FILMS: ** EXTRA’S: *** (WARNER)

Films. De screwball comedy was een type blijspel dat in de jaren dertig in Hollywood floreerde en het moest hebben van het snelle tempo, het verbale vuurwerk en het vinnige steekspel tussen de seksen. Met The Thin Man (1934) , losjes gebaseerd op een misdaadroman van Dashiell Hammett, introduceerde MGM een ongewone combinatie – screwball en mystery. De film werd door W.S. Van Dyke ingeblikt in nauwelijks achttien dagen en werd zonder veel poeha uitgebracht, maar de cocktail bleek erg in de smaak te vallen bij het naar escapisme hunkerende publiek uit de depressiejaren. Er volgden vijf sequels en een hoop imitaties en variaties op hetzelfde stramien.

Zoals het genre verlangt, speelt de Thin Man-serie in de hogere kringen van Manhattan. William Powell en Myrna Loy zijn onweerstaanbaar als Nick en Nora Charles, een detective op rust en zijn rijke echtgenote, die op speelse wijze verliefd zijn op elkaar en kennelijk al martini mixend door het leven gaan. Hun permanente dronkenmanroes is hier geen teken van zwakte of mislukking, maar veleer – zoals alles in de reeks – een kwestie van stijl. De Thin Man-films zijn minder misdaadprenten dan salonkomedies waar toevallig een lijk wordt gedropt, wat trouwens minder op immoreel gedrag dan op slechte manieren wijst. De plot is meestal zo vergezocht en grillig dat niemand er een touw kan aan vastknopen. Ook de speurder niet. Als een reporter vraagt of hij dan niets over de zaak kan vertellen, antwoordt Nick: ‘Yes. It’s putting me way behind in my drinking.’ Het soort gevatheid dat Roger Ebert deed besluiten: ‘William Powell is to dialogue as Fred Astaire is to dance.’

Het echte speurwerk wordt trouwens niet verricht door het vriendelijk kibbelende echtpaar maar door Asta, hun spitante terriër die bij al hun activiteiten wordt betrokken en zodoende een van de beroemdste huisdieren uit de geschiedenis van Hollywood werd. Zo belangrijk was dit hondje in de dynamiek van het sophisticated koppel, dat toen hun derde avontuur Another Thin Man (1939) in de bioscoop kwam, de recensent van The New Yorker zich afvroeg: ‘One wonders that this young couple should bother about a baby when they have already such a pleasant dog.’ Met elk nieuw avontuur werd het dwarse echtpaar echter wat meer gedomesticeerd, vloeide er minder alcohol en verdween een beetje gekte. Tot Nick in hun voorlaatste film, The Thin Man Goes Home (1945), alleen nog maar appelwijn dronk.

Extra’s. Elke film wordt aangevuld met komische kortfilms, klassieke cartoons en trailers; op de bonusdisc prijkt een degelijke documentaire en een aflevering van een tv-bewerking van The Thin Man.

P.D.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content