WINOK SERESIA TOEVALLIGE ONTDEKKINGEN

‘Ik ben verslaafd aan het gevoel dat je krijgt als je een ontdekking doet waar je eigenlijk niet naar zocht. Mijn huis ligt bijgevolg vol ‘gevonden voorwerpen’. Al een geluk dat ik sinds een jaar alleen woon, ik heb een lat-relatie met mijn Duits lief. Niemand stoort zich aan mijn verzamelzucht. Heel wat van mijn vrienden hebben dezelfde afwijking. Op rommelmarkten kom ik vaak half musicerend Antwerpen tegen. Peter Vermeersch componeert zelfs volgens het principe van de serendipiteit, hij laat zich gráág leiden door het toeval.’

‘Kijk naar hoe Kapitein Winokio is ontstaan. Ik liep al lang rond met het idee om iets rond kinderliedjes te doen, maar het kwam er nooit van. Uit mijn drang om te organiseren had ik het platenlabel Haiku uit de grond gestampt. Enkele jaren geleden verzoop ik daardoor in het werk. Ik stond voor de keuze: ofwel doekte ik Haiku op ofwel haalde ik er iemand bij. Net op dat moment leerde ik Chantal Boes van de groep Traktor kennen. Bleek dat zij met plezier Haiku wou helpen runnen. Plots leek dat kinderproject weer haalbare kaart. Alleen had ik dat nooit in goede banen kunnen leiden. Dankzij die ontmoeting was Kapitein Winokio geboren.’

‘Noem mij gerust de Moeder Teresa van de instrumenten. Als ik er ergens eentje zie staan dat me aanspreekt, en het is betaalbaar, dan adopteer ik het. Intussen heb ik zo’n 50 stuks: van kazoo, tamboerijn en duimpiano over accordeon, dwarsfluit en Petrov-piano tot klarinet, tuba en trompetten. Ik heb niet de pretentie om te stellen dat ik ze allemaal kan bespelen, daarvoor neem ik het te weinig au sérieux. Dat weerhoudt me er echter niet van op de nieuwe cd van Kapitein Winokio hier en daar een beetje klarinet te spelen. Vaak volstaan enkele noten om de sfeer van een nummer te bepalen. Als je daar als autodidact in slaagt, is de voldoening des te groter.’

‘Het begon met een zigeunertrompet. Ik was op dat moment het opstellen, afbreken en sleuren waartoe ik als drummer gedoemd was kotsbeu. Terwijl: zo’n trompet haal je gewoon uit zijn kist, en je bent er klaar voor. Nadien kocht ik, voor 500 euro, een Schilke. Het neusje van de zalm. Ik heb menige professionele trompettist al doen watertanden. Mocht ik hem morgen van de hand doen, ik heb meteen drie kandidaat-kopers.’

‘Wat me fascineert, is het verhaal dat achter elk van die instrumenten schuilt. Omdat ze tweedehands zijn, hebben ze allemaal al een hele weg afgelegd. Neem mijn Neumann, het micro-equivalent van de Rolls-Royce. Naar verluidt hebben daar Eddy Wally, Herman Verbruggen alias Markske uit FC De Kampioenen én de meisjes van K3 nog door gezongen. Dat vernam ik van de vorige eigenaar, een rijke Nederlander uit Hulst die de micro van een studio in Eeklo had overgenomen. De marktwaarde van zo’n Neumann is 2500 euro. Die Nederlandse hobbyist-muzikant had hem voor 1500 euro op het internet te koop gezet. Zijn vrouw had thuis een kindertuin, het was duidelijk dat zij vond dat alle rommel weg moest. Toen ik om een test vroeg, begon die man, met het nodige vochtverlies, in de microfoon te roepen. Het ding begon te haperen. Pas achteraf leerde ik dat dit normaal was: komt er spuug in, dan weigert zo’n Neumann even dienst. Met als argument dat die micro toch niet naar behoren werkte, heb ik tot 700 euro kunnen afdingen.’

‘De laatste tijd is het accent wat verschoven van instrumenten naar boeken. Opnieuw is er geen lijn in te trekken: zowel kinderboeken en werken over antropologie met véél prentjes als biografieën en klassiekers interesseren me. Op het toilet ligt zelfs een Japans woordenboek. Momenteel kan ik geen vergeelde landkaart laten liggen, met die mappen hoop ik ooit een muur te behangen. Om mijn nieuwe bureau in te richten, koop ik ook alle kadertjes met afbeeldingen van boten die ik op mijn pad tegenkom.’

‘Als we een kringloopwinkel passeren, hoef ik maar een blik te wisselen met Chantal en ze weet genoeg. Ik moét er binnenstappen, vooral als ik last heb van stress. Het is iets dwangmatigs. Zoals mensen vroeger tussen de bedrijven door een kapel binnenwipten om een kaarsje te branden, zo kom ik tussen al die oude spullen tot rust.’

‘Noem mij gerust de Moeder Teresa van de instrumenten. Ik heb er al zo’n 50 geadopteerd.’

Winok Seresia is baas van het platenlabel Haiku en bezieler/drummer van vele groepen, waaronder Wawadadakwa en The Belgian Afrobeat Association. Als Kapitein Winokio brengt hij op 16/9 zijn derde cd met kinderliedjes uit: Kapitein Winokio Is Beestig.

Opgetekend door Peter Van Dyck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content