Persoonlijk is regisseur Pete Docter verantwoordelijk voor de combinatie van surreële gekteen gestileerd sentiment in ‘Monsters, Inc.’ en het originele verhaal van ‘WALL-E’.Een van Pixars sterkhouders over het geheim van hun monstersucces.

John Lasseter vertelde dat Pixar enkel ideeën ontwikkelt die vanuit de studio zelf komen. Een bewuste strategie?

Docter: We hebben verschillende boeken bekeken omeventueel te verfilmen, maar vonden daarin geen enkelidee dat onder onze huid bleef kleven. En dat is de enigeregel bij Pixar: je moet het als regisseur écht willen enwe blijven nu eenmaal een regisseursgedreven studio.

Wat opvalt is dat jullie tot hier toe maar vier regisseurs hadden: John Lasseter, Brad Bird, Andrew Stanton enjezelf. Staan jullie wel open voor input van buitenaf?

Pete Docter: Niet erg. (Lacht) We gaan niet zomaar een outsider tot regisseur promoveren. Het is zoals Duke Ellington ooit zei: het is moeilijker om sterren te maken dan om ze te vinden. Het kost veel geld en het is riskant. Zelfs Brad Bird, die van een andere studio kwam, heeft een tijdje nodig gehad om zich aan Pixar aan te passen. Animatie is een gek wereldje. Er is zoveel kennis voor nodig dat je onmogelijk zomaar iemand van de straat kunt plukken.

Vergroei je met een film als je er vijf jaar aan werkt?

Docter: Zeker, hoewel ik je niet precies kan zeggen op welke manier. Zowel het productieproces als het verhaal wordt een deel van wie je bent. Zo wordt het voor een stuk autobiografisch. Wat er typisch is aan mijn films zou je beter aan anderen vragen. Ik vind dat Brad Bird typische Brad Birdfilms maakt en ik zie de persoonlijkheid van John Lasseter gereflecteerd in Toy Story en Cars. Hetzelfde geldt voor de films van Andrew Stanton. Maar waaraan je een Docter herkent? Geen idee.

Ergens aan ontsnappen – toch een leid-motief in zowel ‘Monsters, Inc.’ als ‘Up’?

Docter: Ik ben geen extraverte persoon en blijf liever in mijn eentje aan mijn teken-tafel zitten. Vandaar allicht dat het idee om uit jezelf te breken en met anderen een emotionele klik te maken me zo aanspreekt. Het is wat Carl leert tijdens zijn avontuur en wat hem behoedt van de waanzin.

Klopt het dat Pixar de productie gaat opdrijven?En zal dat niet ten koste gaan van de kwaliteit?

Docter: Tot hier toe maakten we één film per jaar en dat gaan we opdrijven naar anderhalve. Tuurlijk zal dat wel eens chaotische taferelen opleveren, maar daar zijn we net goed in. Ik kan me niet herinneren dat er ooit één vergadering is geweest waarin we een plan op tafel legden en iedereen zei: ‘ Perfect. Let’s do this. ‘ Meestal gaat het van: ‘Are you kidding?’ En dan beginnen we al doende te improviseren. (Lacht)

John Lasseter verkoopt Pixar nochtans graag als devoorbeeldstudio waarin creativiteit het hoogste woord voert en iedereen op gelijke voet staat. Er zal toch ookwel eens hommeles zijn?

Docter: We zijn verwende computernerds. De gebouwen zijn prachtig, we krijgen een scooter én er is een pizza-oven. Geweldig dus, maar tegelijk is het ook hard labeur. Vijf jaar lang zat ik er van negen uur’s morgens tot zeven uur ’s avonds en soms ook’s nachts. Er heerst een speelse sfeer en veel van onze beste ideeën zijn tijdens de lunchpauze ontstaan, maar ik zou liegen als ik zeg dat er nooit conflicten zijn. Alleen gaan die bij ons enkel en alleen om het werk. Ik heb John Lasseter en Andrew Stanton verschillende keren tegen elkaar zien uitvliegen, maar tijdens de lunch zaten ze alweer te grappen en te grollen. Er is bij ons ook geen bedrijfspolitiek. Niemand zit om elkaars postje te hengelen.Alleen het werk telt.

(D.M.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content