In De onafscheidelijken maken we kennis met de gebroeders Pontecorvo. De ene is de vleesgeworden viriliteit, de andere wil dolgraag, maar kan niet altijd. Een beetje zoals Alessandro Piperno’s roman zelf.

Alessandro Piperno won vorig jaar voor De onafscheidelijken de Premio Strega, Italiës belangrijkste literaire onderscheiding. ‘Terecht’, jubelt Piperno’s Nederlandse uitgever, want ‘De onafscheidelijken is een grootse roman’, en ook: ‘meesterlijk’. De onafscheidelijken is zeker geen slechte roman, maar ‘meesterlijk’ is een tikkeltje overdreven. Er zit zeker vaart en zwier in het boek, maar er zit ook ietwat pedante koketterie in die bij ondergetekende onaangename herinneringen oproept aan een leeservaring uit een ver verleden: de als roman vermomde draak Fanfan van Alexandre Jardin.

De onafscheidelijken gaat verder waar Piperno’s vorige roman Vervolging (2011), over de van kindermisbruik beschuldigde oncoloog Leo Pontecorvo, eindigde. Hoofdpersonen zijn Leo’s twee zonen. De oudste, Filippo, is een extraverte, viriele, 39-jarige kerel die ondanks zijn doktersdiploma een leeg bestaan leidt. Hij beschouwt het als zijn belangrijkste verdienste dat hij de veel jongere, waanzinnig rijke, leeghoofdige en anorectische actrice Anna tot een huwelijk heeft kunnen verleiden. Vol heimwee denkt hij terug aan zijn tijd als tweede luitenant in het leger. Aan die glorieuze periode in zijn bestaan heeft hij een grote collectie camouflagebroeken overgehouden die nu zijn handelsmerk geworden zijn. Hij vult zijn dagen met koken, eten en tekenen. Filippo is een zeer begenadigd tekenaar en als Anna’s agent zijn tekeningen onder ogen krijgt, probeert die hem ervan te overtuigen zijn talent te verzilveren door middel van een tekenfilm. De film wordt een succes, haalt zelfs het festival van Cannes en Filippo lijkt op weg om een beroemd regisseur te worden. Die status bevalt hem steeds beter, tot hij bedreigd wordt door moslimfundamentalisten die zich door zijn film beledigd voelen.

Filippo’s jongere broer Samuel is een succesvolle bankier. Hij heeft maar één ‘klein’ probleem: hij is impotent. Zijn vriendin Silvia doet al jaren vergeefse pogingen om Samuels kleine vriend weer tot leven te wekken. Dankzij Piperno weten we nu dat impotente mannen best supergeile heerschappen kunnen zijn. Maar ze hebben de pech dat er ‘iets catastrofaal vastloopt’, telkens ‘wanneer uiteindelijk het moment aanbreekt om hun duizelingwekkende erecties en oorverdovende seksuele ontladingen in dienst te stellen van de natuur’. Ook al verschillen de Pontecorvo’s sterk van elkaar, ze zijn onafscheidelijk. De gebeurtenissen rond hun van misbruik beschuldigde vader twintig jaar eerder hebben die band alleen maar verstevigd.

Laat er geen twijfel over bestaan: Piperno is een getalenteerd schrijver en De onafscheidelijken is vaak zeer fijne lectuur. Maar af en toe loert ergernis om de hoek, soms grote ergernis over de karikaturale voorstelling van de personages en soms iets minder grote over het geforceerde, Alexandre Jardinachtige, betweterige toontje van de verteller, die net niet ‘grote grutjes’ uitroept, maar toch heil ziet in stripverhaalzinnetjes als ‘Grote god, wat stom van hem om dat niet te voorzien.’

DE ONAFSCHEIDELIJKEN ***

Alessandro Piperno, Atlas Contact (originele titel: Inseparabili), 411 blz., ? 24,95.

JAN STEVENS

SLEUTELZIN Je hoeft alleen maar regelmatig naar jezelf te kijken om te beseffen dat, als anderen op jou lijken, nou ja, dat je die anderen beter niet kunt vertrouwen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content