In een carrière van ruim een halve eeuw speelde Charlton Heston alles en iedereen: van Mozes tot Michelangelo, van Johannes de Doper tot de laatste man op aarde. Een gesprek over zijn glansrollen en over zijn aandeel in de nieuwe versie van een van zijn klassiekers, ‘Planet of the Apes’. Door Lawrence Grobel

Maar in een gesprek met Heston kan je natuurlijk niet naast de langverwachte herwerking van Planet of the Apes, waarin hij slechts even opdraaft, als een oudere, eigenlijk wijze aap, die sterft.

Toen je de eerste ‘Planet of The Apes’ maakte, had je dan enig idee dat die zo’n cultstatus zou verwerven?

Charlton Heston: Ik was niet overdonderd door het boek van Pierre Boule, maar het idee was schitterend. Arthur Jacobs bezat de rechten en uiteindelijk werd het een soort van grapje omdat hij me elke twee maanden wel eens belde om te zeggen dat het nu bij die studio op tafel lag. Zo ging het wel twee jaar door. Tot Dick Zanuck, die toen Fox Studios runde, vroeg: ‘Er zullen dus acteurs meedoen met make-up, juist? Wel ik geef je 50 000 dollar (2,3 miljoen frank) om die make-up te ontwerpen. Ziet het er goed uit, dan doen we een test-scène. Als die voldoet, toon ik die in New York aan de grote bazen. Als zij me niet uitlachen, heb je een film.’ Zo ging het ook. Ik vermoedde wel dat het een hit zou worden.

Je speelde alleen in het eerste vervolg mee, nietwaar?

Heston: Ik vertelde Dick Zanuck: ‘We hebben de film gemaakt. De andere delen kunnen alleen over de avonturen van de aapjes gaan.’ Wat ook waar was. Hij drong aan: ‘Chuck, ik moet een vervolg maken en ik kan het enkel maken als jij erin meespeelt.’ Ik zei hem: ‘Je stak je nek uit voor dit project toen niemand anders dit wilde, dus ben ik je wel iets verschuldigd. Weet je wat: laat me dan sterven in de eerste scène.’ Hij zei: ‘Wat denk je ervan als je verdwijnt in de eerste scène en eraan gaat in de laatste?’ Zo is het uiteindelijk gegaan.

Heb je er achteraf geen spijt van gehad dat je niet hebt meegespeeld in de sequels?

Heston: Nee, want het eerste vervolg was het beste. Ik heb niet eens al de andere gezien.

Is het waar dat toen Kim Hunter je omhelsde bij de vertoning van de eerste film, je haar niet herkende?

Heston; Ja, ik had haar nooit gezien zonder haar make-up.

Hoe zou je deze film quoteren tegenover je ander werk?

Heston: Vrij hoog. Ik ben er fier op en krijg nog altijd cheques.

Zou onze wereld zo eindigen, niet met een kikje maar met een knal?

Heston: Wie zal het zeggen? Weet je, bij de scène op het strand, waar het vrijheidsbeeld in het zand steekt, was Dick Zanuck op de set. Toen moest mijn karakter zeggen: ‘Het is jullie eindelijk gelukt, Goddamn you, goddamn you all to hell.’ Dick vond dit niet kunnen. Ik zei: ‘Dick ik ben niet aan het vloeken. Ik vraag God om de mensen te vervloeken die de beschaving naar de klote hielpen.’ Hij antwoordde: ‘Dat is een goede, dat zal aanslaan.’

Denk je dat ‘Planet of the Apes’ opnieuw gemaakt is vanwege de stroom van remakes van jaren ’70-films als ‘Charlies Angels’, ‘The Mod Squad’ en ‘Shaft’?

Heston: Mogelijk. Ik weet alleen dat ik een telefoontje kreeg van Dick Zanuck die ik al enkele jaren niet gezien had. Hij nodigde me uit voor een lunch en we gingen naar Beverly Hills. Hij zei: ‘Chuck, ik moet weer een vervolg maken op Planet of the Apes. En jij moet er weer in meedoen. Het zal niks worden als jij er niet in meedoet.’ Toen beschreef hij de rol: één dag werk, maar voor een gigantisch bedrag.

Toen je de eerste ‘Planet’ maakte, was je een acteur met faam. Maar eigenlijk liep je carrière vlot van in het begin, nietwaar?

Heston: Toen ik terugkwam van de oorlog ging ik samen met mijn vrouw naar New York om werk te vinden. We begonnen als naaktmodellen voor anderhalve dollar per uur, wat niet slecht betaald was. Een productiehuis hield open audities voor iedereen die in de oorlog had gevochten, dus ging ik ervoor en deed Mercutio’s dodenspeech. De producent vond me goed genoeg om me de volgende dag naar CBS uit te nodigen. Met amper ervaring speelde ik in The taming of the shrew, Macbeth, Jane Eyre, Of Human Bondage en Wuthering Heigths, allemaal in minder dan veertien maanden. Toen kreeg ik mijn eerste filmrol aangeboden, Dark City en daardoor ontmoette ik Cecil B. DeMille. Elke nieuwe acteur moet eerst eens naar DeMilles bureau voor wat koffieklets.

Was je niet nerveus?

Heston: Niet echt. Enkele maanden later toen ik van Paramount kwam, stond DeMille op de stoep van zijn torengebouw. Ik zou waarschijnlijk nu niet hier zitten als ik toen niet met een open cabrio had gereden. Ik zwaaide naar DeMille en later hoorde ik dat hij zijn secretaresse had gevraagd wie ik was. Ze vertelde hem: ‘Charlton Heston, een Broadway-acteur, maakte net een film met producer Hal Wallis. Je zag die twee weken geleden, maar je vond hem niet goed.’ ‘De manier waarop hij net keek, vond ik wél goed. Bel hem en vraag of hij niet de manager wil spelen in The Greatest Show on Earth. Bingo, mijn sterrendom was geboren. Mijn tweede film won een oscar en ik speelde de hoofdrol. Sindsdien geloof ik zwaar in de gave om toevallig dingen te ontdekken.

Ridley Scott heeft je onlangs een pionier en een inspiratiebron genoemd, omdat je niet alleen ‘Ben-Hur’ maakte , maar ook ‘Planet of the Apes’, ‘Soylent Green’ en ‘The Omega Man’. Bekijk je jezelf als een pionier?

Heston: Ik maakte mijn eerste film toen het studiosysteem net aan het verdwijnen was. Door je onafhankelijkheid als acteur kreeg je meer macht. Je koos zelf scenario’s, in plaats van een rol toegeworpen te krijgen die je dan moest doen.

Ooit noemde je Marlon Brando de ‘meest getalenteerde acteur van de Amerikaanse filmwereld’.

Heston: Ja, maar hij heeft zijn talent niet gebruikt. Nadat hij One-eyed Jacks had gemaakt, bleven ze hem maar scripts sturen, en hij las ze niet eens. Hij zei: ‘Hoe kan je nu over films praten, terwijl er in India mensen sterven van de honger?’

Je hebt ook gezegd dat je niet zeker bent of er tegenwoordig nog een grote acteur is in Amerika. Wat dan gedacht van Robert De Niro? Al Pacino? Tom Hanks?

Heston: Dan heb je ze wel gehad, nietwaar. Ik kan nog altijd niet begrijpen waarom geen enkele filmster theater probeert. Ik zat ooit in een restaurant in Santa Monica en ging naar de tafel van De Niro: ‘Mijnheer De Niro, we hebben elkaar nog nooit ontmoet, maar ik vind je de beste acteur van je generatie.’ Hij schrok daar een beetje van en stamelde een dankjewel, maar ik ging verder: ‘Dat gezegd zijnde, vind ik dat je eens een stuk van Shakespeare moet proberen.’ ‘Ja, ja ja, dat zeggen ze mij allemaal’, antwoordde hij. ‘Ze hebben gelijk. Het is schokkend, met jouw mogelijkheden, dat je dit nog niet hebt gedaan.’ Ik realiseerde me toen dat ik hem een beetje had geïrriteerd en zei: ‘Ik heb niet het recht je te vertellen hoe je je carrière moeten richten. Maar… ik heb wel gelijk.’

Over Marilyn Monroe vertelde je: ‘Na Garbo is er waarschijnlijk geen vrouw meer geweest waar de camera meer van hield dan Marilyn.’

Heston: De camera houdt van je of niet. Daar kan je niets aan veranderen. En de camera hield van Monroe, en ook van Gary Cooper.

Je kreeg ooit de mogelijkheid om met haar samen te werken in ‘Let’s make Love’, juist?

Heston: Ja, maar ik wilde niet. Ze was zo moeilijk op de set. Ik weet dat het kwam door haar onzekerheid, maar toch. Tijdens The Misfits, zat Clark Gable, een rolmodel dat altijd op tijd was, de hele dag op haar te wachten, tot het vijf uur was. ‘Tot morgen’, riep hij dan. Hij maakte daar nooit problemen van, maar dat is toch verschrikkelijk.

Je werkte samen met zowel Sam Peckinpah als Orson Welles, die beiden geniaal genoemd worden.

Heston: Ze waren allebei enorm getalenteerd. Sam had uitendelijk een minder lange carrière dan verdiend. Hij had last met verboden middelen. En hij was een lichtgeraakte kerel. Dat werkt niet goed bij studiobonzen.

Zonder jou zou Orson Welles nooit ‘Touch of Evil’ hebben geregisseerd, is het niet?

Heston: Orson was de meest getalenteerde mens die ik ooit ben tegengekomen. Daarmee zeg ik niet dat hij de beste acteur, regisseur of schrijver was. Een van de bazen van Universal belde me voor mijn oordeel over het script van Badge of Evil (later veranderd in Touch of Evil). Ik vertelde hem dat ik het goed vond, maar het hing er echt vanaf wie het ging regisseren. Ze hadden nog geen regisseur, maar Orson Welles speelde de misdadiger. Ik stelde voor om Orson te laten filmen, maar de andere lijn bleef wel heel lang stil, alsof ik mijn moeder had geïntroduceerd als regisseur.

Hoe was het om voor hem te werken?

Heston: Schitterend. Op de eerste dag van het filmen moet de regie-assistent het productiebureau bellen op het moment dat de camera voor het eerst wordt ingeschakeld. We bleven maar repeteren en repeteren en de camera bleef uit. Het was al stevig na de middag en de managers begonnen onrustig bijeen te troepen in kleine groepjes. Ze durfden niets tegen Welles zeggen uit vrees voor een rel. Eindelijk zei Orson: ‘Oké, we nemen het op.’ We blikten de scène in, een gemakkelijk shot, in vier opnames close-ups inbegrepen. Toen zei Welles: ‘Cut, dat is in orde. We staan twee dagen voor op schema.’ De studiobazen waanden zich in de hemel, ze verbeeldden zich dat het hem iedere dag ging lukken. Natuurlijk deed hij dat niet. Hij wilde alleen laten zien dat hij het zou kunnen.

Hoe verloor hij de controle over de laatste montage van de film?

Heston: Ik was The Big Country aan het filmen voor Wyler en kreeg telefoon van de studio met de vraag of ik niet wist waar Orson uithing. Hij was weggelopen van Touch of Evil, temidden van het monteren. Universal was tot dan toe heel blij met hem, hij was op tijd klaar met filmen en ze hielden van wat hij had gemaakt. Het was gewoon overmoedig om tijdens het monteren te vertrekken. Als je een eerste versie maakt en later terugkomt om veranderingen aan te brengen, dat is iets anders. Maar je kunt niet zomaar vertrekken.

Je had ook een woordenwisseling met regisseur George Stevens over het al dan niet tonen van de onthoofding van Johannes De Doper in ‘The Greatest Story Ever Told’.

Heston: George Stevens zei tegen mij: ‘Vergeet niet dat het geen film is over Johannes De Doper.’ Je moest toen nog luisteren naar je regisseur. Ik herinner me nog het filmen van de doopsels in de Colorado-rivier. Ik droeg een zwempak onder mijn tuniek maar het was toch vrij koud. George kwam naar beneden en vroeg me hoe het ging. Ik zei: ‘Vrij goed, maar als de Jordaan even koud was geweest als de Colorado, zou het christendom nooit zo groot zijn geworden. ( lacht)

Ben je religieus opgevoed?

Heston: Ja. Ik ben een episcopaal. Ik belijd het niet zo streng als zou moeten, maar ik ben blij dat ik gedoopt ben.

Je noemde Willy Wyler als de regisseur die de beste prestaties uit zijn acteurs haalt.

Heston: Ooit waren we al drie dagen bezig met een shot uit Ben-Hur en hij bleef maar terugkomen op een bepaald detail. Op het einde van die dag zat ik in mijn kleedkamer en ging mij net douchen toen hij binnen kwam. ‘Sorry dat ik je stoor met je broek op je enkels, Chuck, maar ik moet met je praten.’ Hij kwam binnen en ik schonk hem iets in. Hij zei: ‘Je moet echt beter zijn in die scène.’ Heel charmant. ‘Oké’, zei ik, ‘wat moet ik doen?’ Hij antwoordde, ‘Ik weet het niet. Als ik het wist, zou ik het vertellen en zou je het doen, maar ik weet het niet. Ik weet alleen dat je beter moet.’ En hij vertrok. Ik zat er nog lang met mijn glas in mijn hand. En het gekke is dat ik het uiteindelijk ook beter deed.

In welke mate zitten de karakters die je vertolkte nu nog in jou?

Heston: Veel van de rollen die ik speelde, waren ooit echt bestaande mensen. Als je Richelieu, Andrew Jackson, Gordon van Khartoum of Marc Anthony uitbeeldt, speel je echt grote mannen. Die zijn uiteraard een stuk interessanter dan Jan met de pet. Dat vind ik fascinerend. Maar ik weet altijd dat ik een rol speel als ik een film maak, dat het niet mezelf is. Maar ik besef evengoed dat ik die mannen beter ken dan de meeste mensen, omdat ik er wat onderzoek naar deed.

Zit er iets van waarheid in het verhaal dat jij de rol van Mozes krreg in ‘The Ten Commandments’ omdat DeMille vindt dat je lijkt op het Mozesbeeld van Michelangelo ?

Heston: Jazeker. Het jaar voordat ze begonnen aan de casting was DeMille op zoek naar plaatsen waar ze konden filmen. Bij hun stop in Rome stonden ze bij het marmeren standbeeld van Michelangelo, waar zijn assistent Henry Wilcoxon opmerkte: ‘Weet u, meneer DeMille, hij lijkt als twee druppels water op Chuck Heston.’ DeMille vergat dat niet. En ik lijk ook echt op dat beeld.

Het is een deel van de filmlegende dat iemand tijdens de opnames aan een regie-assistent vroeg: ‘Wie moet ik neuken om uit deze film te mogen?’. Waar of niet waar?

Heston: Dat is een schitterend verhaal, en nog waar ook. Het was tijdens een orgiescène, die in het begin wel leuk was. Op den duur raakte het wat afgezaagd en een of ander meisje vroeg dit letterlijk aan de regie-assistent.

Je bent waarschijnlijk de hoofdrolspeler die het vaakst is gestorven in de gehele filmgeschiedenis. Heb je een voorkeur voor een bepaalde wijze van doodgaan?

Heston: Het is altijd leuk als je nog een paar dingen kunt zeggen op het eind. De beste sterfscènes zijn die uit Anthony and Cleopatra en die van Gordon in Khartoum. En natuurlijk El Cid: hij raakt dodelijk gewond in de strijd, maar mag de pijp aan Maarten geven in de armen van zijn vrouw, die dan bovendien nog wordt gespeeld door Sophia Loren.

Wat zijn je favoriete filmmomenten?

Heston: Zo voor de vuist weg: het ogenblik in El Cid dat zijn troepen Valencia innemen. We filmden dat bij een echt 11de-eeuws kasteel. Ik leidde een groep strijders te paard over het strand. Er waren minstens duizend mensen in en rond het kasteel. Ze riepen allemaal ‘Cid, Cid, Cid!’. Ik weet dus wat het is om een stad te veroveren. Ik weet hoe het voelt. Beter dan seks.

Je was altijd vrij kritisch tegenover Oliver Stone, maar je speelt wel in zijn laatste film?

Heston: Hij gaf me een leuk rolletje in Any Given Sunday. Daar mocht ik een van mijn favoriete lijntjes ooit zeggen. Ik ben woedend op de eigenares van het team, Cameron Diaz, en ik zeg tegen iemand uit mijn entourage: ‘Ik geloof echt dat die vrouw haar eigen jongen zou opeten.’

Wat is het moeilijkste deel aan acteren?

Heston: De rollen krijgen.

Je bent nu al meer dan vijftig jaar getrouwd. Wat is je geheim?

Heston: Het begint met de juiste persoon te kiezen. Dat deed ik, maar compleet per toeval. Ik zat achter haar op de eerste dag van een verplichte cursus in mijn eerste jaar aan de Northwestern School. Ze had een enorme bos zwarte haren en ik zag haar gezicht niet eens de eerste twee dagen, maar ik nam ook geen notities.

Had ze invloed op de rollen die je koos?

Heston: Ik geloof hard in haar oordeel. Ze is mentaal veel sterker dan ik. Ik weet hoe ik een speech moet geven, maar zij heeft meer hersens. Ze is de architect van mijn leven.

Wat was de meest traumatische ervaring in je leven?

Heston: De echtscheiding van mijn ouders, toen ik tien was.

Na de scheiding zag je je vader tien jaar lang niet.

Heston: Dat is juist, tot vlak voor ik de oversteek maakte om naar de oorlog te trekken. Na mijn terugkomst en tot aan zijn dood hebben we een prima relatie gehad.

Wie zijn je helden?

Heston: Andrew Jackson, Thomas Jefferson en George Washington. (Voormalige presidenten van de Verenigde Staten, red.)

Wat stoort je zo aan het woord ‘ster’?

Heston: Het lijkt zo verwaand.

Hoe wil je worden herinnerd?

Heston: Als een goede echtgenoot, een goede vader, een goede Amerikaan en een goede acteur. Ik ben eraan bezig.

Copyright Movieline. Vertaling: Maarten Billiet

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content