Wolfsjong

Eerste zin Een dag of drie, vier, nadat ik mijn vader tussen zes planken in het graf van mijn moeder had zien zakken, ontmoette ik Oskar.

Negentien is de verteller van Kevin van Vliets debuut Wolfsjong wanneer zijn vader aan asbestose sterft en hij alleen achterblijft in een met schulden belast huis. Een beetje onbeholpen legt hij de witte en de blauwe enveloppen op aparte stapels en geeft hij zich over aan Oskar, de dorpsgek bij wie hij aandacht en affectie vindt. Oskar beweert van Duitse adellijke afkomst te zijn, maar woont in een vervallen boerderij aan de rand van het dorp, samen met herdershond Blondi en waakgans Jeanine. Stromend water of elektriciteit heeft hij al lang niet meer. Tussen de hopen afval in zijn krot leeft hij op hondenvoer en liters wijn. ‘Hier kun je van de vloer eten’, lacht hij tegen de verteller wanneer die de eerste keer bij hem over de vloer komt. ‘Er ligt genoeg.’ Voor de jongeman gaat er een nieuwe wereld open, ook al duurt die maar een paar weken. Wolfsjong is een novelle over vaders, zonen en geliefden en hoe die soms in elkaar overgaan, over ons verlangen naar grote gevoelens en romantiek ook, en de gevaren ervan, want die herder heet natuurlijk niet zomaar Blondi.

Wolfsjong ****

Kevin van Vliet, Prometheus, 95 blz., ? 15,00.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content