Sinds eind april laveren Mathias en Staf Coppens gezwind en monter tussen horden tweelingbroers en -zussen voor ‘De Identieke Tweeling’, hun eerste tv-programma samen én voor een breed publiek. ‘Geweldige job, alleen voelen we ons bijna dronken van al dat dubbel zien.’ Door Ineke Van Nieuwenhove FOTO CHARLIE DE KEERSMAECKER

DE IDENTIEKE TWEELING

ELKE VRIJDAG – 20.30 VTM

‘Geloof me, het is een heel bizarre wereld waarin je belandt’, zegt Mathias Coppens (25) als ik hem en zijn broer Staf (23) ontmoet. ‘Zelden kwamen er zoveel tweelingen samen als op onze eerste opnamedag. Ze vonden het fantastisch. Ook de wetenschappers die meewerken, zijn enorm opgetogen. Ons programma is heel interessant voor hen. Het gaat immers om eeneiige tweelingen, met hetzelfde genetisch materiaal. Vanaf aflevering vier zijn alle meetbare verschillen gemeten en kunnen we zien hoezeer factoren als opvoeding en omgeving een invloed hebben.’

Staf valt in: ‘Het gekke is dat als tweelingen samen worden opgevoed, ze vaak rond hun twaalfde iets anders willen doen. Ik ga viool spelen. Hm, denkt de ander, ik wil ook viool leren spelen, maar laat ik maar gitaar nemen. Tweelingen die apart zijn opgegroeid, zijn vaak véél identieker omdat ze zich spontaan hebben kunnen ontplooien. Ze kennen niet de competitie zoals andere tweelingen. Er is er altijd één die het woord voert. Eén die zich wil onderscheiden van de ander. En nu zullen ze het eindelijk weten: hoezeer lijk ik nu op mijn broer of zus?’

Tweelingen zijn de nieuwe dada van Mathias en Staf Coppens. Mathias mag dan de continenten hebben afgereisd in penibele omstandigheden voor The Road Ahead en De Poolreizigers, de wereld van de tweelingen blijkt minstens even boeiend. En hoezeer Staf als Ketnet- wrapper ook houdt van zijn jonge kijkertjes en bijbehorende Musti, Spring en Lassie, niets boven een goeie duo-brok tweelingen dezer dagen.

Hebben jullie intussen het gevoel dat jullie alles dubbel zien of weten jullie haarfijn wie Jef is en wie Jan?

Staf Coppens: Langs geen kanten!

Mathias Coppens: Omdat we net de meest identieke tweelingen overhouden. We hebben nu vier afleveringen opgenomen en nog steeds halen we ze niet uit elkaar.

Hoe doen jullie het dan?

Samen: Gokken! In het programma zitten meermaals versprekingen van ons.

Staf: Ze moeten een armbandje omdoen.

Mathias: En tijdens het weekend – met de laatste tien gaan we op weekend – namen we ’s ochtends vingerafdrukken om te zien of ze ons niet zouden belazeren tijdens de tests, want sommige proeven werden apart afgenomen.

Staf: Ze nemen iedereen beet van zodra ze kunnen, geloof me!

Mathias: Het gekke was: vaak willen tweelingen niet op elkaar lijken, maar als ze gelijkend uit de test kwamen, waren ze toch heel blij.

Jullie hebben zelf de tests gedaan. Wat is er uit de bus gekomen?

Staf: Dat we heel erg gelijkend zijn. Broers hebben voor maximum 50 % hetzelfde genetisch materiaal, maar door dezelfde omgeving en opvoeding kun je nog meer op elkaar gelijken. Wij hebben dezelfde hobby’s, bijna dezelfde job, dezelfde vriendenkring, we hebben twee jaar samengewoond, we wonen nu recht tegen- over elkaar…

Dat ruikt verdacht naar tweelingschap…

Mathias: Zelfs de tweelingen zeiden dat we zo op elkaar lijken!

Staf: Maar als je tweelingen drie uur uit elkaar zet, vliegen ze elkaar nadien in de armen met tranen in de ogen. Wij zijn blij als we elkaar drie uur niet zien.

Jullie hebben toch ooit samengewoond met Mathias’ vriendin Joke erbij. Toen zei Mathias dat hij meer tijd met jou doorbracht.

Mathias: ( grijnst) Het is dan ook gedaan met die vriendin…

Staf: Als je samenwerkt, wil je elkaar echt niet nog eens nadien zien.

Kijken jullie naar elkaars programma’s?

Mathias: En heel kritisch! Het voordeel van broers is dat je kritiek van elkaar aanvaardt.

Staf: Bij De Poolreizigers zei ik vaak: dat geloof ik niet. Het is misschien waar gebeurd, maar monteer het anders, want zo gelooft geen kat je.

Mathias: We geven geen kritiek om elkaar te kelderen. We willen allebei het best mogelijke programma maken.

Staf: Het gaat vaak over details: daar beweeg je je handen te veel, dat is een flauwe grap, zet je eens recht… Kleine dingen.

Staf, helpt het dat je al vier jaar aankondigingen voor Musti uit je mouw schudt?

Staf: Zeker weten. Maar die drukke bewegingen en gekke bekken… Ik ben niet zo, hé. Ik ga echt niet armwiekend brood kopen: ‘Wel-kom in de bakkerij!’ Ik doe dat voor de kindjes, omdat zij dat wellicht leuk vinden.

Is dit nu je overgang naar ‘volwassen’ tv?

Staf: Mja. Ik doe Ketnet nog even graag en zolang ik mag, zal ik het blijven doen, maar ik ben blij dat ik dit erbij kan nemen. Iedereen wil groeien, ik ook. Daarvoor heb ik ook lange tijd gehengeld naar een programma bij de VRT. Ik ben daar altijd heel open in geweest: ‘Mannen, als er iemand zin heeft, ik sta er open voor!’ Ik heb het aan iedereen laten weten. Jan Verheyen was de eerste die belde met een concreet voorstel.

Ontroerend eigenlijk hoe alles is begonnen bij ‘Aan Tafel’ van Jan Verheyen, waar jullie filmpjes maakten rond spreekwoorden, en waar Mathias Dina leerde kennen.

Mathias: ( lacht) ’s Avonds bij een pint denken we daar nog vaak aan…

Staf: We zijn Jan beiden ontzettend dankbaar.

Worden jullie nu de nieuwe Kris en Koen van VTM?

Staf: Néé! Kris en Koen staan mijlenver boven ons. Zij hebben al voor duizenden mensen gespeeld en weten perfect hoe ze een publiek moeten bespelen…

Mathias: Die hebben al zo’n weg afgelegd. Het zou oneerlijk zijn om ons met hen te vergelijken.

Staf: Dat zijn idolen van ons. Absoluut. Ik heb onlangs met Kris gebabbeld. Onwaarschijnlijk sympathiek. Ik ben ook maar een modale tv-kijker. Ik zag hen en zei: ‘Hey! Dat zijn Koen en Kris!’ En ze kwamen naar mij: ‘Hé ket! Ça va?’ Ik kon niet geloven dat ze tegen mij spraken. Ik was ongelooflijk vereerd.

Jullie hebben Kris toen niet om tips gevraagd?

Mathias: Nee, we willen geen Kris en Koen worden. Ik heb ook niet naar Marc Uytterhoeven of Frieda Van Wijck gebeld, ook al vind ik hen fantastisch. Je moet jezelf blijven. Je pikt natuurlijk dingen van die mensen op, maar wij zijn Staf en Mathias.

Ik hoorde dat jullie allebei vrij emotioneel zijn en elkaar vaak in de haren zitten. Ook tijdens de opnames?

Mathias: Ons zul je nooit kwaad krijgen op een set. Ja, als we in de tuin aan het werken zijn: ‘Staf, wat doet gij nu!’ Maar televisie maken is een zalige job. Waarom zouden we kwaad worden?

Staf: We leven wel allebei erg vanuit de buik. Ik heb ook mijn studies opgegeven en heb 100 % voor Ketnet gekozen, voor een job op de redactie. Een rationeel mens zou eerst zijn toekomst verzekeren en zijn studies afmaken, maar mijn buik zei: geniet nu, grijp die kans.

Verdienen jullie nu veel geld? Veel van jullie leeftijdsgenoten studeren nog of beginnen net aan hun eerste job.

Mathias: Je moet eens naar ons huis komen kijken. Dát is pas een villa!

Staf: We verdienen goed ons brood, we klagen niet. Maar er zijn massa’s leeftijdsgenoten die pakken meer dan mij verdienen, geloof me. Maar daar gaat het niet om. Als we elke maand brood en een pot choco kunnen kopen, zijn we content.

Mathias: We hebben nog niet de ervaring om op tafel te kloppen: dokken! We moeten onszelf eerst bewijzen. De Identieke Tweeling is ook het eerste wat we doen voor zo een groot publiek. Laten we eerst zien of dat publiek ons aanvaardt.

Groot publiek? Naar Ketnet kijken om halfvier al over de 120.000 kinderen. En nog eens zoveel in Nederland. Nooit zin om te zeggen: ga spelen, kids !

Staf: Absoluut. Als het heel mooi weer is, durf ik dat wel eens zeggen…

‘Musti lijkt echt nergens naar vandaag, lieverds…’

Staf: Euh, dat kan ik niet maken. Maar bij Ketnet gaan we ervan uit dat elk kind niet van vier tot acht uur kijkt.

Mathias: Wij kunnen ook moeilijk tijdens De Identieke Tweeling zeggen: ‘Mannen, het is mooi weer, ga een terraske doen!’

Niet iedereen was altijd opgezet met jullie. Ooit stond op jullie huismuur de graffiti ‘Ketnet sucks, TMF sucks’.

Staf: Inderdaad! In Leuven. Het was op ons bedoeld, maar de daders hadden zich vergist van huis.

Mathias: Ze hadden het op de muren van het huis van een oud mannetje gekliederd, die langs geen kanten wist waarover het ging en waarom dat op zijn huis was beland.

Staf: Heel gênant was dat, om hem de graffiti te zien verwijderen…

Hebben jullie intussen wel fans? En wie heeft de meeste?

Staf: Tegenwoordig kan je met BV’s de straten plaveien. Mensen gaan er nu wel anders mee om. De adoratie is er niet meer, gelukkig. Alleen bij kinderen zie ik dat soms nog, maar dat is dan weer fantastisch. Als kind zwijmelde ik ook bij de acteurs uit Merlina.

Staf beweert al jaren dat hij wil acteren en Mathias roept dat hij wil regisseren, maar jullie belanden altijd weer in een presentatiejob.

Mathias: Dat is niet waar! De laatste vier jaar heb ik enkel geregisseerd, met onder meer The Road Ahead en De Poolreizigers. Hoe ik een verhaal vertel, was wat me interesseerde.

Staf: Ik heb anderhalf jaar op de redactie van Ketnet gewerkt. Het leuke was dat ik kon meewerken aan een programma en niet alleen mijn kop moest lenen. Nu ook werken we mee, we leveren ideeën. De dag dat ik op een set kom en men mij zegt ‘lees je tekst en vertrek’, stop ik ermee.

Mathias, met het productiehuis Sultan Sushi willen jij en je vier kompanen vernieuwende televisie maken. Ben je dan nu wel bezig met wat je ambieert?

Mathias: Vernieuwend heb ik niet gezegd. Dynamische televisie maken, frisse programma’s. Dat is De Poolreizigers wel geweest, denk ik.

Jullie hebben allebei heel verscheiden tv-jobs gehad. Waaraan bewaren jullie de beste herinneringen?

Staf: Vaak is wat je het laatst hebt gedaan het tofste. In mijn geval Stafari, een programma voor kinderen waarin ik met mijn hondje Wafke door het land trok op zoek naar verhalen over dieren. Ik heb het zelf mee bedacht en op poten gezet.

Mathias: De Poolreizigers was mijn laatste ding. Uiteraard heb ik daar heel veel voldoening uit gehaald. Maar ik herinner me dat ik ooit mocht meevliegen naar Zuid-Afrika met Frank Van Passel als regieassistent voor een spot met een ploeg van 50 man. Ook geweldig, maar zo anders dat je het niet kan vergelijken.

Staf, je wil dat tv ondeugender wordt. Krijgen we dat te zien in De Identieke Tweeling ?

Staf: Op Ketnet bedoelde ik, in de trant van De Grote Meneer Cactus Show of Theo en Thea. Meer kattenkwaad. Voor volwassenen is er al genoeg stoute tv. Neem nu Big Brother: zoveel mensen in een huis zetten, is zwaar kattenkwaad. De Identieke Tweeling is met enorm veel respect gemaakt. We lachen met niemand. Dat is de lijn die VTM wil volgen. Kijk naar Boer zkt vrouw: dat is ook met heel veel respect gemaakt.

Wil Dina ook geen programma met jou, Mathias!

Mathias: ( lacht) Daar zijn we niet mee bezig.

Staf: Ik wil wel met Dina.

Dina met jou, of jij met Dina?

Mathias: Zullen we er vanavond eens over praten?

Staf: We willen wel met elkaar, dat ben ik zeker.

Voorlopig moeten jullie het met elkaar doen. Is het nu een droom samen een programma te maken?

Staf: Absoluut!

Mathias: Bert en Jan, als je dit leest en we mogen alsjeblieft nog eens iets samen doen… Ik zou met niemand liever willen samenwerken. Het is zo plezant, maar niet makkelijk. Je moet elkaar ruimte geven. Bovendien is er tussen ons heel veel inside humor. Daar moeten we mee opletten: het publiek snapt die grapjes niet. Het is aftasten van wat kan.

Als kind maakten jullie al samen filmpjes.

Mathias: Ja, sprookjes, met een heus scenario en hele eigen decors. SuperVHS, Hi8, van die dingen. Ons moeder heeft ze bewaard in een doos. We moeten ze echt eens opsnorren.

Staf: De rushes duren úren. Maar we hebben ook gemonteerde dingen.

Mathias: We zijn begonnen toen we negen, tien jaar waren. Staf had een montagetafel gekocht en ik een cameraatje, van het geld dat we verdienden met ons tv-werk. Jaja, van die pákken geld!

Is toen jullie hechte band gekomen? Of eerder tijdens de surfvakanties?

Mathias: Waarschijnlijk dan. Rond ons acht jaar gingen we elk weekend samen surfen. De hele zomer zaten we op het meer van Rotselaar elkaar de huid vol te schelden. Dat kweekt een band, ja ( lacht). We werden trouwens altijd in één adem genoemd: de Mathias en Staf.

Staf: Onze vrienden zeggen nooit: we gaan naar Mathias, of naar Staf. Ze gaan naar Mathias en Staf. We wonen ook tegenover elkaar. Als hij bezoek heeft, zet ik me gewoon bij aan tafel.

Je eist nooit een keuze? Voor wíe komen jullie nu?

Mathias: Nee, we lachen te veel af samen.

Staf: Er is tussen ons absoluut geen competitie.

Nooit elkaars lief proberen afpakken?

Mathias: Nee.

Staf: Toch niet dat hij het weet.

Waarom zien we jullie oudere broer Maarten nooit?

Staf: Het tv-wereldje heeft hem nooit geïnteresseerd. Hij is een denker die zich niet goed voelt voor een camera. Hij heeft altijd veel aan sport gedaan, avontuurlijke dingen.

Mathias: Hij zoekt zijn geluk in de lucht. Hij doet aan parapenten en hij is piloot. Helaas is hij nu op zoek naar werk, want in de sector gaat het niet zo goed. (buigt zich naar de recorder) Dus mocht er iemand werk hebben: hij is een héél goeie piloot, daar steek ik mijn hand voor in het vuur.

Het schijnt ook dat hij de goede looks heeft van de familie…

Mathias: Absoluut. Hij is een superknappe piloot met heel veel verantwoordelijkheidszin, niet zo’n losbol als wij.

Staf: Méér dan de moeite om mee van de grond te gaan!

Mathias: Ik ga er soms mee vliegen. Met mijn vliegangst zit ik dan te brullen en te bibberen van de zenuwen achter mijn stuurknuppel. Maarten heeft echter een heel druk leven. Het is echt agenda’s naast elkaar leggen om af te spreken. En wij hebben natuurlijk ook niet echt een vrijetijdsleventje.

Het is niet meer zoals ten tijde van Familie, dat Mathias als jonge puber na opnames in Reims met grote ogen verzuchtte: ‘Dit is beter dan het beste scoutskamp. Op reis gaan en ’s avonds wijn drinken…’

Mathias: ’s Avonds mogen we nu wijn drinken.

Staf: Het is wel zo dat het weekend dat we op locatie doorbrachten met de tweelingen een hechte band heeft gecreëerd, ook met de ploeg. Zozeer dat je elkaar de volgende dag opbelt: ‘Hey, wat ben je aan het doen?’ Het groepsgevoel is onovertroffen. Het is een heel intense samenwerking.

Dus jullie wacht binnenkort het zwarte gat?

Mathias: Nee, toch niet. We hebben nog heel veel te doen. In den hof werken bijvoorbeeld.

Staf: Ik heb een klein tuintje, Mathias een grote. We helpen elkaar.

Maar jongens, nu moeten jullie zaaien en planten, niet over enkele maanden!

Mathias: O, maar we zijn al bezig, hoor. Ik heb al een haag gezet.

Staf: Bij mij is alles omgeploegd, we hebben gras gezaaid. Maar we zijn er nog lang niet. Dus Identieke Tweeling of niet: druk druk druk, jongens, jongens…

Door Ineke Van Nieuwenhove

‘Als we elke maand brood en een pot choco kunnen kopen, zijn we content.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content