‘De groep waarvoor God de festivals schiep’: die eretitel moet je verdienen, elke zomer opnieuw. Arsenal mag binnenkort voor de derde opeenvolgende keer naar het grote tuinfeest van Herman Schueremans, en speelt een week later op TW Classic, met onder meer Simple Minds en Roxy Music. ‘Soms willen we iedereen knuffelen.’

Na hun eerste triomftocht op Rock Werchter kon hun debuutplaat Oyebo Soul niet snel genoeg bijgeperst worden, maar ook bij hun tweede passage lieten John Roan en Hendrik Willemyns een verpletterende indruk na. ‘Zinnenprikkelender dan Pamela Anderson in een minuscuul slipje’, schreven onze krantencollega’s achteraf, en ook: ‘Het beste concert van een druk weekend Rock Werchter’. (‘Zélf hadden we de indruk dat we geen al te best concert hadden gegeven’, klinkt het een jaar later bij Arsenal. ‘Maar al bij al konden we wel leven met die commentaren.’)

John Roan en Hendrik Willemyns waren al vroeg overtuigde festivalgangers, zo blijkt al na een paar opwarmingsvragen. De eerste zag Echo & The Bunnymen op z’n dertiende backstage voetballen tegen The Housemartins (‘Ik zat te supporteren naast Chrissie Hynde’) en de tweede groeide op tegenover de artiesteningang van wat lang geleden Rock Torhout was. (‘Ik moet een jaar of negen geweest zijn toen boer Achilles me voor het eerst onder zijn draad liet kruipen.’)

Hendrik Willemyns: Ik herinner me nog dat de muzikanten van Lou Reed m’n zus probeerden te versieren, en dat Simple Minds met hun limousine onze brievenbus omverreden. Maar dat soort schade werd altijd onmiddellijk vergoed – ook als er sparren uitgetrokken werden en zo, de organisatie maakte daar echt een erezaak van.

Wat doet een mens de avond voor hij op Rock Werchter moet optreden?

Willemyns: De setlist opstellen. Gaan slapen. Weer opstaan om de setlist opnieuw op te stellen. Weer gaan slapen. Nog een keer opstaan en de setlist nog een keer opnieuw opstellen. Nog een keer gaan slapen. En dan ten einde raad beginnen drinken tot vier uur ’s ochtends. (lacht)

De dag zelf?

Willemyns: Soundchecken. Verschrikkelijk zenuwachtig worden. Spelen. Interviews geven. En dan de roes op alle mogelijke manieren proberen te rekken, zeg maar: weer beginnen drinken.

En de morning after?

Willemyns: Opstaan met een kater. Koffie drinken. De kranten lezen. Naar de bakker gaan. Televisie kijken. De gewone dingen des levens. Je kan het moeilijk nog een keer op een drinken zetten, hé?

John Roan: Ik heb na zo’n festivaloptreden altijd zin om iedereen te knuffelen. Al die mensen die naar je komen kijken – dat doét iets met een mens, echt.

Koudweg gefuckt

Deze editie staan er alweer acht Belgische groepen op de affiche van Rock Werchter. Enig idee waarom muzikanten van eigen bodem het de laatste jaren zo goed doen?

Willemyns: Een soort nationalistische reflex, misschien? Ik weet het niet, hoor, maar je ziet dat toch een beetje overal in Europa. Nederlandse, Franse en Duitse muzikanten doen het ook heel goed in eigen land. Qua optredens, maar ook qua airplay en zelfs qua platenverkoop. Blijkbaar krijgen mensen het nog altijd moeilijk over hun hart om ‘eigen’ muzikanten te downloaden. Ze hebben er interviews mee gelezen, ze hebben ze in hun buurt zien spelen, ze weten dat ze er hard voor moeten werken… Zoiets schept een band, zeker?

Het heeft niks met kwaliteit te maken?

Willemyns: Ook, in sommige gevallen, maar volgens mij speelt toch vooral het chauvinisme. Allez, waarom denk je dat Belgische groepen het vaak zo moeilijk hebben in het buitenland? Niét omdat ze daar plots minder goed zijn, hé. Nee, ze hebben er geen ’thuisvoordeel’, en de concurrentie is er veel groter. Hetzelfde met Nederlandse, Franse of Duitse muzikanten. Die breken hier ook niet door.

Eigen Muziek Eerst.

Willemyns: Voilà. Vandaar dat Belgische groepen ook Franstalige nummers schrijven, of covers van Franse chansons op hun platen zetten. Eigenlijk zeggen ze daarmee aan de Fransen: ‘Wij zijn wel Belgen, maar toch zijn we ook een beetje van jullie.’ En daar is niks mis mee, hé. Integendeel. Je moét je ‘markt’ als Belgische groep zo groot mogelijk maken, anders zit je veel te snel aan je plafond. Maar het blijft wel ontzettend moeilijk.

Jullie debuut ‘Oyebo Soul’ werd verkocht van de Verenigde Staten tot Japan, opvolger ‘Outsides’ kwam alleen uit in de Benelux. Zijn de internationale ambities opgeborgen?

Willemyns:Outsides komt in oktober nog uit in Frankrijk en Engeland, dus nee. Maar je hebt wel een punt, het gaat inderdaad moeizamer dan de vorige keer. Oyebo Soul was ook een totaal andere plaat dan Outsides, hé. Ze zat veel meer in de dance-niche, en daarin ga je bijna vanzelf internationaal. Er worden vinyls geperst, dj’s draaien je op feestjes, je wordt gevraagd voor compilaties… Voor je het weet, hoort iemand één van je songs in een land waar je de hoofdstad niet eens van kent. (lacht)

Roan:Outsides was veel meer mainstream dan Oyebo Soul, en dan weet je dat de concurrentie duizend keer groter is. Je moet er al op een héél bijzondere manier tussenuit steken om internationaal opgepikt te worden.

Willemyns: Of je moet een radiohit schrijven, en daar ontbrak het op Outsides misschien een beetje aan. We staan nog altijd vierkant achter die plaat, maar er stond geen Mr. Doorman op, en geen A Volta.

‘A Volta’ werd intussen gebruikt voor ‘Six Feet Under’, een van de mooiste televisieseries aller tijden. Trots, mag ik aannemen?

Willemyns: Ja, maar helaas ook kwaad. Niemand had ons iets gezegd, we zijn dat heel toevallig te weten gekomen door een berichtje van Aaron Perrinho (ex-zanger van The Sheila Divine, een van de gaststemmen op ‘Outsides’; nvdr). ‘ Wow, you’re in Six Feet Under. Congratulations, guys! That’s huge!‘ Wat bleek? We waren koudweg gefuckt door onze Amerikaanse platenfirma, die niet eens de rechten op onze nummers had. Ze staken de royalty’s gewoon in eigen zak, we liggen daarover nog altijd in proces.

Gaat het om veel geld?

Willemyns: Toch wel, ja. Genoeg voor een auto, en nog geen kleine ook.

Roan: Een schone monovolume. Mét opties. (lacht)

Willemyns: Maar het gaat vooral om het principe, natuurlijk. A la limite hadden we A Volta gratis en voor niks aan Six Feet Under willen geven. Zo’n serie opent enorm veel deuren, zeker voor een klein groepje uit België. Maar als er dan toch betaald wordt, moet niemand anders met de centen gaan lopen, hé. (Zucht) Muzikanten zeggen soms: ‘Grote platenmaatschappijen zuigen je uit waar je bij staat.’ Maar kleine en onafhankelijke labels zijn vaak geen haar beter. Met de crisis in de platenindustrie is het voor iedereen vechten om te overleven. En blijkbaar zijn alle middelen dan geoorloofd.

An Pierlé zei me ooit: ‘Voor Belgische groepen is de wereld gewoon geen optie.’

Willemyns: In elk geval een moeilijke optie. De gruwelverhalen van Belgen in het buitenland – je houdt het gewoon niet voor mogelijk. Onlangs nog gehoord: Groep X wordt voor een aalmoes geboekt voor een van de grootste festivals in Groot-Brittannië. De zanger verliest tijdens het optreden zijn artiestenpas, en de organisatoren zeggen nadien doodleuk: ‘Dat is dan 650 pond (zo’n 1000 euro; nvdr), anders mag je hier niet zijn.’ Die gasten zijn gewoon op hun tourbus gestapt en naar België teruggekeerd.

Roan: Ik weet van groepen die in Groot-Brittannië voor uitverkochte clubs speelden, en daar dan – letterlijk – twaalf pintjes voor kregen. Belgen moeten blijkbaar dankbaar zijn dat ze daar al geboekt worden.

Doden & zwaargewonden

Jullie begonnen een paar maanden geleden aan de opvolger van ‘Outsides’. Al goed opgeschoten?

Willemyns: Eerlijk? Totaal niet. Het is een enorm zware bevalling aan het worden. In april zijn we twee weken op afzondering gegaan naar Noorwegen, om nieuwe nummers te schrijven. De omstandigheden waren ideaal – huisje in de bergen, zicht op zee – maar het ging echt van geen kanten. Op een gegeven moment zaten we allebei de dagen af te tellen, zo erg was het.

Wat was dan precies het probleem?

Willemyns: Het Syndroom van de Moeilijke Derde, zeker? Je begint over van alles en nog wat na te denken, en da’s echt dodelijk als je muziek wil maken. ‘Dit had ook op Outsides kunnen staan.’ ‘Dit is te veel Oyebo Soul.’ ‘Hier zit iets in, maar dat gaan we nooit live kunnen spelen.’ ‘Dit zal niet werken op een festivalwei.’ En zo rij je jezelf helemaal vast, natuurlijk. We zijn zelfs niet met het begin van een nieuwe plaat naar huis gekomen, verschrikkelijk frustrerend.

Roan: Na een paar dagen sukkelen ben je zo gestrest dat er werkelijk niks meer gaat, hé. Zelfs in ons studiodagboek schrijven werd op de duur een opgave. ‘Donderdag. Temperatuur min zeven. Hendrik: ciabatta met kaas. John: visburger met frietjes.’ Dat zegt genoeg, nee?

Na ‘Outsides’ zeiden jullie: ‘We hebben boel gemaakt, niet te geloven. Soms spraken we zelfs niet meer met elkaar. Maar uit die spanning zijn wel een pak nummers ontstaan.’

Willemyns: Ja, maar spanning kan ook contraproductief werken, hé. Denk maar aan Some Kind Of Monster. (De roemruchte documentaire over de opnames van het jongste Metallica-album; nvdr) Ik zat daar vorige week naar te kijken op tv, en ik werd er echt slecht van. Zo herkenbaar, en tegelijk zo tragisch.

Echt? Ik heb zelden zo gelachen.

Willemyns: Iederéén, blijkbaar, maar ik had echt met hen te doen. Je zal maar zolang samen in een groep zitten, en dan zulke ruzies krijgen, hé. Dat moet minstens even pijnlijk zijn als een zware relatiecrisis, en we weten allemaal hoe hard dat is. Ik hoop in elk geval dat het nooit zover komt tussen John en mij.

Zover dat je er een psychiater moet bijhalen die je 40.000 dollar per dag moet betalen?

Willemyns: Zover dat we elkaar zouden beginnen haten, of erger. Als je een tijdje samen muziek hebt gemaakt, begin je te begrijpen waarom groepen splitten, geloof me. Dan denk je niet meer: ‘Hoe konden The Smiths en The Stone Roses in godsnaam ooit zo stom zijn?’ Dan denk je alleen nog: ‘Hoe hebben The Smiths en The Stone Roses het in godsnaam zo lang samen volgehouden zonder dat er doden zijn gevallen?’ Soms zijn de kwade dagen bijzonder kwaad, hé. En soms lijken problemen echt compleet onoverkomelijk. Opnieuw, zoals bij koppels, zeker? Maar toch zijn er ook die lang en gelukkig samen… Shit zeg, ik moet mijn vergelijkingen beter kiezen. Ik zie de kop al staan: ‘Wij zijn elkanders lief.’ (lacht)

Ik dacht eerder aan: ‘Haalt Arsenal Rock Werchter’?

Willemyns: O, klonk ik zo negatief? Voor alle duidelijkheid: er is méér dan een lastige derde plaat nodig om ons uit elkaar te krijgen, hoor. Véél meer. Nee: ik zie John nog altijd doodgraag.

Roan: En ik Hendrik ook.

Houden zo, heren. En tot heel binnenkort.

Door Wouter Van Driessche l FOTO’S CHARLIE DE KEERSMAECKER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content