe-eigent en dus sociopaat is: hij doodt doodgewoon – de eerste twee keer geeft het hem misschien nog wel een adrenalinekick, maar daarna doet hij het lang niet meer om zichzelf te bevredigen of omdat hij kickt op de afschuw van de anderen. Dat geldt voor een stuk ook voor mij: ik wil me in een performance of voor een werk niet ‘versnijden’ omdat ik denk dat de maatschappij het ‘wreed’ gaat vinden. Ik doe het gewoon omdat ik het moet doen.

Welke films waren voor jou grensverleggend?

Devos: Eerst even dit: mijn kennis over films met extreem geweld reikt lang niet zo ver als je zou denken. Als ik er al interesse voor heb, dan is die louter professioneel geïnspireerd. Het genre obsedeert me niet en ik ga er zeker niet voor langs naar de videotheek. Vroeger, in de jaren tachtig, zag je zulke films vreemd genoeg nog op tv, nu allang niet meer. Weet je dat ik The Texas Chainsaw Massacre niet eens heb gezien? Ik heb er de voorbije 30 jaar zoveel over gelezen, dat ik hem niet eens meer hoef te zien. Maar door mijn werk heb ik wel regelmatig contacten met mensen die een passie voor dat soort films koesteren, waaronder enkele regisseurs.

In Cold Blood uit de jaren zestig is wat mij betreft een mijlpaal en dan heb ik het zowel over het boek van Truman Capote als over de film van Richard Brooks. Zij probeerden voor het eerst zonder oordelen de psychologie van het doden weer te geven, van de moord op de Clutter-familie door Richard Eugene Hickock en Perry Edward Smith, tot de doodstraf door ophanging. 10 Rillington Place van Richard Fleischer uit 1971 is een andere true life account, en voor mij misschien wel de wreedste: de film toont een klein, miezerig kereltje dat er niet voor terugdeinst om een volstrekt onschuldige – de man van de vrouw, de vader van het kind die hij heeft gedood – aan de galg te praten. Die op ware feiten gebaseerde films overtreffen wat mij betreft alle fictie, van Salo tot Irréversible. De eerste is een systematische verkenning van de manier waarop je een aantal extreme lusten kunt bevredigen. De tweede maakte wel behoorlijk wat indruk, maar was achteraf bekeken toch niet meer dan een revenge movie. En wraak is nu niet echt een motief dat me boeit. Mij boeit veeleer het gebrek aan motief.

Een beangstigend gore vorm van ‘cinéma abattoir’ is de zogenaamde snuff movie. Moeten we het bestaan van dat soort films als een ‘urban legend’ catalogeren, of zijn ze er werkelijk?

Devos: Ik zie niet in waarom ze niet zouden bestaan. Of je daaruit mag concluderen dat er ook een clandestien netwerk bestaat dat zo’n films verdeelt, is een andere vraag. Trouwens, wat verstaan we onder de term snuff movies? Zijn de Zapruder-film en de beelden van de moord op Lee Harvey Oswald snuff movies? De executie van Ceaucescu? Een snuff movie is voor mij een heel specifiek gegeven: speciaal daarvoor ingehuurde en betaalde personen komen bijeen op een afgesproken plaats om een andere persoon te vermoorden; ze worden daarbij al dan niet met hun instemming of medeweten gefilmd, waarna de opname voor geld verkocht wordt aan personen die er een al of niet seksuele entertainmentwaarde in vinden.

Is de snuff movieeigenlijk wel het nec plus ultra van de wreedheid?

Devos: Vergeleken met sommige vrij verkrijgbare SM-films niet. Een film waarin iemand al of niet vermeend echt en zonder veel omhaal wordt gesnufft, vind ik personlijk minder wreed dan een aanslepende sadomasochistische scène die plots ophoudt zonder dat je weet hoe het ‘slachtoffer’ het er uiteindelijk vanaf heeft gebracht. En wat met de beelden van Saddam die we zo netjes voorgeschoteld kregen? Dat is voor mij een mooi equivalent van ‘moord’. De dood zelf is gewoon een andere stap in het spectrum van geweld. Zoals Von Clausewitz zo mooi verwoordde toen hij het over oorlog had: het is de voortzetting van de discussie, maar met andere middelen.

Heb jij reserves bij een beeldcultuur die op de vertoning van extreem geweld geen rem zet?

Devos: Ik zou er niets op tegen hebben mocht een of andere tv-bons plots beslissen om een kanaal op te starten met niets dan films met extreem geweld. Waarom niet? Er bestaan toch ook kanalen waar er voortdurend sport wordt getoond? Of het een succes zou worden, is een andere vraag. Ik denk dat de kijkers het snel beu zouden worden. Als ze het al niet zijn. Mezelf interesseert het niet om geweld te bekijken. Het doet me niets meer, want ik heb ondertussen zowat alles al gezien. De motieven om nu nog geweld te tonen lijken me trouwens vaak halfslachtig. Waarom heeft Knack onlangs in zijn fotospecial 2003 In Beeld zo’n expliciete foto’s gepubliceerd? Ik heb er geen flauw idee van. Er stond zelfs een foto in van een aan de lenden uiteengereten Iraakse soldaat waarvan je de anatomie niet eens meer kon reconstrueren!

Toegegeven: het overkomt me soms nog wel eens dat ik een fysieke, biologische afkeer voel opkomen bij het bekijken van bepaalde beelden, maar die walging is ook zo voorbij. Ze duurt niet langer dan de scène zelf. Ik kan de vraag eigenlijk alleen beantwoorden vanuit mijn beroep. Als ik een performance doe waar ik halfnaakt en omgekeerd aan een touw hang in een varkensstal en mezelf met een mes bewerk zodat er bloed vloeit, vinden sommige mensen dat shockerend. Ikzelf vind dat niet. Zo sta ik tegenover de verbeelding van geweld. Het shockeert me niet en ik laat het niet omdat het anderen wel shockeert. Er zijn andere dingen die mij veel meer shockeren en waar de meeste mensen zelfs niet zouden bij stilstaan.

Een van de redenen om geweldfilms te censureren is de veronderstelling dat ze een impact hebben op echte moorden. Wat vind jij daarvan?

Devos: Uiteraard brengen films real life killers op ideeën! Ze zouden stom zijn niet één of twee films te bekijken en te leren hoe ze hun acties moeten perfectioneren. Maar dat betekent niet dat dat soort films hen ook initieel op het idee brengen om te doden. Wat er niet in zit, zal er door een film ook niet uit komen. Het mooiste bewijs is dat het hoogtepunt van de seriemoorden in de VS in de jaren ’70 ligt, terwijl de grote explosie van films en documentaires over het fenomeen pas op het einde van de jaren ’80 kwam, en daarmee ook de hele discussie over geweld op het scherm. Het is duidelijk dat de opstoot in de jaren ’70 te maken had met de totale wijziging van de samenleving in de jaren ’60. De seriemoordenaars die in de jaren ’70 actief waren, groeiden op in een samenleving die de remmen op seks en geweld in het openbare leven liet schieten. Met elke bevrijding, hoe positief ook, wordt altijd iets bevrijd dat misschien beter onderdrukt was gebleven.

Door Jo Smets

Een snuff movie is minder wreed dan een extreme SM-film die plots eindigt zonder dat je weet hoe de slaaf in het spel het er uiteindelijk heeft AFgebracht.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content