‘When I see you cry, it makes me smile’. Het wijsje heeft zich ongetwijfeld al tussen uw oren genesteld en zal daar nog wel een poosje resideren. Want met het zonnige, in ska-echo’s gedrenkte ‘Smile’ heeft Lily Allen dé zomerhit van het jaar te pakken. Zonder al te veel hulp van de muziekbizz, als we haar verhaal mogen geloven: de jonge Londense gooide haar songs gewoon op het net, meer bepaald via de community-website MySpace.

Al vier jaar timmerde de Londense popzangeres Lily Allen, 21 ondertussen, aan de weg toen ze een platencontract kon lospeuteren bij een sublabel van het legendarische Parlophone, van Beatles-faam. De bazen aldaar wilden Lily met haar zelfgeschreven teksten naar een of andere hitfabriek sturen, maar dat was buiten het rebelse zangeresje gerekend. Ze zette háár versies van háár songs op haar MySpace-website en genereerde binnen de kortste keren een immense fanbase, die haar platenfirma niet meer kon negeren. Allen kreeg haar zin: haar debuutalbum Alright, still… werd opgenomen volgens haar wensen en ze groeide uit tot ‘de eerste ster die door MySpace werd gemaakt’.

Het zou allemaal een promopraatje kunnen zijn, maar wanneer we tegenover Lily Allen zitten, hebben we het moeilijk om haar niet te geloven. De in nonchalant roze (mét glitterdiadeem) gestoken dochter van een Britse komiek en een filmproducente is duidelijk een jongedame voor wie het menens is met haar zangcarrière en die daar keihard voor wil werken. Maar tegelijk gaat Allen, die om geen ‘fuck’ meer of minder verlegen zit, de waarheid niet uit de weg in haar korte no-nonsense antwoorden, tussen twee slokken Bloody Mary door.

Je werd bekend omdat je met je muziek heel wat ‘vrienden’ maakte op MySpace. Zitten daar ook echte vrienden tussen?

Lily Allen: Een paar toch. Meestal zijn dat mensen die je via via kent en die je vroeg of laat in een club tegenkomt. Als dat gebeurt kan ik daar echt niet mee overweg: ‘Jij bent een virtuele vriend,’ denk ik dan, ‘jij mag geen werkelijkheid worden.’ Ach, mijn toenmalige vriend was een muzikant met wat connecties in de muziekindustrie én een MySpace-site. Daardoor vonden heel wat mensen wellicht iets vlugger hun weg naar mijn website dan naar die van iemand anders. Zo is de bal aan het rollen gegaan.

Is het waar dat MySpace verslavend werkt?

Allen: Jazeker, ik herinner mij nog hoe ik in het begin om de haverklap ging kijken of iemand gereageerd had of zo. Maar ondertussen kan ik MySpace niet meer ruiken of zien. Het is gewoon stress geworden. Als ik inlog, moet ik me al door 15.000 verzoeken werken van mensen die mijn vriend willen worden. (blaast)

Zowel op MySpace als in je teksten ben je vaak pijnlijk eerlijk, ook over andere mensen. Kunnen je ex-vriendjes en je broer er een beetje mee lachen dat je je voor heel de wereld vrolijk maakt over hun gebreken?

Allen: Tja, ik ben altijd al open en eerlijk geweest – zo ben ik nu eenmaal opgevoed. Het kan me eigenlijk niet zo veel schelen wat ze ervan vinden dat ik over hen zing. Mijn broer heeft alvast geen klagen: hij wordt op MySpace bestookt met mails van meisjes. Onlangs was er eentje die vertelde dat ze de hele tijd met hem had staan praten op een festival waar hij nog nooit geweest was! Fijn, blijkbaar loopt er al iemand rond die zich uitgeeft voor ‘de broer van Lily Allen’.

In ‘Knock ‘em out’ zing je iets dat heel typisch MySpace is. Je wimpelt een opdringerige kerel af met de smoes dat je getrouwd bent. Werkt dat?

Allen: Yep. Ook op MySpace barst het inderdaad van de opdringerige gasten, en zeggen dat je getrouwd bent, houdt hen blijkbaar op een afstand. In het echt ook, heb ik gemerkt. Ik heb al een tijdje geen relatie meer, maar loop toch met een ‘verlovingsring’ aan mijn vinger. En het werkt, want nog niemand is mij komen versieren. (grijnst)

In ‘Not big’, deel je je ex-vriend mee dat je de hele relatie gefaket hebt. Kun je een hele relatie faken?

Allen: Zulke dingen zeg je natuurlijk gewoon wanneer een relatie stukloopt en je de ander zo hard mogelijk wil kwetsen. Ik heb ook gezegd dat hij klein geschapen was, maar dat wil nog niet zeggen dat het zo is. Maar volgens mij is het zeker mogelijk om een hele relatie te faken. Als je bang bent om alleen te zijn, of jezelf niet aantrekkelijk vindt bijvoorbeeld. Ik ken wel enkele vriendinnen die gewoon bij hun vriend blijven omdat het verdomd veel energie vergt om bij iemand weg te gaan. Al heb ik daar geen ervaring mee: doorgaans ben ik degene die achterblijft met een gebroken hart.

Je teksten bevatten heel wat zure oprispingen over stukgelopen relaties. Kan je je inbeelden dat je, als je weer van de straat bent, melige liefdesliedjes gaat schrijven?

Allen: Goh, het is me tot nog toe niet gelukt. En dan moet er eerst nog iemand verliefd op mij worden. (grijnst) Ik schrijf nog maar twee jaar mijn eigen teksten moet je weten, op aanraden van mijn manager. ‘Da’s de enige manier waarop je er iets aan zal overhouden’, zei hij. Ik schrijf daarom gewoon over wat ik weet, observaties. Anders werkt het niet. Ik beheers niet de minste techniek, zelfs rijmen ligt me niet.

Heb je geen schrik dat de roem je naar het hoofd zal stijgen? Je was zo eerlijk om op je weblog te schrijven dat je, toen je pas nummer één was geworden, op elke artiest in de backstage afstapte met de vraag: ‘En heb jij al een nummeréénhit?’

Allen: God ja, beschamend hé. Maar dat was veeleer een kwestie van alcohol dan van sterallures. Bespaar me dat ik echt zo word. Onlangs zat ik in een tv-programma samen met The Dirty Pretty Things en The Kooks. Degoutant hoe belangrijk die zichzelf wel niet vonden. Zelf vind ik roem iets heel engs. Ik kan er nog altijd niet mee overweg dat er altijd iemand naar me kijkt als ik over straat loop in de buurt waar ik al jaren woon. Dat gaat over, hoop ik. Anders is roem iets heel vies.

Heeft het ook geen voordelen? Ligt die onbetaalbare flat uit ‘Everything’s just wonderful’ ondertussen niet binnen jouw budget?

Allen: Het is nog altijd overleven, hoor. Ik woon nog steeds bij mijn ma. Maar Londen is dan ook ongelooflijk duur. Iedereen leeft er onder een immense druk om geld te verdienen, gewoon om te kunnen leven. Daardoor zijn de mensen meedogenloos en hard geworden. En toch maar volhouden dat alles lekker loopt.

Zitten de aanslagen van vorig jaar daar ook niet voor iets tussen?

Allen: Maar nee. Het ergste is dat het zo weinig teweeg heeft gebracht. Natuurlijk is het bewonderenswaardig dat we ons niet laten kennen. Maar als ze zeggen: de terroristen mogen niet winnen, dan komt dat vooral neer op ‘blijf hard werken en blijf geld uitgeven’.

Door Hans Van Goethem

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content