Jan Arends,624 blz., 34,50 euro

Maandag, 21 januari 1974. Jan Arends wandelt naar zijn uitgever om enkele exemplaren van zijn Lunchpauzegedichten op te halen. Na een getormenteerd leven dat hij voor het grootste deel in psychiatrische instellingen, op eenzame zolderkamers en bij steenrijke weduwen sleet, staat Arends eindelijk op de drempel van literaire erkenning. Maar de dichter verruilt het tijdelijke met het eeuwige, in de vooravond springt hij uit zijn raam de duisternis in.

Jan Arends is uitzonderlijk. Een enigma. Ongrijpbaar, paradoxaal, maar daarom precies ook ongemeen fascinerend. Een deel van de fascinatie schuilt in de grillige levenswandel van de ondergewaardeerde auteur, maar de essentie is dit: Jan Arends’ erfgoed behoort tot het allerbeste van de Nederlandstalige literatuur. Ruim dertig jaar na zijn suïcide voedt de Bezige Bij de interesse in de schrijver – zowel in zijn persoon als in zijn werk – met twee parels van boeken. De biografie Angst voor de Winter schetst een intrigerend beeld van het labiele genie, terwijl de heruitgave van zijn verzameld werk Vrijgezel op kamers u meedogenloos meezuigt in the real thing.

Het was voor Nico Keuning wellicht de enige manier om een biografie samen te puzzelen: met feiten, want Arends schizo- frene psyche is ondoordringbaar. Geen mogelijke verklaring voor zijn geestesziekte dus, nauwelijks inkijk in zijn motivaties, wel een waslijst aan adressen waar hij ooit woonde, mensen die hij ontmoette en opsommingen van de talloze baantjes die hij aannam om te overleven. Onder die hoop droge feiten sluimert evenwel een gloeiend portret van Arends: de copywriter die de sterren uit de hemel schrijft, maar amper weet wat spelling en grammatica is; de dichter die enkel kan communiceren via zijn gedichten; de Maigret-vertaler die nooit Frans leerde, enzovoort. De meest hallucinante passages van de biografie concentreren zich trouwens op de relatie tussen leven en werk. Zijn rol als huisknecht van rijke ‘wijven’ (voor Arends een mentaal sadomasochisme) is niet alleen een noodzaak, het is de grondstof voor de verstikkende novelle Vrijgezel op kamers. De lange monoloog Keefman is een autobiografische verdediging van de psychiatrie, terwijl een onafgewerkt toneelstuk afrekent met zijn bestaan als copywriter. Leven en werk zijn bij Arends zo angstwekkend diep versmolten, dat het u wellicht niet verwondert dat biografie en verzameld werk hoogst complementair zijn. Hopen maar dat Jan Arends eindelijk de respons krijgt die hij verdient. Bram van Moorhem

Hans Comijn

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content