Viva Riva! **

PATSHA BAY in 'VIVA RIVA!'. Een niet-toeristische toer door de onderwereld van Kinshasa.

KONING VAN KINSHASA. Zou de Congolese regisseur Djo Tunda Wa Munga de inspiratie voor zijn gangsterfilm uit zijn tijd in België gehaald hebben? Hoe dan ook, zijn zeldzame Afrikaanse noir is ruw authentiek.

Djo Tunda Wa Munga met Patsha Bay, Manie Malone, Hoji Fortuna

Maak je op voor een harde trip naar de achterbuurten van Kinshasa. Djo Tunda Wa Munga neemt je in zijn explosieve debuut mee naar de meest vunzige plekken van de Congolese hoofdstad, waar een tekort aan benzine het leven onmogelijk maakt, de elektriciteit om de haverklap uitvalt en de corruptie welig tiert – zelfs onder priesters. Hoofdpersonage Riva (Patsha Bay) heeft van de lucratieve smokkel van benzine zijn roeping gemaakt en is daardoor in een volbloed opportunist veranderd. Na jaren ballingschap komt hij in modieus maatpak en met zakken vol geld grote sier maken in zijn geboortestad. Enter de femme fatale: meteen wordt hij er verliefd op het verwaarloosde liefje (een sexy Manie Malone) van de gevreesde lokale gangsterbaas. Voor de regisseur van deze in het Lingala gesproken film is dat het sein om de coda van de noir uit te spelen, want ze sleurt hem mee in een spiraal van hebzucht en seks in geile poses. Intussen krijgt Riva ook de meedogenloze Angolese gangsterbaron Cesar achter zich aan, van wie hij een lading benzine gestolen heeft.

Djo Tunda Wa Munga heeft voor zijn zwarte exploitationthriller blijkbaar goed naar de cinema van Abel Ferrara en Akira Kurosawa’s Stray Dog gekeken. Denk maar aan de trashy lowbudgetmix van brutaal geweld, zwoele seks en religieuze symbolen – heb je de lesbienne die zich als non vermomt opgemerkt? Ondanks zijn benepen budget serveert deze energieke misdaadfilm zijn donkere moralisme rauw, stijlrijk én in een sfeervolle digitale fotografie. Of het nu gaat om groezelige bordelen, pulserende vipnachtclubs of vervallen achterbuurten, je wordt echt ondergedompeld in vuilbak Kinshasa. De stevig in het genre van de klassieke noir en de blaxploitation gebette film is zowel sexy als grimmig vibrerend. Wat meer: door de realistische documentaire benadering toont de regisseur ook zijn oog voor de sociale context.

Denk nu niet dat dit een feilloos stuwende Congolese noir is. Sommige plotwendingen zijn even grillig en grotesk als de kuren van een baviaan of behoren tot het domein van de pure slapstick. De psychologische schildering van de personages is dan weer even direct als in een taaie B-film, net als de sadistische geweldconfrontaties. Je neemt het er graag bij, want in ruil krijg je een broeierige trip door de metropool met zijn sloppenwijken. De toeristische dienst zal je er niet gauw heen sturen, maar ze geven het grijze Kinshasa de allure van een wetteloze vrijstaat en chaotische machohel.

LUC JORIS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content