Dave Mestdach
Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

KOMMER EN QUELL – Philip Seymour Hoffman en Joaquin Phoenix duelleren als mentor en pupil in het bezwerende psychodrama The Master, met Paul Thomas Anderson als ringmeester – en toeschouwer.

Paul Thomas Anderson met Joaquin Phoenix, Philip Seymour Hoffman, Amy Adams, Laura Dern, Jesse Plymons

Er is onderhand zo veel geschreven over The Master dat elke uitleg als een popcornplatitude dreigt over te komen. Maar dat krijg je met een film die zich nauwelijks laat labelen en die aanzwelt tot een schitterende, duistere monoliet; zo eentje als in 2001: A Space Odyssey (1968), die in dit geval niet alleen mensapen, maar ook de homo sapiens euforisch en panisch maakt. Of The Master straks een even klassieke status zal genieten als Kubricks ruimteopera valt nog te bezien, maar filmtechnisch vertoont hij alvast gelijkenissen, met zijn majestueuze 70 millimeterfotografie en zijn vertelstructuur die een loopje neemt met de traditionele drieakter.

Maar als er in The Master al in tijd en ruimte wordt gereisd, dan enkel in de geest. Spilfiguur is Lancaster Dodd, de charismatische sekteleider die zijn volgelingen aan ‘audities’ onderwerpt waarbij ze met gesloten ogen vorige levens en traumatische ervaringen herbeleven. De mens is al miljarden jaren oud, zo claimt Dodd, en al zijn problemen kunnen worden verholpen met de uitzinnige theorieën die hij in zijn boek The Split Saber heeft gebundeld.

Toch krijgt Dodd – die Anderson modelleerde naar Scientologystichter L. Ron Hubbard, en voor wie Hoffman keek naar Orson Welles – maar geen vat op Freddie Quell. Sinds hij Dodds leven binnenstrompelde, blijft Freddie, die kampt met posttraumatische stress, zich te pletter neuken en zuipen, aan welke therapie ersatzvader Dodd hem ook onderwerpt.

Het vervolg is een intens vertolkt en dwingend in breedbeeld gezet psychologisch duel, met in de rechterhoek de vaderlijke intellectueel Dodd, slaaf van megalomane waanideeën, en in de linkerhoek volwassen probleemkind Quell, slaaf van zijn impulsen. The Master gaat dan ook niet over Hubbard of de begindagen van Scientology, maar over falende instituten – patriarchaat, vaderland, familie – en de zoektocht naar vrijheid en geborgenheid, met Anderson als ontdekkingsreiziger met camera. Of zoiets.

Dat de film in de States allesbehalve een kassucces bleek, de meeste awards aan zich zag voorbijgaan en ook mindere kritieken kreeg, hoeft niet te verbazen. Dit is géén hapklare, op tv-leest geschoeide verhaaltjescinema, wel een intens cinematografisch opus dat zoekt en vindt, slaat en zalft, fluistert en schreeuwt. Wie Andersons There Will Be Blood (2007) al bizar vond, zal ook nu weer de wenkbrauwen fronsen, al zaten velen indertijd natuurlijk op krek dezelfde manier Kubricks A Space Odyssey, Bergmans Het zwijgen (1963), Kazans Splendor in the Grass (1961) en Sirks Magnificent Obsession (1954) aan te gapen, films die hier op de een of andere manier de bezwerende – indoctrinerende? – revue passeren. Zoals Mister Spock ooit zei: ‘Highly fascinating.’

DAVE MESTDACH

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content