‘WE HEBBEN MIN MOATEN GESPEELD VOOR EEN ZAAL RACISTISCHE ZUID-AFRIKANEN’

© GF©GERONIMO

In de eerste reeks van Soundtrack baanden Dijf Sanders en Jason Dousselaere van Teddiedrum, Johannes Verschaeve van The Van Jets en Eva De Roovere zich een muzikale weg door het beloofde land, van Israël tot de bezette Palestijnse gebieden. Nu trekken Tijs Delbeke, Isolde Lasoen, Jef Neve en Flip Kowlier met hun instrumenten een rode draad doorheen Zuid-Afrika, twintig jaar na de eerste vrije verkiezingen in het ooit door apartheid verscheurde land.

‘En, wat heb je er al van gezien? Wat vind je ervan?’ Wanneer Jef Neve en Flip Kowlier elkaar begroeten in de catacomben van de Gentse Handelsbeurs beginnen ze meteen na te kaarten over hun road trip, en vooral over de tot episodes herleide versie ervan. ‘Ik vind het tof’, zegt Neve. ‘Ik heb het gevoel dat het klopt, het ziet eruit zoals het was.’ Drie weken met muzikale kompanen door Zuid-Afrika reizen is één ding, jezelf dat in gemonteerde versie op televisie nog eens zien doen iets helemaal anders. Maar Neve is dus gerustgesteld: ‘Ik had tijd nodig om te wennen aan de regie van zo’n programma, want de makers hebben wel degelijk een verhaallijn in gedachten. Wat perfect normaal is, natuurlijk, maar wij zijn geen acteurs. Spontaan een liedje uit je mouw schudden ‘omdat de zon nú goed zit’, het is niet zo eenvoudig als het lijkt.’

Hebben jullie lang moeten nadenken over jullie deelname aan Soundtrack?

FLIP KOWLIER: Ik had er meteen goesting in, maar ik heb toch even de loting van de andere kandidaten afgewacht, eerlijk gezegd. Drie weken op reis, dat doe ik het liefst met mensen die ik een beetje kan aanvoelen. Maar dit was de ideale ploeg, geloof ik.

JEF NEVE: Ik had de eerste reeks niet gezien, dus heb ik eerst mijn tijd genomen om die op mijn gemak te bekijken. Ik zag al snel dat het goed was, en had het geluk dat ik de drie andere kandidaten behoorlijk goed ken. Aan Tijs Delbeke heb ik zelfs nog lesgegeven.

Voor jullie beiden was Zuid-Afrika geen onbekend terrein.

KOWLIER: Ik was er ongeveer tien jaar geleden al eens geweest, maar dan om er optredens te geven. Veel tijd om rond te kijken had ik toen niet, dit was de eerste keer dat ik echt door het land gereisd heb.

NEVE: Idem. Ik had al een paar concerten in Kaapstad gespeeld, meer niet. Maar dat het een indrukwekkend mooi land is, wist ik wel.

De eerste aflevering vertrekt vanuit Johannesburg, een stad met een niet al te beste reputatie op het vlak van veiligheid en criminaliteit.

NEVE: Ik had op voorhand heel wat gruwelverhalen gehoord over Johannesburg, maar dat bleek heel goed mee te vallen. Ik kan me voorstellen dat er buurten zijn waar je beter niet komt, maar de delen die wij bezocht hebben, waren best hip. Het is een stad waar heel veel leeft, waar veel in beweging is en waar je voelt dat de mensen de zaken vooruit willen helpen. Ik zou er gerust een tijdje kunnen wonen. In andere steden die we bezocht hebben, was de sfeer een pak grimmiger.

KOWLIER: Je moet gewoon weten welke straat je in mag wandelen en welke niet, maar dat is zo in om het even welke andere grootstad.

In Palestina, waar de vorige reeks zich deels afspeelde, was de Israëlische bezetting overal en altijd voelbaar, hoeveel vrolijke liedjes er onderweg ook gespeeld werden. Hoe groot is de politieke dimensie in deze reeks?

KOWLIER: Ik heb op voorhand gezegd dat ik géén goesting had om naar Zuid-Afrika te gaan en het de hele tijd over apartheid en dergelijke te hebben. Maar je kunt er gewoonweg niet omheen, het komt heel snel ter sprake. Heel veel dingen worden nog steeds herleid tot het zwart-witverhaal.

Het woord ‘racisme’ valt een eerste keer rond de zesde minuut.

NEVE: En het valt dikwijls. Maar ik had niet het gevoel dat ik door een land met fricties reisde. Akkoord, er wordt nog vaak gepraat in termen van ‘onze’ cultuur versus die van de ‘andere’, maar er zijn ook veel jonge gastjes die er niks meer mee te maken willen hebben. ‘We beginnen gewoon opnieuw’, zeggen ze, en ze zetten zich af tegen dat verleden. Ik heb het gevoel dat het ginds de goede richting uitgaat. (tegen Kowlier) Of is dat naïef van me?

KOWLIER: Het blijft tenminste niet steken bij goede intenties. De mensen spannen zich er wel degelijk in om vooruit te gaan. Maar je kunt de hele geschiedenis ook niet zomaar in één keer uitwissen, natuurlijk.

NEVE: Wat ook speelt, heb ik gemerkt, is de blijvende inmenging van de buitenwereld. Zuid-Afrika wordt nog steeds nauwgezet gevolgd, en dat maakt het er niet eenvoudiger op om autonoom verder te gaan en een eigen identiteit te ontwikkelen. ‘Laat ons met rust’, lijken ze soms te denken. De figuur Nelson Mandela speelt voor ons een gigantisch grote rol. De man wordt beschouwd als een halve heilige, maar sommige zwarte Zuid-Afrikanen zien dat anders. Mandela heeft veel goeds gedaan, zeggen ze, maar de bal ook vaak misgeslagen. Plus, het verzet tegen de apartheid was meer dan één man, vinden ze, en daar hebben ze natuurlijk groot gelijk in.

Ten tijde van de apartheid werd Zuid-Afrika door de meeste popartiesten geboycot, en wie er toch ging spelen, werd scheef bekeken. Tegenwoordig zien we dat af en toe opnieuw gebeuren, bijvoorbeeld met Israël en Rusland. Vormt muziek een geschikte dijk tegen racisme en ander onrecht?

NEVE: Ik vind zo’n boycot nogal dubbel. Door ergens niet te gaan spelen, neem je ook de mogelijkheid tot dialoog weg. We hebben in Zuid-Afrika een nogal extreem geval meegemaakt, toen we op bezoek gingen bij een blanke zangeres die een dorp voor uitsluitend blanken aan het bouwen is.

Dat belooft.

NEVE: Geloof me, we hadden er met ons vieren aanvankelijk maar weinig zin in. En natuurlijk bleek de dame in kwestie extreem gastvrij te zijn. (lacht) Volgens haar laat de huidige regering in Zuid-Afrika de arme blanken in de kou staan, worden ze nog meer achtergesteld. Er zijn ook blanke krottenwijken, vertelde ze, en ze wil een oplossing bieden voor de mensonwaardige omstandigheden daar. Flauwekul, denk je dan, maar een beetje later stonden we effectief in zo’n blanke krottenwijk, waar alle mensen in cabanekes leven. Het beeld dat we allemaal kennen van zwarte kindjes met vliegen rond hun neus en ogen, maar dan met blanke kinderen. Dat hadden we niet verwacht. ‘Fuck, dat mens heeft ergens een punt’, denk je dan, want ook dát is een tragedie. Enfin,’s avonds nodigde ze ons uit op een typisch blank Boerenfeest. Traditie, voor die mensen, net zoals wij Vlaamse volksfeesten hebben. Ieder zijn meug. Maar wat bleek? Het liep daar vol met de goorste racisten en het hele gebeuren had zelfs een fascistisch kantje. En uiteraard kregen we er de vraag iets te spelen. (blaast) We werden echt onder druk gezet want ze hadden die hele avond speciaal voor ons georganiseerd. Dus ja, we hebben effectief op het podium gestaan voor een met racistische blanke Zuid-Afrikanen gevulde zaal.

Welk toepasselijk protestlied hebben jullie uit de mouw geschud?

KOWLIER: We hebben Min moaten gespeeld. (hilariteit) Ik kon het wel niet laten om op het eind, in een stukje parlando, iets te zeggen. Dat ik het niet noodzakelijk eens was met hun gedachtegoed, maar kom, we zijn nu muziek aan het maken, iets in die trant. Ik wilde me toch een beetje indekken. Kijk, van mij mogen politiek en muziek best samengaan. Wie iets te zeggen heeft en weet waarover hij het heeft, moet dat kunnen doen. Persoonlijk doe ik dat niet echt, ik heb de kennis niet en ik relativeer te veel om me een uitgesproken mening te vormen over politiek. Iemand als de Zuid-Afrikaanse rapper Jack Parow, bij wie we op bezoek zijn geweest, gebruikt zijn muziek ook niet om politieke statements te maken, maar hij bleek er wel een uitgesproken mening over te hebben.

NEVE: In de reeks komt werkelijk het hele gamma aan bod: van de grootste idealisten tot de grootste racisten en alles daartussenin. Maar geloof me, in vergelijking met die blanke nationalisten is het Vlaams Belang een zacht poesje dat op je schoot ligt te soezen.

KOWLIER: Maar ik heb er evengoed gespeeld met een zwarte rapper die songs schrijft over Boeren vermoorden en zo. Dat is dan de andere kant van het verhaal. Die kerel had trouwens een uitleg voor wat hij doet. Zijn teksten zijn heel extreem en controversieel, bedoeld om dialoog uit te lokken. In zijn oude wijk werd hij als een held beschouwd en liep hij heel stoer met zijn mes te zwaaien. Waarop onze geluidsman Johan, een echte West-Vlaamse volksmens, vroeg of hij dat mes eens mocht zien. ‘But it’s a kitchen knife!‘ zei hij tegen die gast. En plots wist de stoere rapper niet meer hoe zich te gedragen. (lacht) Het was trouwens een coloured Zuid-Afrikaan, een halfbloed. Die voelen zich nog het meest gediscrimineerd.

Waarom hebben de makers van Soundtrack eigenlijk geen gekleurde Vlaming mee afgevaardigd?

KOWLIER: Dat zou je aan hen moeten vragen. Er zijn gesprekken geweest, hoor, ik heb enkele namen horen circuleren. Misschien was deze samenstelling in beeld het interessantst? Jef, de arische god uit de Kempen, Tijs, de Antwerpse hippie, Isolde, een Gentse schone, en ik, de Vlaamse Bruce Willis. (lacht, Neve ligt in een deuk)

Konden jullie je muzikale ei kwijt in deze reeks?

NEVE: We hebben in elk geval alle vier aan hetzelfde zeel getrokken, als muzikanten één front gevormd. De makers vormen een zeer ambitieuze ploeg. Dat is goed, dat zie je aan het eindresultaat. Maar soms was het nodig onze grenzen te trekken: ‘Mannekes, we zijn nu twee weken continu onderweg, we willen graag één middag rusten!’ Fysiek en mentaal was het soms best zwaar en soms moesten we knokken om voldoende tijd voor de muziek. Het programma heet tenslotte Soundtrack, terwijl de ploeg vooral veel aandacht besteedt aan het beeld. Maar we hebben ons ding kunnen doen, hoor. Vooral naar het einde toe zitten er een paar leuke songs in de serie.

Wat me in de eerste aflevering het meest heeft getroffen, was de uitspraak van een politiek geëngageerde muzikant in een township in Soweto. ‘Nu zien jullie waarom we geen liefdesliedjes spelen’, zegt hij tijdens jullie rondleiding. ‘We hebben wel andere dingen aan ons hoofd.’

NEVE: Inderdaad. Op een bepaald moment wilde de ploeg per se naar een wijk in Soweto die nog armzaliger was dan de plek waar we filmden. ‘Waarom?’ vroeg die gast. ‘Is dit niet armoedig genoeg? Willen jullie zwarte kinderen met opgeblazen buikjes zien? That’s not poverty, that is war.’ Fuck jong, dat was zo to the point!

Hoe zat het met jullie kennis van Zuid-Afrikaanse muziek voor jullie vertrek?

KOWLIER: Heel basic. Graceland, de plaat van Paul Simon met Ladysmith Black Mambazo, is een van mijn favoriete platen, en ik wist een beetje wat er op het vlak van hiphop gebeurt. Meer niet.

NEVE: Ik ken een paar Zuid-Afrikaanse jazzmuzikanten, met wie ik ginds en in Europa al gespeeld heb. En Die Antwoord ken ik, natuurlijk.

Hebben jullie kennisgemaakt met kwaito, de lokale dancevariant?

NEVE: In Durban, de stad waar ik me het minst op mijn gemak voelde, zijn we naar een zogenaamde kwaitoclub geweest. Maar volgens mij was dat gewoon een goedkope discotheek.

KOWLIER: Ik denk het ook, ze speelden daar gewoon platte house. Raar sfeertje wel, volgens mij hadden ze daarbinnen nog nooit een blanke gezien. We waren er welkom, hoor. Ik heb me daar wijselijk wat aan de kant gezet, maar de anderen werden haast geattaqueerd op de dansvloer.

NEVE: Het was in elk geval heel lang geleden dat ik nog zó dicht bij kronkelende vrouwenlijven had gestaan. (lacht) Neen, die lieten er niet bepaald gras over groeien. En ik had me nog zó voorgenomen om niet te dansen op televisie!

SOUNDTRACK

Vanaf woensdag 3/6 om 21.30 uur op Canvas.

DOOR JONAS BOEL

Flip Kowlier ‘IK HEB ER EVENGOED GESPEELD MET EEN ZWARTE RAPPER DIE SONGS SCHRIJFT OVER BOEREN VERMOORDEN EN DERGELIJKE – BEDOELD OM DIALOOG UIT TE LOKKEN.’

Jef Neve ‘HET WAS HEEL LANG GELEDEN DAT IK NOG ZÓ DICHT BIJ KRONKELENDE VROUWENLIJVEN HAD GESTAAN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content