De culturele centra en de beeldbuis had hij al veroverd. Dit jaar zetWim Helsen ook de aanval op ’s lands bioscopen in met Dirty Mind, een tragikomedie waarin de cabaretier, radio- en televisiemaker, Vriend vande Poëzie en Lustige Lezer de hoofdrol speelt. Een gesprek over Tupperware, animale seks en het eeuwige prutserschap van de mens. ‘Ik ga altijd uit van het worstcasescenario.’

Boom-shacka-lacka-boom!’ Zo begon Bij mij zijt ge veilig, de vorige, door pers en publiek op gejuich, onbedaarlijke lachsalvo’s en staande ovaties ontvangen zaalshow van Wim Helsen. In ’s mans nieuwe voorstelling, Het uur van de prutser, vormt een suggestieve choreografie op Raffaella Cara’s A far l’amore comincia tu de prikkelende ouverture. Dansen kan Wim Helsen als geen ander, maar bovenal is de Mortselaar een onnavolgbare cabaretier, een rasperformer en vooral: een superieure acteur. Dat treft, want in Dirty Mind kruipt Wim Helsen in de schizofrene rol van Diego Willems, een sullige stuntman die na een kwalijke val ontwaakt als Tony T, zijn impulsieve, stoutmoedige en libertaire evil twin.

Regisseur en scenarist Pieter Van Hees heeft jou benaderd na de voorstelling ‘Heden Soup!’. Vreesde je niet dat de rol van de ongeremde Tony Tte dicht bij je sociaal onaangepaste podium-alter ego zou aanleunen?

Wim Helsen: Er is wel een zekere verwantschap tussen Tony T en de personages die ik in mijn zaalshows neerzet. Maar de context waarin Tony zich beweegt en zijn psychologische achtergrond zijn toch helemaal anders. Omdat de gevaren van typecasting altijd op de loer liggen, ben ik blij dat ik Tony mee heb kunnen vormgeven en dat hij dus geen doorslagje van mijn stage persona is geworden. Tijdens de maanden voor de opnames heb ik Pieter geholpen om het scenario nog wat te herschrijven. Op die manier kon ik me in de psychologie van mijn personage verdiepen: gewoon door me bij het herwerken van het script voortdurend af te vragen hoe Tony zou reageren in bepaalde situaties – en vooral: waarom. Ik kon trouwens niet terugvallen op mijn theaterervaring, want een filmpersonage zet je helemaal anders neer .

Precies: wist je wel of je dat kon,acteren voor een camera?

Helsen: Hoegenaamd niet. (Lacht)Pieter heeft al zijn overredingskracht moeten gebruiken om mijn twijfels en onzekerheden weg te nemen. Mijn voorwaarde om mee te doen in deze film was overigens dat ik eerst een paar tests met Kristine Van Pellicom en Robby Cleiren wilde opnemen. Gewoon om te zien of het zou marcheren. Of ik me tussen die ervaren acteurs op mijn gemak zou voelen. En of ik ze op z’n minst een beetje leuk zou vinden. Achteraf zei Pieter dat hij blij was dat ik om die tests had gevraagd, want zelf was hij óók niet helemaal zeker van mijn acteertalent. (Lacht) Trouwens, doordat ik mijn inbreng had in het scenario, kreeg ik gaandeweg het geruststellende gevoel dat Dirty Mind ook een beetje mijn film is.

(In onvervalste Wim Helsenmodus) Enfin neen, natuurlijk is Dirty Mind niet mijn film. Bijlange niet. Integendeel zelfs! Wat ik bedoel is dat het personage een beetje van mij werd. Een eigen creatie als het ware. Neen, dat ook weer niet, want Tony is natuurlijk een creatie van Pieter. Maar ik heb wel Tony’s karakter kunnen invullen. Begrijp je? Heb ik daarmee je vraag beantwoord?

Een vraag die ik niet gesteld had, maar kom.

Helsen: Tegen onzekerheid en faalangst heb ik trouwens een doeltreffende strategie ontwikkeld. Telkens als ik denk dat iets gedoemd is om te mislukken, denk ik een worstcasescenario uit. Dan stel ik me voor wat het allerergste is wat me kan overkomen. In dit geval was dat: ik speel verschrikkelijk slecht, de film trekt op niets en de recensies zijn vernietigend. Dat schrijf ik allemaal op, en dan analyseer ik de gevolgen. En wat blijkt? Dat ik in het slechtste geval nooit meer voor een film gevraagd zal worden. Dat is helemaal niet zo erg, want vóór Dirty Mind had ik ook nog nooit in een film gespeeld. En voilà: daarmee is de angst bezworen.

Doe jij voor elk optreden niet iets soortgelijks?

Helsen: Ja. Enfin: niet altijd. Als ik zenuw-achtig ben, schrijf ik voor het optreden alles op wat die dag gebeurd is en me stress zou kunnen bezorgen. Ik heb die techniek niet uitgevonden, hoor. Ik heb hem afgekeken van een Vietnamsoldaat over wie ik eens iets gelezen heb. Die gast zat in zo’n benarde positie dat hij met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zou sneuvelen. En dus schreef hij een brief aan zijn familie, denkend dat het zijn allerlaatste zou worden. Al schrijvend beleefde hij als het ware al zijn eigen dood, waardoor hij zozeer in zijn lot ging berusten dat zijn angst oploste. Sinds ik dat gelezen heb, weet ik: de dingen benoemen, onder ogen zien en te kijk zetten, is de beste manier om met faalangst om te gaan.

In tegenstelling tot de stunts heb jede vele seksscènes in de film wél zelf gespeeld. In ‘De Laatste Show’ gingje daar onlangs – excusez le mot – dieper op in: tegen je verwachtingen in bleek je die scènes hoegenaamd niet opwindend te vinden.

Helsen:(Lacht) En blij toe! Ik was echt bang dat ik tijdens de opnames van die scènes hitsig zou worden. Maar behalve een beetje bloot vlees hier en daar bleek er volstrekt niets opwindends aan. Je bent zo geconcentreerd bezig met je bewegingsruimte en – euhm – bewegingspatroon dat je gewoon geen tijd hebt om opgewonden te raken. Dat er een hele crew rond je verzameld staat, komt de intimiteit en eventuele erotiek ook niet bepaald ten goede. Ik denk dat die seksscènes vooral heel goed meevielen omdat het telkens over animale, liefdeloze seks ging. Tijdens een romantische, sensuele vrijscène zou ik het wellicht moeilijker krijgen. Hoewel, ik kan me inbeelden dat ik mijn opwinding in dat geval op zo’n slungelachtige wijze zou proberen te camoufleren dat er bij de crew van de weeromstuit hilariteit ontstaat en er bij mij bijgevolg een zekere, welja, détente optreedt. (Lacht)

HALVEGARE

Onlangs zag ik een van je laatste try-outs ter voorbereiding van je nieuwe zaalshow. Ik moet bekennen dat ik enigszins vertwijfeld de zaal verliet: de subtekst was me veel minder duidelijk dan bij je vorige zaalshows.

Helsen: Daarom was het ook een try-out natuurlijk. (Lacht) Maar je bent niet de eerste die me dat zegt. De voorstelling moet nog een pak coherenter en helderder worden. Die try-outs zijn pure trial-and-error. Er zaten dit jaar echt een paar pijnlijk slechte optredens tussen. Soms is het een rommeltje en blijkt de voorstelling zoals je ze in elkaar heb gepuzzeld helemaal niet te werken, en dan is dat erg gênant. Als ik er zo twee, drie flauwe optredens na elkaar heb opzitten, kan ik echt vreselijk diep in de put zitten en nul-komma-nul zelfvertrouwen overhouden.

Zijn er dan momenten waarop je de handdoek in de ring wil gooien?

Helsen: Die drang is er soms, ja. Maar ik kán niet opgeven. Er zijn te veel optredens gepland om ze allemaal te annuleren. Ik vind dat ik dat noch mijn boekingskantoor noch de organisatoren van de culturele centra kan aandoen. En gelukkig weet ik uit ervaring dat je een paar keer serieus op je smoel moet gaan om te weten wat wel en niet werkt. Maar zelfs nu de try-outs erop zitten, heb ik het gevoel dat ik er nog niet helemaal ben. Ik moet nog meer naar helderheid streven.

Voor mij gaat Het uur van de prutser over het prutserschap van de mens. En hoe we maar beter kunnen toegeven dat we prutsers zijn in plaats van krampachtig een façade op te houden. Iedereen wil altijd beantwoorden aan het beeld dat volgens hen bij hun beroep, functie, imago of reputatie past. Neem even jezelf: jij bent je er als journalist wellicht van bewust dat mensen van jou een zeker taalgevoel verwachten. Wel, als jij je tijdens dit gesprek verward uitdrukt of een vraag verkeerd formuleert, zal je je verplicht voelen om jezelf te verontschuldigen. Terwijl dat nergens voor nodig is. Wij weten van elkaar waar we goed in zijn: namelijk de cabaretier uithangen en journalistiek bedrijven. Eigenlijk is het dus veel leerrijker om het over onze tekortkomingen te hebben. We hadden elkaar met andere woorden beter begroet met: ‘Hallo, ik ben Wim en ik ben een prutser omdat ik mijn wijf afransel en ik dat niet zou mogen doen’ en ‘Hallo, ik ben Vincent en ik ben een prutser omdat ik tot een kot in de nacht computerspelletjes speel en ’s ochtends nooit uit mijn bed geraak’. Begrijp je wat ik wil zeggen?

Ongeveer. Ik heb overigens de indruk dat jouw personage in ‘Het uur van de prutser’ zachtaardiger is dan de personages die je in je vorige zaalshows neerzette. Sympathieker ook.

Helsen: Mja, ik wilde in ieder geval niet wéér een halvegare of een machtswellusteling spelen. Niet per se een sympathieke man, maar toch zachtmoediger en minder bedreigend voor het publiek. Daarom is hij nog niet minder tragisch: mijn personage probeert deze keer krampachtig te entertainen, tot de kramp zo erg wordt dat de sfeer helemaal omslaat.

Je personage schept er een duivels plezier in om aan sociale conventies onderhevige situaties te saboteren en zijn medemens te ontregelen. Hij lijkt met andere woorden heel erg op de échte Wim Helsen, van wie ik weet dat hij zich in het openbaar wel eens voor een vrouwenhandelaar durft uit tegeven en die in de krantenwinkel – louter voor de lol – afdingt op de prijs van een pakje sigaretten.

Helsen:(Lacht) Oké, ik beken: heel wat van de verhalen in Het uur van de prutser zijn uit het leven – mijn leven – gegrepen. Mensen wat op de mouw spelden of iets doen wat in een bepaalde situatie ongepast is, vind ik ontzettend leuk. Dat afpingelen in de krantenwinkel is trouwens een soort rollenspel dat ik door de jaren heen met de uitbater van die winkel heb opgebouwd. Als er wat volk in zijn zaak staat, voeren we telkens dezelfde scène op. Ik bestel een krant en een pakje sigaretten en hij vraagt mij daar een onredelijk hoog bedrag voor – 19 euro of zo. Waarop ik dan reageer: ‘Maar allez Frank, twee dingen: dat kan toch hooguit 2 euro kosten?’ En daarna beginnen we minutenlang over een prijs te onderhandelen, tot we toevallig uitkomen bij het bedrag dat al de hele tijd op het schermpje van zijn kassa staat. (Lacht) De verbazing op de gezichten van de andere klanten is onbetaalbaar!

Met een vriendin speelde ik vroeger een soortgelijk rollenspel tijdens Tupperwareavonden. Zij speelde de ervaren verkoopster die instaat voor de praktische informatie over de producten, ik de gladde en net iets te enthousiaste nieuweling die zich wil bewijzen door eindeloos over de geschiedenis van Tupperware door te bomen. Ik onderbrak haar dus telkens met ellenlange uiteenzettingen over het leven van Earl Tupper, de uitvinder van de Tupper-ware, tot mijn vriendin me almaar kordater de mond snoerde. Op dat moment liep ik met slaande deuren de kamer uit, om even later als een geslagen hond weer binnen te komen. En geloof het of niet: telkens draaide het erop uit dat de aanwezige huismoeders me uitgebreid kwamen troosten. ‘Ik kan het niet’, snikte ik dan. ‘Maar jawel, ge doet dat heel goed, maar misschien moet ge toch iets meer over de productjes praten.’ (Lacht) Ik ben die dames nog altijd dankbaar voor hun begrip en mede-leven.

DIRTY MIND Vanaf 28/1 in de bioscoop

HET UUR VAN DE PRUTSER Vanaf 4/2 op tournee door Vlaanderen Info en tickets: helsen-williams.be

Door Vincent Byloo l foto: charlie de keersmaecker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content