Acht jaar nadat Jaga Jazzist zonder enige ambitie in een tuin repeteerde, is de experimentele groep een commerciële topact in thuisland Noorwegen. Nu nog de rest van Europa. door Peter Van Dyck

a livingroom hush is opnieuw uitgebracht bij Ninja Tune

the stix verschijnt in maart/april 2003.

Nordic Scene tot 7/12, met onder andere op de slotavond Palace of Pleasure, Bjorn Torske en Sternklang in de Hallen van Schaarbeek. Tickets en info: 02-218 21 07 of www.halles.be

Van de stroom boeiende groepen die ons vanuit Noorwegen overspoelt, is Jaga Jazzist wellicht de meest opmerkelijke. Het tienkoppig collectief brengt een contrastrijke crossover van postrock, drum ‘n’ bass, jazz en Erik Satie. Wanneer ik Lars Wabo (trombone) en Andreas Mjos (vibrafoon, marimba, percussie, keyboards) in Brugge ontmoet, valt meteen op hoe gemoedelijk de bende is. Ze zien er sjofel en rock-‘n-roll uit. Dit zijn duidelijk geen bloedernstige, intellectuele jazzfreaks.

Jason Swinscoe van The Cinematic Orchestra verwijst naar de uiteenlopende achtergronden van de le- den om het unieke geluid van zijn groep te verklaren. Herken je je in die uitleg?

Andreas Mjos: Jazeker. We spelen nog altijd in diverse groepen. Ikzelf ben vooral met klassieke muziek bezig. Sommige leden kicken op rockmuziek, anderen zijn eerder jazzgeoriënteerd.

Lars Wabo: Nog anderen maken hardcore elektronica. Het is logisch dat al die elementen in het geluid van Jaga Jazzist terug te vinden zijn.

Hoe hebben jullie elkaar gevonden?

Wabo: We kennen elkaar al lang. We zaten samen op school in Oslo. Acht jaar geleden besloten we een big band op te richten met al onze vrienden.

Hoe verliep de eerste repetitie?

Wabo: Die vond in iemands tuin plaats. We speelden en aten cake. Het was best gezellig. We hadden geen enkele ambitie op dat moment. De groep is heel geleidelijk aan gegroeid.

Mjos: Ik kan me herinneren dat het toch vrij snel goed klonk. Wat niet wegneemt dat we constant aan onze muziek bleven sleutelen.

Wabo: Ons eerste concert was al meteen heel onderhoudend.

Mjos: Toen werkten we wel nog niet met elektronica. Dat is er pas de laatste jaren bij gekomen. We zijn er evenwel in geslaagd van meet af aan het publiek te verbazen.

Wabo: Uit de reacties op dat eerste optreden bleek dat we wél een pak psychedelischer overkwamen dan we zelf beseften.

Het is niet simpel om stijlen door elkaar te mixen. Heel wat fusion gaat de mist in. Wat is jullie geheim?

Mjos: Ik denk dat we veeleer de attitude van rockmuzikanten dan die van jazzmusici hebben. We concentreren ons niet op de techniek, we zijn niet uit op artistieke zelfbevrediging. Ik bespeel de vibrafoon bijvoorbeeld met slechts één hand. Ik zou het met twee handen kunnen doen en de akkoorden kunnen opstapelen, in de hoop indruk te maken, maar dat interesseert me niet.

Wabo: We zijn ook geneigd de nummers helemaal uit te kleden. We willen de songs zo simpel mogelijk houden. Als je tien man hun zin laat doen, eindig je voor je het weet in complete chaos. Je moet jezelf inhouden en enkel het noodzakelijke spelen.

Een democratie met tien mensen, is dat eenvoudig?

Mjos: Het werkt héél goed. Toch zeker als ik het vergelijk met andere groepen bij wie ik speel. Bij Jaga Jazzist loopt alles wonderwel vlot. Dat komt door het familiegevoel, denk ik.

Wabo: Er wordt véél gediscussieerd, maar dat is ook nodig om tot de juiste beslis- singen te kunnen komen. Als je ergens naartoe wilt, moet je conflicten kunnen oplossen.

Mjos: Voor ons is de weg van het songschrijven tot de studio-opnames enorm lang. Ieder heeft zijn zeg.

Heeft het experimenteren met elektronica een groot verschil gemaakt?

Mjos: Ja, het is een nieuw instrument. Op plaat gebruiken we die elektronica overigens niet enkel voor de ritmes, maar ook om alle klanken te vervormen. Op A Livingroom Hush zijn we daarmee gestart, en op het volgende album gaan we daarin nog een stapje verder.

Er kwam de voorbije jaren aardig wat opwindende elektronische muziek uit Noorwegen. Ik denk aan Biosphere, Röyksopp en Kim Hiorthoy.

Mjos: Dat werkt stimulerend. We bestuiven elkaar en stuwen elkaar voort. We kunnen ook meer tijd en geld in onze muziek investeren dan andere landen. Noorwegen is rijk. We hebben prachtige concertzalen.

Wabo: Er lééft echt iets in ons land. Groepen openen deuren voor elkaar. Eigenlijk zijn er ongelooflijk veel mensen in Oslo in dezelfde spirit actief met muziek bezig.

In België moeten muzikanten hard knokken om er te komen. Geld maakt je lui, beweren ze hier.

Wabo: Zó comfortabel staan we er nu ook weer niet voor. Wij zijn ook al acht jaar aan het zwoegen. Het is pas met A Livingroom Hush dat het voor ons wat begint te lopen.

Mjos: We verdienen niet het grote geld. Alleen hebben we in Noorwegen de mogelijkheid om in goeie omstandigheden te werken. Onze buitenlandse tournees leveren ons financieel niets op.

Jullie getuigen van een open muzikale geest. Luister je echt naar álles?

Wabo: Ik ben heel kritisch. Ik hou bijvoorbeeld niet echt van de meeste fusion.

Mjos: Ik heb Belgische vrienden die werkelijk wild zijn van alle elektronische jazz. Ik heb daar toch een iets genuanceerdere visie op.

Verras me eens. Noem me platen die in je kast zitten die ik niet meteen zou verwachten.

Mjos: Ik heb heel wat klassieke platen. In mijn platenkast kan je ook het oude werk van Bruce Springsteen vinden.

Heel wat ‘nu jazz’ en lounge, is zacht en stoort nooit. Wat niet van Jaga Jazzist gezegd kan worden.

Mjos: We willen geen platen maken die je als achtergrondmuziek in een café kan opzetten. We willen intrigerende muziek maken. Het mag best ambigu zijn, met tegenstrijdigheden die tegelijkertijd op je af komen. Op A Livingroom Hush hielden we alles nog onder controle, maar op de nieuwe cd The Stix gaat geen enkele song één welbepaalde richting uit en staan zelfs écht lelijke geluiden.

Wabo: Hij is behoorlijk experimenteel.

Ninja Tune heeft jullie nu getekend. Jullie zitten daar in het goede gezelschap van The Cinematic Orchestra en Amon Tobin.

Wabo: Dit is voor ons een unieke kans om wat bekender te worden en nog meer met onze muziek op reis te gaan. Het is een hele eer om op dat label te zitten.

Ik ken jazzfanaten die teleurgesteld zijn omdat er in de hedendaagse jazz niet zoveel vernieuwing is als in de jaren zestig. Ik zeg hen altijd dat de hoop in de elektronica ligt.

Wabo: Ik denk dat je in de elektronische muziek nu een even avontuurlijke geest aantreft als bij de jazzscène in de jaren zestig. Het zijn muzikanten die alles willen uitproberen en constant willen blijven evolueren. Bij de jazzmusici in Noorwegen bemerk ik toch nog altijd de wil om grenzen te verleggen.

Mjos: Ik heb de indruk dat de jazzmusici in Noorwegen, zoals Bugge Wesseltoft, op hun concurrenten vooruit zijn. Niettemin vind ik dat je een punt hebt door te zeggen dat elektronica de toekomst is. Jazz staat in mijn ogen voor nieuwsgierigheid. Ik ken oude jazzhelden die niets met elektronica te maken willen hebben. Dat begrijp ik niet. Het is alsof ze de evolutie en de crea- tiviteit willen tegenhouden.

Ik vind het onvoorstelbaar dat The Stix a l de topdrie heeft gehaald in de Noorse albumhitlijst.

Mjos: Dat is heel raar, ja. We staan daar tussen alle rotzooi. Tussen Britney Spears en Sheryl Crow.

Wabo: Het is bijna surrealistisch.

Mjos: In de zomer waren wij in Noorwegen het voorwerp van een hype. Mensen die nooit naar jazz of andere experimentele muziek luisteren, waren plots in ons geïnteresseerd.

Wabo: In die komkommertijd stonden we elke week in de krant. Ik ben heel benieuwd hoeveel mensen ons in de toekomst zullen blijven volgen. Misschien gaan er heel wat op zoek naar de volgende hype. We gaan onszelf in ieder geval niet herhalen, misschien evolueren we zelfs in een iets engere richting. Het wordt spannend om te zien hoeveel fans bereid zijn om daarin mee te gaan. Het doet eerlijk gezegd goed om te weten dat 12.000 mensen ons album in huis hebben. (lacht) Misschien hebben we zelfs al een adept van Britney Spears op andere ideeën kunnen brengen; er moet toch een andere, nieuwe wereld voor hen zijn opengegaan, niet? Als ik terugdenk aan die eerste repetitie in de tuin, moet ik vaststellen dat de carrière van Jaga Jazzist toch wel onverwachte proporties heeft aangenomen.

Mjos: Ik ben blij dat we daar langzaam naartoe gegroeid zijn. Dat we niet als een komeet omhoog zijn geschoten. We zijn geen eendagsvlieg die zo weer in de ano- nimiteit verdwijnt.

‘Ik ken oude jazzhelden die niets met elektronica te maken willen hebben. Dat begrijp ik niet. Het is alsof ze de evolutie en de creativiteit willen tegenhouden.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content