Wie Jan Fabre zegt, zegt kevers. In zijn Hommage aan Jheronimus Bosch presenteert hij ze als oogstrelende smaragden mozaïeken met verleidelijke texturen. Maar Bosch in Congo? Iemand?

Deze twee religieus gecoiffeerde boerderijdieren van Jan Fabre zijn gemaakt uit eindeloos veel schildjes van de Thaise juweelkever. Geduldige handen vormden er een grote, smaragdgroene mozaïek mee die werd ingelijst en aan de muur gehangen. Samen met nog twintig andere, al even groene kevermozaïeken maken de Varkens deel uit van de oogverblindende Hommage aan Jheronimus Bosch in Congo. Had Jheronimus Bosch iets te maken met Congo? Volstrekt niet, en dat blijft dan ook aldoor wringen.

Een varken met de kap van een non vind je ook in de Tuin der Lusten, het mysterieuze meesterwerk van de vijftiende-eeuwse surrealist Jeroen Bosch. Rechts onderaan in het paneel van de Hel snuffelt een dergelijk varken aan het oor van een man. Zo wordt hij gedwongen een schuldbekentenis te ondertekenen. Wat voor folteringen de man daarna nog te wachten staan, weten we niet, maar de vastgespijkerde en door vogels uitgepoepte mensen in het fantastische drieluik laten het ergste vermoeden.

Fabre, die een fan is van Bosch, leende voor zijn Hommage verschillende figuren uit de Tuin der Lusten. Hij mixte ze met affiches uit de tijd van Belgisch Congo en stak ze in hun typische juweelkevergroene jasje. De lusten uit het werk van Bosch vergelijkt Fabre met seksuele, bloeddorstige en hebzuchtige driften van Belgische kolonialen in Congo. De varkens bijvoorbeeld verwijzen naar de missionarissen die destijds Congolezen gingen bekeren. Aan de paternoster tussen hen in hangt een tand, symbool voor een kerk zonder rede en begrip voor de plaatselijke cultuur. In andere kevertableaus worden handen geamputeerd en kruipen verdoemden uit schedels.

De smaragden Hommage ziet er in meer dan één opzicht bijzonder uit. Elk werk is een staaltje van kunde en engelengeduld. De composities zijn doordacht en de texturen onweerstaanbaar. De volledige serie staat bol van een haast feestelijke, beeldende rijkdom. En scherp als een mes is de reeks al evenzeer. Maar toch blijft er iets wringen tussen Bosch en Congo. De twee thema’s laten zich niet zomaar mengen, duizend keverschilden nog aan toe. Misschien propt Fabre zijn werk wel te vol met symboliek. Een schedel? De dood. Een kruis? Het geloof. Een kroon? Macht. Maar te veel is nooit goed en dan wordt je taal hol. De mozaïeken lijken steeds wat op vlaggen of emblemen, en dat matcht niet met de heel anders gestemde taal van Bosch. Zo weet men tot op vandaag niet precies wat de met erotiek bezaaide Tuin der Lusten werkelijk betekent. Sommigen geloven dat Bosch lid was van de Adamieten, een sekte die verlossing vond in seks en alles wat de goegemeente onfatsoenlijk vond. Mogelijk is de Tuin daar een voorstelling van. En mogelijk is de beeldtaal van Bosch te bizar en te herkenbaar voor een behoorlijke recuperatie.

Naast de mozaïeken zijn ook Fabres keverschedels en -kruisen te zien, netjes opgehangen in gouden vakken. In het midden van de atriumzaal van het Rijselse Palais des Beaux Arts pronken drie symbolisch gedecoreerde, goudkleurige mestkevers op hoge sokkels. Resultaat is een Fabre classic in een van de mooiste museumzalen in onze buurt. De kevers zijn er op hun best en het goud glanst er als nooit tevoren. Maar al dat sierlijks moet dus opboksen tegen een geforceerde onderwerpkeuze. En tegen een symboliek die intussen al zoveel gebruikt is dat elke betekenis ervan in rook dreigt op te gaan.

JAN FABRE, 2011-2013

GEZIEN OP JAN FABRE, HOMMAGE AAN JHERONIMUS BOSCH, PALAIS DES BEAUX ARTS (ATRIUM), RIJSEL, TOT 10/2

ELS FIERS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content