HIS MASTER’S VOICE. ‘THE LINE OF BEAUTY’ VAN ALAN HOLLINGHURST HEEFT DAN WEL DE MAN BOOKER PRIZE 2004 GEKREGEN, OP DE SHORTLIST STOND OOK ‘ONZE’ WINNAAR: COLM TóIBíNS MEESTERLIJKE ‘THE MASTER’.

COLM TóIBíN

PICADOR, a 11,35

The Master

Zelftwijfel, spijt, schaamte, vernedering en daartegenover grenzeloze creatieve ambitie vormen de kern van Colm Tóibíns uitzonderlijke boek The Master, een stoutmoedig portret van Henry James, zoon van Henry James Sr., een welgestelde New Yorker uit een voorname familie, maar op de eerste plaats een van de belangrijkste Amerikaanse intellectuelen van de 19e eeuw. James schreef klassiekers als The Turn of the Screw (novelle), The Bostonians, The Wings of a Dove, The Golden Bowl, The Portrait of a Lady, The Amabassadors (titels die u zich ongetwijfeld herinnert van gelijknamige recente filmadaptaties). Hij was een buitengewoon filosoof, psycholoog, en eigenlijk vooral socioloog (want qua sociaal-wetenschappelijk inzicht en observatievermogen is zijn werk ongeëvenaard) en een kosmopoliet die het belangrijkste deel van zijn leven in Europa doorbracht en later Brits burger zou worden uit protest tegen de (aanvankelijke) weigering van de VS om in de Eerste Wereldoorlog partij te kiezen.

‘A novel is in its broadest sense a personal, a direct impression of life: that, to begin with, constitutes its value, which is greater or less according to the intensity of the impression’, schreef James in The Art of Fiction uit 1885. Getoetst aan de opgave van zijn eigen hoofdpersonage, in een briljante zelfreflexieve beweging, is The Master een absoluut succes. Tóibín kijkt in deze fictionele biografische roman niet terug op een volledig leven van een figuur die tot de westerse literaire canon behoort en als zodanig ‘vertrouwd’ is. Neen, hij zoomt in op de jaren 1895-’99, toen James al een vijftiger was, op een ogenblik dat zijn zelfvertrouwen compleet zoek is en hij, ondanks zijn grote roem en glamoureus sociaal leven, nauwelijks in staat blijkt tot een diepere, meer intieme omgang met een medemens. Tóibín toont hoe James slag levert met een door en door ambiguë seksualiteit, hoe hij na de mislukking van Guy Domville en een zelf opgelegde ballingschap in Ierland terugkeert naar Londen, waar hij het proces van Oscar Wilde (aangeklaagd wegens homoseksualiteit) volgt, en hoe hij later in Italië verliefd wordt op een jonge beeldhouwer.

The Line of Beauty, de uiteindelijke winnaar van de Booker Prize, is een gay novel, een expliciete weergave van homoseksualiteit in de donkere Thatcher-jaren ’80. The Master doet iets gelijkaardigs voor het einde van de 19e eeuw, en doet nog veel meer. James stierf op 28 februari 1916. Daarvoor, in 1915, had hij al een beroerte overleefd. Op een moment dat miljoenen werden afgeslacht in de Flanders Fields had hij geen moeite de dood in de ogen te kijken. ‘So this is it, at last, the distinguished thing!’, zou hij (ietwat voorbarig) hebben geroepen. Tóibíns boek is bereslim en integer. Het maakt geen gebruik van de voorspelbare, spontaan dramatische sterfbed/flashback-trucs, maar zoekt in de keuze van periode en ook in stijl (heel wat passages zijn ‘Jamesiaans’ geschreven) wat de schrijver deed ’tikken’. Het feit dat James zelf van dit soort reële fictie zou hebben gegruwd, maakt het enkel boeiender.

Jo Smets

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content