‘WE WILLEN CATCHY KLINKEN, NIET KITSCHY’

Vlnr.: LAURENS MARIËN, BENJAMIN COOLS, JASPER 'JAPIE' SEGERS, SYLVIE KREUSCH en FERRE MARNEF.

FEEST IN HET PARK, 15/8 – PUKKELPOP, 19/8 – Nadat de prille twintigers van Soldier’s Heart in 2013 de eerste editie van StuBru’s De Nieuwe Lichting wonnen, ging hun carrière in overdrive. Een gigantische hit, een succesvolle tournee met Balthazar en een platencontract later zijn ze nog steeds onder de indruk. ‘Als je ziet hoeveel je in één jaar kunt leren, wat moet dat over drie jaar niet zijn?’

Als je eerste single meteen Hotshot wordt en in de top drie van meest gedraaide hits op Studio Brussel belandt, dan kun je er gif op innemen dat sommigen dat toch als een toevalstreffer durven af te doen. Twee jaar na het overdonderende succes van hun single African Fire wil Soldier’s Heart die sceptici nu lik op stuk geven met hun knappe, titelloze ep en hun nakende langspeeldebuut, met alle stress en onzekerheid van dien. ‘Je moet dat succes evenaren’, biecht toetsenist Laurens Mariën op. ‘Als je tweede single dan niet zo vlot loopt, begin je te twijfelen of je nog wel goed bezig bent.’

Soldier’s Heart is dan wel regelmatig in de watten gelegd, sinds haar doorbraak heeft de groep vooral hard gewerkt. ‘Plotseling ontstaat er zo’n rush waarin er veel van je wordt verwacht’, vertelt frontvrouw Sylvie Kreusch. Naast leuke dingen als supports kwam er ook een management en een hele structuur bij. ‘Die maakt het toch iets saaier’, zegt bassist Ferre Marnef twijfelend. ‘Maar dat is goed, hé. Ik denk niet dat je zonder kunt.’

Wat bedoel je met saai?

FERRE MARNEF: In het begin kon er veel meer. Nu moeten we met veel rekening houden en daar zijn we niet goed in.

SYLVIE KREUSCH: Ik vind het wel spannender zo. Vroeger kon je je nog een uitschuiver permitteren, nu wordt elk foutje door veel meer mensen gehoord.

LAURENS MARIËN: We waren toen nog een band met potentieel. Vanaf het moment dat je muziek uitbrengt, moet je die verwachtingen ook inlossen. Doe je dat niet, dan ben je plots de band die ooit potentieel hád.

Hebben jullie last van die hoge verwachtingen?

BENJAMIN COOLS (DRUMS):(peinzend) Last, ja. Er wordt zo’n professionalisme verwacht en dat hadden we totaal niet, nog altijd niet.

MARIËN: We leggen vooral onszelf hoge verwachtingen op. Voor het label gaat het vaak om cijfers, bij ons gaat het om een écht goede plaat maken. We moeten nu met meer meningen rekening houden en dan is het soms moeilijk nog te achterhalen wat we zelf willen. Vroeger deden we gekke dingen zoals kalkoensamples gebruiken, maar nu ligt dat anders.

KREUSCH: We kunnen nog altijd gek doen, maar we moeten een goede mix vinden. Trouwens, mocht Soldier’s Heart nu nog altijd in cafeetjes spelen, dan zou ik toch wat gedemotiveerd zijn. Al zou ik hard genieten als we nog eens in Café Video konden spelen. Ik vind het toch het leukst als het publiek dicht bij ons staat.

COOLS: We zijn verwend. Onze tour met Balthazar was een echt cadeau. Het was goed om van dat rock-‘n-rollleventje te proeven en daarna weer back to reality te gaan. Dan pas besef je waarvoor je al die moeite doet.

KREUSCH: Er was een tijd dat alles in stijgende lijn ging. We dachten constant dat er een moment moest komen dat dat niet meer het geval zou zijn. Die momenten hebben we ondertussen wel gehad. Het gaat allemaal echt heel snel. Als je ziet hoeveel je kunt leren in één jaar, vraag ik me soms af wat dat binnen drie jaar zal geven.

Wat heb je dan zoal bijgeleerd?

COOLS: Dankzij die verwennerij ontdekten we hoe relatief succes is. Toen we naar Japan mochten, leek het voor veel mensen alsof we heel goed bezig waren. Maar dat optreden was gewoon geregeld door een vriend van onze manager. Natuurlijk is dat tof, maar je wilt toch vooral iets betekenen vanwege je muziek.

MARIËN: En niet door daar het record bierdrinken te verbreken, bijvoorbeeld. Soms doe je iets wat in België heel zot lijkt, maar het eigenlijk niet is. Zo wonnen we een soort rockrally in Portugal. Daardoor speelden we wel op een leuk festival, maar de show van die wedstrijd zelf was in een klein café. Toen we daar speelden, dachten we echt: what the fuck is dit? Toch zei achteraf iedereen dat we zot goed bezig waren.

Jullie speelden ook op de invloedrijke CMJ Music Marathon in New York. Of is dat ook niet wat het lijkt?

MARIËN: Daar hadden we echt door onze muziek kunnen opvallen. We hadden speciaal onze geluidsman meegenomen, maar omdat er geen goede voorzieningen waren, kon die niets doen en speelden we een slechte show.

COOLS: We moesten in een kelder spelen, zonder monitors en met slechts drie kabels. Spijtig, want dat is echt zo’n show waar je wilt knallen.

KREUSCH: Dat zijn van die dingen die de tweede keer minder overweldigend zijn. Bij alle dingen die we voor de eerste keer deden, zoals ons eerste optreden op Humo’s Rock Rally, hadden we gewoon te veel stress.

En de stress voor dat eerste album?

MARIËN: Sommige mensen vonden het raar dat we eerst een ep en dan pas een plaat wilden maken, maar voor ons was dat écht nodig. Het gaf ons de tijd om veel samen te werken. We zijn heel blij met die ep, maar we denken ook dat het nog beter kon. Als we meteen een langspeler hadden opgenomen, hadden die foutjes dáárop gestaan.

KREUSCH: Het beste zou zijn om eerst nog vijf ep’s te maken en daarna pas een supergoed album.

MARNEF: Aanvankelijk wilden we een gigantische producer als Dev Hynes van Blood Orange strikken, maar dan denk je: wat zal zijn invloed zijn? We hadden al met veel mensen samengewerkt voor de ep en met Jasper Maekelberg (producer van hun debuutalbum, nvdr.) ging dat heel goed.

Wat mogen we van jullie album verwachten?

MARNEF: Ik denk dat de ep een goede maatstaf is, alleen zal de langspeler nóg beter worden.

COOLS: We hebben een hele reeks nummers, maar er zit nog niet echt een lijn in. De kans is groot dat we deze zomer nog gaan schrijven want de studiodatums liggen verspreid over de hele vakantie. Ze zal dieper, organischer aanvoelen dan de ep, maar tegelijkertijd ook iets elektronischer, iets meer ‘nu’.

MARIËN: De plaat moet ook dynamisch en gevarieerd klinken. Nu hebben we enkele nummers die heel rustig en totaal geen hits zijn, maar we houden er wel echt van. Dus waarom niet gewoon dóén?

COOLS: Wat is hitpotentieel trouwens? Hoe hard iets blijft hangen bij mensen, of iets catchy is, dat is het belangrijkste. Een album van Balthazar is ook catchy. Dat communiceert enorm goed.

MARNEF: Catchy, niet kitschy!

Naast de opnames van jullie debuut staan er ook heel wat festivals op de planning. Ook gewoon als bezoeker?

KREUSCH:(lacht) Ik ga alleen maar gratis.

MARNEF: Ik ben samen met mijn kleine zus naar Rock Werchter gegaan. (snerend) Ik heb mijn ticket wel gewoon gekocht.

MARIËN: Ik ging vroeger heel graag naar festivals, maar nu kan ik dat niet meer.

MARNEF: Als er honderd man naast hem staat, gaat Laurens hyperventileren!

MARIËN: Door in een band te spelen kan ik shows vanaf de zijkant bekijken en dat werkt wel. Tijdens Björk op Pukkelpop durfde ik zelfs de tent niet in en ben ik in een hoekje gekropen. Ook op Heartbeats ben ik na vijf nummers van Ibeyi gaan lopen. Volgens mijn mama komt dat doordat ik in die ingestorte Pukkelpoptent stond. Ik was daar samen met Benjamin toen alles inzakte. We moesten naar buiten hollen en eens buiten kreeg je al die hagelbollen in je gezicht en zag je iedereen wenen. Na een Engels festival – waar er door een fout in het ticketsysteem veel te veel mensen waren – heb ik ook eens alleen, in the middle of nowhere van een Londense suburb, de weg naar mijn hotel moeten zoeken.

Hopelijk heb je ook al enkele minder traumatische festivalervaringen gehad?

MARIËN: De eerste keer dat we op Pukkelpop speelden! Niet onze show zelf, maar wat er in de backstage gebeurde.

MARNEF: Wij trokken toen op met de meiden van Haim en op het einde van de avond heeft onze gitarist – hij was chauffeur, dus de enige die nog nuchter was – een van die grieten binnengedaan. Omdat de zanger van Foals een oogje op haar had, kwam die tegen ons uitpakken en was het halven boel.

MARIËN: Al onze helden zaten daar en ze waren ook nog aanspreekbaar! The xx werd enorm afgeschermd, maar toch hebben we vijf minuten met Oliver gebabbeld en hem een demo gegeven.

COOLS: Ik heb zelfs met Franz Ferdinand over boeddhisme gepraat!

Hoe hoog staat een internationale doorbraak eigenlijk op jullie planning?

MARNEF: Op onze planning niet, maar in onze dromen op nummer één.

Waarom staat er op jullie Facebookpagina dan dat jullie uit Stockholm komen?

COOLS: Dat is een grap. Het is straf hoe mensen je anders percipiëren als ze denken dat je Zweeds bent.

KREUSCH: We stonden echt al op blogs om die reden.

MARIËN: Toen een blog ons een ‘Swedish pop group’ noemde, reageerde Eppo Janssen van Pukkelpop: ‘Zweden? Ik boek voor die dag alleen maar Belgische groepen, dus ik ga jullie moeten cancelen.’ Wij, half in paniek: ‘Nee!’

Afspraak op Pukkelpop dan!

PUKKELPOP

Op woensdag 19/8 in de Castello.

VOLGENDE WEEK ROOTS MANUVA

DOOR JOHANNES DE BREUKER

Laurens Mariën : ‘VROEGER DEDEN WE GEKKE DINGEN ZOALS KALKOENSAMPLES GEBRUIKEN. NU LIGT DAT ANDERS.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content