Donderdag 15/1, 20.35, één

‘Boksen, is dat wel een sport?’ Annemie Struyf vond het aanvankelijk maar raar, dat boksen, maar nadat ze voor een tweede reeks van Via Annemie een maand lang was opgetrokken met bokskampioene Delfine Persoon, begreep ze stilaan wat die sport van een mens vraagt en met een mens doet. Het resultaat is een indringend portret van een simpele boerendochter uit West-Vlaanderen die opgroeide tussen de knolselders en zich een weg naar de wereldtop bokste. ‘Ik was erbij toen ze de kamp van haar leven bokste tegen de Australische Diana Prazak en met succes de titel van wereldkampioene bij de lichtgewichten verdedigde. Tijdens die match heb ik mezelf ook afgevraagd: waar zijn al die sportjournalisten en camera’s?’

‘Een onrecht’, schreef je vorige maand in De Standaard toen Persoon naast de titel van sportvrouw van het jaar greep.

ANNEMIE STRUYF: Ik vond dat onrechtvaardig, ja. Als je zo excelleert, als je er geen euro mee verdient en nergens ondersteuning krijgt, als je het louter voor de eer doet, en als je dan nog die erkenning in eigen land niet krijgt, dan vind ik dat een schande. Zeker als je hoort waarom. Dat de Franstalige journalisten haar niet kenden is één ding, maar dat het in de sportwereld toch vooral draait om ons-kent-ons, heeft nog weinig met objectiviteit te maken.

Wat bewonder je zo aan Persoon?

STRUYF: De volharding, de discipline. Ik ben geen sportjournaliste, dus ik weet niet hoe het leven van andere sportmensen eruitziet. Maar bij Delfine staat alles in functie van dat boksen. Ze leeft uiterst sober, werkt keihard en combineert dat ook nog eens met haar job als politieagente. Ik denk dat je dat in de West-Vlaamse volksmentaliteit moet gaan zoeken. Ik ben ze al tegengekomen, kinderen van een generatie boeren die thuiskomen van school en onmiddellijk het veld op worden gestuurd om te gaan werken. Ook tijdens vakanties. Voor mensen die niet uit zo’n familie stammen, denk ik dat dat moeilijk te begrijpen is.

Exact een jaar geleden ben je van een Arabisch paard gesukkeld, met een verbrijzelde elleboog tot gevolg. Ben je dit jaar in hachelijke situaties verzeild?

STRUYF: Op een andere manier. De reportage over transgenders heeft me erg in de war gebracht. Enkele weken geleden is een van de nevenpersonages uit die reportage overleden. Uit het leven gestapt, zoals ze dat zo mooi zeggen. Het was een oudere transgender die in Vlaanderen als man leefde en in Wallonië als vrouw. Wat ik altijd weer moeilijk en spannend, maar soms ook noodzakelijk vind, is de verborgen camera. Met politiecommissaris Kathleen uit Brussel ben ik vermomd als blanke toerist van middelbare leeftijd naar Tunesië gereisd met een camera in de handtas om te onderzoeken hoe het zit met schijnhuwelijken tussen piepjonge Tunesiërs en oudere blanke dames van hier. Het was een zenuwslopende karwei: als je betrapt wordt, kun je het niet overdoen. En je handtas moet altijd gericht zijn, zodat de persoon in kwestie goed in beeld is. We zijn dit jaar ook in Oeganda geweest. Daar offeren ze kinderen als een kip of een geit niet tot het gewenste resultaat leidt. Ik ben al vaak in Afrika geweest, maar bij deze reportage vroeg ik me achteraf oprecht af: ‘Durf ik het nog wel, de volgende keer?’

ANDREAS ILEGEMS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content