Van ‘kutplaat’ tot ‘meesterwerk’: we hebben het de voorbije dagen allemaal gehoord over de nieuwe plaat van Soulwax, ‘Any Minute Now’. Na het wereldwijde succes van 2 Many Dj’s zijn Stephen en David Dewaele gelukkig een en ander gewend.’Mensen houden van ons, of ze haten ons.’

UIT BIJ PIAS vanaf 23/8

We ontmoeten de broertjes Dewaele in hun hoofdkwartier aan de Gentse Oude Beestenmarkt. In de keuken vegeteert een Duitser, op het aanrecht groeit afwas, boven het toilet hangen – noblesse oblige – discolampen. Terwijl Stephen met een kurkentrekker worstelt, snuistert David in een stapeltje platen. ‘Zeg Stephen, Lekker Beuken en Mannenpietjeen de bimbo’s, zijn dat dingen van u?’ Snel een openingsvraag om erger te voorkomen.

Vorig jaar zeiden jullie dat de nieuwe Soulwax-plaat een ‘fuck you-feel’ moest hebben. Tevreden met het resultaat ?

Stephen Dewaele: O ja, absoluut. Na 2 Many Dj’s verwachtte iedereen een poppy dance/rockplaat, dus dat was al een reden om die niet te maken. De meeste songs zijn redelijk donker en hermetisch – ’t is geen ‘fuck you’ naar iemand in het bijzonder, maar een ‘fuck you’ naar een bepaalde verwachting.

David Dewaele: Bij ons komt er altijd wel een middelvinger aan te pas. Als we met 2 Many Dj’s in een hippe club staan, draaien we de meest platte dingen, maar zet ons op een festivalwei, en we beginnen dingen voor kenners te spelen.

Stephen: We saboteren onszelf graag, en we houden ook van extremen. Je kunt dat goed zien als we draaien: dan staat alles op het mengpaneel in het rood. (lacht)

Qua middelvinger kan de titel van jullie nieuwe plaat in elk geval al tellen. Eerst zes jaar niets uitbrengen, en dan uitpakken met ‘Any Minute Now’.

Stephen: Dat is een beetje provocerend, maar eerlijk gezegd was het nog een van de bravere titels die in de running waren. We hadden in de studio drie vellen papier opgehangen waarop iedereen suggesties mocht schrijven: daar zaten een paar vree wijze tussen.

David: Een van de betere was ‘If you think our last title was long and pretentious, get a load of this.’ En mijn persoonlijke favoriet: ‘Is it too late to change our names?’ (lacht)

Voor het knoppenwerk deden jullie een beroep op Mark Ellis alias Flood, de huisproducer van U2, Nick Cave, Smashing Pumpkins en PJ Harvey. Hoe kwamen jullie bij hem terecht?

Stephen:Vreeraar: op een dag stond hij hier gewoon voor de deur. Onze platenfirma had gevraagd of hij interesse had om met ons te werken, en dus kwam hij eens kijken.

David: Het klikte subiet. Een paar uur voor hij aankwam hadden we onze mengtafel opgeblazen, en hij nam onmiddellijk een schroevendraaier om de boel te repareren.

Stephen: We zeiden hem dat we een plaat wilden maken volgens het worst case scenario. Geen songs schrijven en die in een studio op plaat smijten, maar songs schrijven in de studio zelf.

David: Veel producers zouden daarvoor bedanken, maar hij zag het zitten. Net als wij baseert hij zijn hele leven op chaos – hij is zelfs nog chaotischer dan wij twee samen.

De legende wil dat hij zijn bijnaam dankt aan het feit dat hij overal thee morst. Kunnen jullie dat bevestigen?

Stephen: Neen, maar hij legde er ons wel zijn manier van werken mee uit. Op een bepaald moment zei hij: ‘Zie je die theekan en dat kopje daar? Wel, de meeste mensen gieten de thee direct uit de kan in het kopje, maar wij gaan dat anders doen.’

David: Hij heeft ons op een compleet nieuwe manier over muziek doen nadenken. Van sommige nummers hebben we meer dan vijftig versies opgenomen, maar het was het waard.

Stephen: Op een bepaalde manier klonken de uiteindelijke versies altijd alsof ze recht uit onze buik kwamen. De meeste instrumenten zijn ook live ingespeeld – er is bijna geen computer aan te pas gekomen.

Jullie 2 Many Dj’s-plaat was naar verluidt een mixtape voor het autorijden. Hadden jullie voor ‘Any Minute Now’ ook zo’n plaats voor ogen?

Stephen: Opnieuw: de auto. Geen idee waarom, maar auto’s zijn vree belangrijk voor ons. Om een mix te beoordelen, gaan we er altijd mee rijden; als we in het buitenland zitten, nemen we desnoods een taxi.

David: Ik weet niet of ik Any Minute Now zomaar thuis op zou zetten. Het is zeker geen plaat om rustig bij in de zetel te zitten: eerder een om mee op te ruimen of af te wassen. De ‘doe-factor’ is redelijk groot. De meeste songs zijn redelijk rap; het aantal beats per minute ligt een stuk hoger dan bij onze vorige plaat.

Stephen: Eigenlijk is het een workout-plaat: perfect voor aerobicslessen en fitnesszalen (lacht).

Je lacht, maar ik heb 2 Many Dj’s al op vreemdere plaatsen gehoord, zoals schoenwinkels.

Stephen: Zwijg! Die plaat was juist een reactie tegen de slappe lounge die we daar hoorden – Saint Germain en zo. Wij dachten: zo’n extreme plaat gaan ze in geen honderd jaar durven draaien – niet, dus.

David: Toen de plaat pas uit was, liepen we in Colette – een übersnobwinkel in Parijs. En wat horen we daar? Onze mix van Basement Jaxx en Peaches! Toen wisten we: het is om zeep (lacht).

Stephen: En toch blijf ik het raar vinden: Peaches die ‘fuck the pain away’ zingt, terwijl mensen schoenen kopen. ’t Is gewoon absurd .

Er overkwamen jullie wel meer rare dingen: Bowie die rondbazuinde hoe geweldig hij jullie vond, Nick Hornby die jullie opnam in zijn lijstje van favorieten in zijn boek ’31 songs’.

Stephen: Ja, maar toch waren het vooral andere mensen die dat oppikten. Wijzelf hebben nooit gezegd: ‘Kijk eens allemaal hoe verschrikkelijk goed we zijn.’

David:(ironisch) Als er geen andere mensen bij waren wél, natuurlijk. Dan gaven we elkaar een high five, en zeiden we: ‘Wij zijn de max, hé, broerke. Wij zijn echt de max van gasten.’

Het is niet erg om blij te zijn met complimenten, hoor. Het is zelfs arrogant om het niet te zijn.

Stephen: Akkoord, maar een compliment krijgen van Bowie, dat heeft wel iets… bizars. Eerst denk je: super, en onmiddellijk daarna: shit, verdienen we dat eigenlijk wel? Deejayen is meer dan zomaar wat plaatjes draaien, maar in feite valt er niet veel meer te claimen, hé.

David: Ik merk dat veel mensen denken: ‘De De-waeles, die hebben het ongelooflijk getroffen: feestjes, erkenning, succes.’ En dat ís natuurlijk allemaal wel cool, maar toch ben ik tien keer meer excited als we een nieuw nummer opnemen – en dat meen ik.

Stephen: Neem nu dat boek van Nick Hornby: wij hébben dat dus niet, hé. Toen we hoorden dat er een stukje over ons in stond, zijn we dat gaan lezen in de boekenwinkel. We vonden het wijs en we voelden ons vereerd, maar daar stopte het ook.

David: De enige keer dat we een persbericht hebben rondgestuurd, was toen 2 Many Dj’s verkozen werd tot plaat van het jaar in de New York Times. Dat vonden we toch wel speciaal.

Gaan jullie even nuchter om met kritiek? Groove Merchant schreef in het tijdschrift ‘Plastics’ een paar vernietigende stukken over 2 Many Dj’s. Hij beschuldigde jullie van playbacken en sleurde er zelfs het Vlaams Blok bij om zijn stelling te bewijzen.

Stephen: Dat was echt niet normaal. Zó fucked up en zó full of crap – de afgunst droop er echt van af. Nu: we hebben er ons geen moment slecht bij gevoeld, hoor. We vonden het zelfs grappig. In Engeland hebben we die stukjes aan een paar mensen laten lezen, en die zeiden allemaal: ‘Wow, this is crazy! Are all Belgian artists treated like that?’ Zoiets kan ook alleen maar hier, hé.

David: Soms begrijp ik dat soort extreme reacties wel. We zijn tegendraads, we hebben een fuck you-houding, we lopen niet in het gareel. We zijn gewoon ambetante gasten.

Stephen: Mensen houden van ons of ze haten ons, dat is waar. En misschien is jaloezie ook wel onvermijdelijk. Toen we pas begonnen te draaien, waren er ook al mensen die zeiden: ‘Ja, zo is ’t gemakkelijk, ze hebben alle platen van hun pa’ (vader Zaki was een van de allereerste radiodeejays in Vlaanderen; nvdr.).

David:For the record: de laatste plaat in zijn collectie dateert van 1983.

Wat is de grappigste roddel die jullie ooit over jezelf hebben gehoord?

Stephen: Toen de anti-Soulwax fanclub United Youth Against Soulwax opgericht werd, vertelde men dat het een marketingstunt was, en dat wij er zelf achter zaten.

David: Dat was niet zo, maar we vonden het wel vree wijs. Ik weet nog dat we tegen elkaar zeiden: ‘Als die gasten dat een beetje goed aanpakken, kan dat echt zalig worden.’ Maar helaas meenden ze het heel erg – het was echt een verschrikkelijk foute bende.

Stephen: Uiteindelijk hadden we het toch beter zelf gedaan. We waren er wel toe in staat geweest: niet voor de publiciteit, maar om onszelf een kloot af te trekken.

David: Tiens, dat doet me eraan denken: onlangs was er een roddel dat ik de opnames van Any Minute Now had gesaboteerd. DJ 4T4 had gehoord dat ik het allemaal zo lang mogelijk rekte, omdat ik geen zin had om op tournee te gaan (lacht).

Ik ken er nog wel wat.

Stephen: Serieus? Vertel!

Ik hoorde dat het allemaal zo lang duurde omdat jij na al die jaren deejayen niet meer durfde te zingen, Stephen. Er werd ook verteld dat jullie onder toezicht stonden van een psycholoog, en dat jullie allebei moesten afkicken van de coke.

Stephen: (buldert) Neen! En waren er mensen die dat geloofden? Echt? De max, gewoon! Metallica in Vlaanderen! (Tijdens de opnamen van de jongste Metallica-plaat moest een sporttherapeut de brokken tussen de groepsleden lijmen en liet zanger James Hetfield zich opnemen in een ontwenningskliniek; nvdr.)

Je neemt het wel goed op, vind ik.

Stephen: Wat kan ik doen? Natuurlijk zijn die verhalen niet waar, ze zijn alleen zó hilarisch. Allez, en dan te bedenken dat wij écht niets anders gedaan hebben dan werken, werken en nog eens werken. Vorige week hebben we voor het eerst in jaren vakantie genomen.

David: Ga maar na: getoerd met de vorige Soulwax-plaat, 2 Many Dj’s opgenomen, overal ter wereld gedraaid, remixes gemaakt, meegewerkt aan de soundtrack voor Steve&Sky, Any Minute Now geschreven, de nieuwe Tiga-plaat geproducet.

Stephen: Als we in Mexico of Brazilië gingen draaien, bleven we geen drie dagen hangen, hé. Dan keerden we zo snel mogelijk terug naar Gent, om de dag nadien weer twaalf uur aan Any Minute Now te kunnen prutsen.

David: Misschien hadden we dat gewoon wat beter moeten communiceren. Wie zes jaar niets laat horen, werkt dat soort verhalen natuurlijk in de hand.

Stephen: We konden moeilijk een persbericht sturen telkens we naar het buitenland gingen. Plus, persberichten of niet: mensen geloven toch wat ze willen. The Truth Is So Boring gaat daarover. In kleine steden zijn er veel grote verhalen.

Even een ander potentieel misverstand op dat gebied de wereld uit helpen: gaat ‘Krack’, waarvan de tekst helemaal kapot is versterkt, over drugs?

Stephen:(verbaasd) O neen, helemaal niet. Ik zing over ’things that go crack’ – dingen die kapotgaan. Het enige nummer dat naar drugs verwijst is E-Talking (E is de afkorting van XTC; nvdr.). ‘It’s not you, it’s the E talking’ gaat over mensen die zo ver weg zijn, dat ze geen controle meer hebben over wat ze zeggen. Het is een nummer over onze ervaringen met 2 Many Dj’s.

Ik vraag het maar omdat David in de eindejaarsvraagjes van Humo ooit schreef dat crack voor hem ‘de opmerkelijkste gebeurtenis van het afgelopen jaar’ was.

David: O neen: begin niet, hé. (lacht) Ik zie mezelf bij die vraag nog denken: ‘Hier ga ik nu eens iets schrijven dat er zó ver over is, dat niemand het au sérieux kan nemen.’ Fout gedacht: een paar dagen later ga ik naar een nieuwjaarsfeest, en komt iedereen me superbezorgd vragen: ‘David, is dat waar? Zit gij echt aan de crack?’ As if!(lacht)

Stephen: Onze favoriete drug is: aspirine. Niet dat we antidrugs zijn of zo: we amuseren ons ook zonder.

Over amusement gesproken. Van wie is de uitspraak: ‘Een goed boek lezen, is bijna als een goede daad stellen’?

David: Geen idee. James Joyce, of zo?

Ze komt van jou, David, in een interview met ‘Rock Sound’.

David: Shit man, ik moet echt wel beter nadenken voor ik bepaalde dingen zeg. Maar het klopt wel. Ik lees veel magazines en stripverhalen en ik ben ook bijzonder, euh, filosofisch (lacht).

Stephen: Maar allez, David, zeg nu toch gewoon eens: ‘Ja, ik zit constant te lezen.’

David: Oké, oké: ik zit constant te lezen. Al mijn geld gaat op aan boeken, en als we oversized luggage hebben, heeft het bijna altijd daar iets mee te maken. Meestal lees ik drie boeken tegelijkertijd, zodat ik om het uur kan wisselen: één serieuze roman, één pulpboekje en één crappy paperback uit de jaren zestig of zeventig, genre: ‘Freud or Jung?’(lacht). Ik heb zelfs een lievelingsschrijver: Tom Robbins.

Stephen: Ik ben vooral een zware krantenlezer. Op vliegtuigen neem ik altijd The Guardian, The New York Times en de Daily Express mee. Met Belgische kranten heb ik het wat lastig – maar vraag me niet waarom.

‘Compute’ gaat over de aanslagen van 11 september. Als er één groep was waarvan ik zoiets niet verwachtte, was het Soulwax wel.

David: We hebben daar eerlijk gezegd zelf ook wel van staan kijken: Shit, we hebben een song geschreven over ‘Een Actuele Gebeurtenis’. Maar als er zoiets schokkends gebeurt, is het toch logisch dat er iets van blijft hangen.

Stephen: In elk geval is uit de tekst niet af te leiden dat het over de aanslagen gaat. ‘Something doesn’t compute’ kan op van alles en nog wat slaan – ik denk zelfs dat het moeilijk is om veel vager te zijn (lacht).

Vanwaar toch die terughoudendheid? Ik heb liever een politiek statement dan ‘Fuck the pain away.’

Stephen:Think again! Niets erger dan muzikanten die songs maken over politiek – want die zijn altijd supertijdelijk. Neem nu de laatste plaat van The Beastie Boys, met die songs tegen George Bush. Akkoord dat het een stuk crapuul is, maar wat hebben mensen nog aan die nummers als John Kerry in november de verkiezingen wint?

David: Alle respect voor muzikanten die hun bekendheid gebruiken om zich te engageren. Ze mogen er alleen geen songs over schrijven.

Stephen: We zouden het toch ook belachelijk vinden als politici hun debatten zouden zingen? Hoewel: misschien zou dat nog wel cool zijn (lacht).

Even samenvatten: geld is geen drijfveer, succes is een fijne bijkomstigheid, drugs zijn niet aan jullie besteed en politiek kan alleen buiten de muziek. Wat drijft jullie dan wél? Seks met gewillige vrouwen?

Stephen: Voilà! (lacht) Neen, hoe fucking cliché het ook mag klinken: in the end doen we het allemaal voor de muziek. Het is ons hele leven, hé. We zijn er dag en nacht mee bezig, al van toen we twaalf waren.

David: Onze ambitie is: grenzen verleggen. Altijd maar nieuwe dingen uitproberen en onszelf op een hoger niveau brengen. Als we met iets klaar zijn, is de eerste vraag altijd: What’s next? Het ei is gelegd, tijd voor het volgende.

Stephen: Mensen die ons van dichtbij volgen, zeggen vaak: ‘Jullie zijn nie normaal.’En misschien zijn we ook wel zot, alleen: we hebben daar niet voor gekozen, hé.

David: We doen wél ons best om er zo goed mogelijk mee te leven – op wat middelvingers na heeft niemand er last van (lacht).

Hou ze gestrekt, heren.

Door Wouter Van Driessche FOTO CHARLIE DEKEERSMAECKER

‘We houden van extremen.Als we draaien staat ook alles op het mengpaneel in het rood.’

‘Auto’s zijn heel belangrijk voor ons. Om een mix te beoordelen, gaan we er altijd mee rijden.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content