WALESA: MAN OF HOPE

In de biopic Walesa: Man of Hope brengt Pools filminstituut Andrzej Wajda – inmiddels al 87 – onverholen hommage aan de snor die het communistische regime begin jaren tachtig op de knieën kreeg. Even polsen bij elektricien, Solidarnosc-boegbeeld, Nobelprijswinnaar en voormalig Pools president Lech Walesa.

Vind je de film zelf een beetje accuraat?

LECH WALESA: Absoluut. Hij toont niet alleen wat ik heb meegemaakt, hij toont hoe onze generatie heeft gestreden tegen het communisme, dat een slecht systeem was. En hoe we erin geslaagd zijn om iets beters op te bouwen.

Nadat je eind jaren zeventig de vakbeweging Solidarnosc had opgericht werd je de klok rond door het regime in de gaten gehouden. Was dat niet slopend voor jou en je gezin?

WALESA: Aanvankelijk wel. Maar gaandeweg werd ik er sterker en vastberadener door. Het bewees dat onze strijd belangrijk was. En dat we kans op slagen hadden. Waarom deed het regime anders al die moeite? Het is zoals boksen. Voor het gevecht voel je de angst maar eens je in de ring staat, denk je niet meer aan de klappen. Het gevoel constant bedreigd en bespied te worden heeft ook iets verslavends. Het geeft je een kick. Toen mijn populariteit daalde dacht ik: ‘Welke revolutie ga ik nu eens ontketenen? Ik heb opnieuw een kick nodig.’ (lacht)

Je was vroeger elektricien. Kende je toen al de films van Andrzej Wajda?

WALESA: Ik heb al zijn films gezien. En ze waren steevast een inspiratiebron. Voor alle Poolse arbeiders trouwens. Ze waren patriottisch. En ze straalden kracht en hoop uit, ook al waren ze niet expliciet politiek. Zonder Wajda’s films zat ik hier nu niet.

Man of Hope bevat de nodige humor. Welke rol speelt humor tijdens een politieke revolutie?

WALESA: Een grote rol. Ik denk dat het een van mijn wapens was. Ik ben geen intellectueel en mijn gevoel voor humor is simpel en direct. Dat geef ik eerlijk toe. Een grap vertellen kan spanning wegnemen en een situatie ontmijnen. Of het kan ertoe leiden dat je opponent je onderschat. Voor ik bekend werd, hield ik niet van politici net vanwege het feit dat het saaie droogstoppels waren. Ze verveelden me en ik verstond niet wat ze zeiden. Toen ik zelf in de politiek ging, heb ik me bewust voorgehouden om ook af en toe een grap te vertellen. Dat onthouden de mensen. Zo gaat je boodschap er makkelijker in. Met Michail Gorbatsjov was het vaak lachen indertijd. Hij had hetzelfde simpele gevoel voor humor als ik.

Je bent de voorbije jaren politiek op het achterplan beland. Waar houd je je momenteel zoal mee bezig?

WALESA: Met kruiswoordraadsels en computerspelletjes. Ik geef lezingen en schrijf opiniestukken. Ik tracht mensen duidelijk te maken dat globalisering in hun voordeel is. Nu ik de film heb gezien, begrijp ik wel beter waarom mensen me niet altijd op mijn woord geloven. Ik heb duidelijk een lastig en koppig karakter. (lacht)

Volg je de politiek nog op de voet? De situatie in Syrië bijvoorbeeld?

WALESA: Het probleem is dat de wereld de voorbije dertig jaar, sinds de val van het communisme, compleet veranderd is maar nog altijd wordt bestuurd op basis van de principes van toen. De VN-Veiligheidsraad, de NAVO… ze zijn compleet gedateerd. Verroest. Men moet dringend een nieuw systeem bedenken om volkeren te verenigen. We worden ook meer dan ooit geregeerd door de Amerikanen, de enige supermacht die nog overschiet. Ze spelen graag wereldpolitie maar veel bakken ze er niet van. Men zou die job beter uitbesteden aan de Polen. Laat de Polen de boel regelen en Syrië is zo opgelost.

13/10, 20 UUR; 17/10, 17.30 UUR

DOOR DAVE MESTDACH

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content