THE KINKY UNDERWORLD

1

Na het grappigste Hitlerpromofilmpje en de meest hilarische Facebookfanpagina heeft The Hickey Underworld nu ook de geinigste persfoto’s op de wereld losgelaten, ruim een maand na de release van I’m Under The House, I’m Dying. Voor de lens van fotograaf Toon Aerts brengt de band hun eigen remake van achtereenvolgens Escape From New York, Evil Dead 2 en Wild At Heart. Een prima excuus om het met hen eens over hun ándere grote liefde te hebben: de cinema.

Leg Younes Faltakh en Jonas Govaerts, respectievelijk de frontman en gitarist van The Hickey Underworld, een filmtitel voor en de cinefiel in hen wordt wakker. Hun eerste gesprek ooit, in het eerste middelbaar aan het Atheneum van Berchem, ging over film – ‘Stephen Kings It, als ik het me goed herinner.’ Sindsdien is film een even grote constante als muziek. Govaerts houdt er een nevencarrière op na als regisseur van televisie (Super8,Monster), kortfilms (Forever,Mobius) en binnenkort een eerste langspeler (Welp, ‘een horrorfilm op een scoutskamp’). Faltakh verdient bij met soundscapes en soundtracks, onder meer voor Govaerts’ kortfilms, is samen met hem verantwoordelijk voor Rocking Moustache op Acht, en is een groot filmliefhebber tout court.

Niet toevallig dus dat ze voor hun videoclips samenwerken met Nicolas Karakatsanis, cameraman van Rundskop (Jonas: ‘Ik wacht op de dag dat Schauvliege ‘Karakatsanis’ moet uitspreken – dat kan spectaculair worden.’) of als promofilmpje voor I’m Under The House, I’m Dying een hilarische Der Untergang-spoof maakten. The Hickey Underworld is de meest cinefiele groep van ons land. En ook veruit de meest geinige .

1 ESCAPE FROM NEW YORK (JOHN CARPENTER, 1981)

GOVAERTS: Kurt Russell op zijn hoogtepunt. John Carpenter op zijn bijna-hoogtepunt. Een fantastische soundtrack van Carpenter zelve. Gewoon een goede, stoere, heteroseksuele kitschfilm. Wat in onze remake niet helemaal overkomt, merk ik nu. Het ziet er pretty gay uit.

FALTAKH: Ik hoop dat deze niet te groot wordt afgedrukt. Het is nogal…

GOVAERTS: Ridicuul?

FALTAKH: Precies. Al dat borsthaar: het is een beetje vies. Ik denk ook niet dat Kurt Russell zo veel borsthaar had.

Los van het borsthaar: er is aardig wat moeite gestoken in de graad van realisme.

GOVAERTS: Onze costumière, Margerita Sanders, is een beetje crazy gegaan. Alle kostuums zijn exact nagemaakt, haar vader heeft de wapens gefabriceerd. Ze werken ook echt – inclusief de kruisbogen: Younes heeft twee uur lang in een zeer gevaarlijke positie gezeten.

FALTAKH: De pijlen leken zeer scherp.

GOVAERTS: Het decor is van decorbouwer Pepijn Van Looy, de broer van Bent. We geloofden niet dat het hem zou lukken, maar hij heeft op een klein zoldertje de drie locaties perfect nagebootst.

Blijft de vraag: waarom zo veel moeite voor wat promofoto’s?

FALTAKH: Het leek ons een grappige insteek. En het is eens iets anders dan met zijn vieren wegkijken van de lens in een hoek van dertig graden.

GOVAERTS: Het is meer dan dat. Het is een totaalpakket. Promofoto’s, videoclips, biografietjes, muziek: ze komen uit één wereld.

Is het iets wat jullie niet kwijt kunnen in de muziek?

GOVAERTS: Het ligt veeleer in het verlengde ervan. We zijn zeker niet de enige groep die zoiets doet. Ik ben niet zo’n fan van de muziek, maar Die Antwoord doet eigenlijk iets gelijkaardigs. Hun muziek, hun clips en hun outfits passen netjes bij elkaar.

FALTAKH: Slecht voorbeeld.

GOVAERTS: Geef dan eens een beter?

FALTAKH:(Denkt na) Milow. Ook een man die zijn eigen clips en artwork in handen neemt. En dat zie je: zijn clips en hoezen weerspiegelen zijn muziek – ik ben er in zijn geval nog niet helemaal uit of dat een goede zaak is. (Lacht) De conceptuele lijn wordt strak doorgetrokken.

Wil dat zeggen dat jullie muziek ook door film geïnspireerd is?

GOVAERTS: Zo ver gaat het niet. Maar ik moet wel zeggen dat er een rare link is tussen I’m Under The House, I’m Dying en de Japanse horrorfilm Hausu van Nobuhiko Obayashi. Ten tijde van de opnames had ik die film in een Brusselse winkel gevonden; Younes was er ook meteen wild van. Het is vroege horror, oorspronkelijk bedoeld voor kinderen, maar vol naakt en bloed. De doelgroep is nogal onduidelijk, maar de film past heel goed bij de plaat. Tegelijk kleurrijk en donker, angstaanjagend en humoristisch.

Zit er humor in ‘I’m Under The House, I’m Dying’?

FALTAKH: Het songschrijven zelf is heel komiek. Dat is grappen plus grollen. (Droog) Constant over de grond rollen van het lachen, de gitaren omgegord.

GOVAERTS: We zijn Ween niet, natuurlijk. De muziek is niet grappig bedoeld, maar alles errond is luchtig.

FALTAKH: Humor is een manier om de pijn te maskeren.

Is dat een gemeende quote?

FALTAKH: Tuurlijk. The Hickey Underworld bestaat uit troubled souls. Er zit veel pijn in ons.

GOVAERTS: Vooral sinds dit interview. (Lacht)

2 EVIL DEAD 2 (SAM RAIMI, 1987)

FALTAKH: Ik heb drie weken brandwonden gehad van het systeem waarmee ik in de lucht gehouden werd. Alles voor de promo.

GOVAERTS: Het resultaat mag er zijn: het is de still waarop ik het meest trots ben, en niet alleen omdat ik Ash mocht spelen, de rol van de legendarische Bruce Campbell. Het is een hele goede compositie, en dat was de voornaamste voorwaarde: het moest gaan om vier mensen in een iconisch beeld uit een goede film.

Iets doet ons vermoeden dat jullie grote ‘Evil Dead’-fans zijn.

GOVAERTS: Ik heb Evil Dead 2 zeker dertig keer bekeken. Toen ik vijftien was, ging ik hem wekelijks in de videotheek halen. Tientallen boetes heb ik betaald, alleen al voor die film.

FALTAKH: Ik heb hem maar vier keer gezien. Mijn excuses, Jonas. Maar ik deel het enthousiasme wel. Een baanbrekende film qua camerawerk, kleurgebruik en tempo.

GOVAERTS: Het is een filmschool op zich. Je moet Bruce Campbells If Chins Could Kill – de man had een nogal geprononceerde kin – eens lezen, zowat de making-of van Evil Dead. Een van de achtervolgingen in het huis is van op een brommer gefilmd, en de camera schiet boven het decor uit. De goesting om film te maken druipt eraf en werkt aanstekelijk. Mijn eerste kortfilms – zeker Suiker, waarin Younes nog de hoofdrol speelde – waren niet toevallig heel sterk door Evil Dead 2 beïnvloed.

Opvallend: net zoals ‘Escape From New York’ is het een VHS-klassieker uit de eighties. Nostalgie?

GOVAERTS: Het zijn de films van onze jeugd. Ik heb nog vage herinneringen aan de keuze tussen Betamax en VHS in de videotheek en aan de video-automaten in krantenwinkels. Young Guns, Renegades, Goonies. Veel Kiefer Sutherland en Lou Diamond Phillips. Ik mis die tijd niet, zeker de VHS niet – alleen al het idee dat er beeld geknipt werd om de formaten te laten kloppen. Toen de dvd uitkwam, dacht ik: ‘Ah, zó moet die film eruitzien.’ Misschien worden de films van toen wel onderschat. De laatste tijd krijgen heel wat van die eightiesklassiekers remakes – van Total Recall tot Robocop – die helemaal de mist ingaan. Dan zie je dat Paul Verhoeven simpelweg geniaal was. Keizwarte humor, supergoede actie, de juiste hoeveelheid geweld: er is nu geen regisseur die dat aankan.

Jullie zijn op filmvlak nooit volwassen geworden?

FALTAKH: Pas op, we hebben Fassbender, Fellini en Pasolini bekeken, maar we grijpen uiteindelijk toch altijd terug naar de échte classics. Zoals 48 Hrs.

GOVAERTS: Je fantasie is gewoon ook het levendigst op die leeftijd. Ik weet nog dat ik met mijn moeder Commando heb gezien, de Schwarzeneggerklassieker. Mijn eerste 77 filmdoden in één trek. Dat maakt indruk: ik heb die nacht niet geslapen.

FALTAKH: Na Michael Jacksons Thriller heb ik een maand niet geslapen! Vooral van die gedaanteverwisseling kon ik ’s nachts wakker liggen.

GOVAERTS: Nog angstaanjagender waren de videorekken in de GB. Ik zie de hoes van House nog voor me: de vinger van een afgehakte hand die op een deurbel duwt – bij House 2 waren het twee vingers. Dat mis ik wel: goede videohoezen.

3 WILD AT HEART (DAVID LYNCH, 1991)

GOVAERTS: Let vooral op de oorprothese. Harry Dean Stanton heeft vermoedelijk de grootste oren uit de filmgeschiedenis: er was wat werk aan om die bij mij juist te krijgen.

FALTAKH: Deze shoot heeft het langst geduurd, omdat Jonas niet zonder lachen naar mijn pruik kon kijken. Serieus wat corpsing bij deze shoot.

GOVAERTS: Merk ook op dat Jimmy een supergeloofwaardige neger neerzet. Ook goed voor de slappe lach.

Lynchfans waarschijnlijk?

GOVAERTS: Absoluut, al is Wild At Heart minder goed dan Lost Highway en Mulholland Drive. Zeer goede soundtracks ook. Bij Lynch komt het ook allemaal uit één wereld, dat heeft hij met de plaat Crazy Clown Time, nog eens bewezen. De critici waren er niet wild van, maar ik vond hem wel goed. Hij is een speciaal brein in de studio. Ik vraag me af of hij ooit nog zo’n film zal maken. Nicolas Karakatsanis heeft met zijn Franse filmploeg gewerkt. Daar zeiden ze dat hij nooit meer een film zou draaien. Hij is volslagen nuts geworden.

De foto komt uit de fameuze ‘Fuck me now, Reggie’-moordscène. Bij de eerste testvisie zou honderd man de zaal zijn uitgestapt.

FALTAKH: Dat wist ik niet.

GOVAERTS: Wat ik wél wist: wanneer tijdens de openingsscène die zwarte zijn kop wordt ingeklopt, is Sien Eggers blijven zitten. ‘Dees wil ik uitzien’, waren naar verluidt haar exacte woorden. (Grijnst)

Jullie houden wel van plaagstootjes.

GOVAERTS: Dat was in het middelbaar al. Ik ben een bully.

FALTAKH: Niets van. Je was toen een mietje, en je bent nog altijd een mietje. Dat Facebookbashen van jou is ontzettend laf.

GOVAERTS: Younes was dan weer mijn bully . (Lacht)

Ik las dat het afzeiken van andere bands al tot cafégevechten heeft geleid.

GOVAERTS: Dat was gelogen. (Lacht)

FALTAKH: We hebben hoogstens wat schuine blikken gekregen.

GOVAERTS: De bands kunnen er meestal wel mee lachen. Ik heb het zelfs bijgelegd met A Brand. Mijn hand uitgestoken en ‘Terug vriend?’ gevraagd – zoals op de speelplaats. Het is meer een uitnodiging om ons terug te pakken. Alleen lijkt dat maar niet te gebeuren. Bij deze: komaan!

FALTAKH: Vlaanderen is te braaf. En dat wordt vanaf 2013 alleen nog maar erger.

Ik voel een bruggetje.

FALTAKH: Ik heb het over de 100 dB-limiet van Joke Schauvliege. Ik ben me er al een paar weken over aan het opwinden. Die wet is opgesteld door mensen die niet weten wat rockmuziek is. Alleen al dat plexi-glas dat ze voor drummers willen verplichten in jeugdhuizen en cafés. Voor de zaal haalt het niets uit, maar de drummer krijgt wel 5 dB extra weerkaatst. Het is zeer schadelijk voor de drummer zelf.

GOVAERTS: Het is zoals iemand pas zei tegen mij: ‘Ik wil met een band op het podium staan, niet met een amfibie.’

Kan The Hickey Underworld nog in kleine cafés spelen met de nieuwe wetgeving?

FALTAKH: Onmogelijk. Onze drummer alleen al haalt makkelijk 100 dB. Hij slaat nu eenmaal iets harder dan Isolde Lasoen.

GOVAERTS: Ik las dat de plaats zich aan het genre zou moeten aanpassen. Cafés kunnen dan alleen nog folkoptredens laten doorgaan. Dat is toch volstrekt van de pot gerukt? Wij hebben ook tien jaar in cafés gespeeld om te kunnen groeien: dat gaat dan niet meer. Ik heb nog bands als Lightning Bolt en Awesome Color op café gezien in Antwerpen: dat blijft toch het spannendst voor mij. Maar bij 85 dB blijft daar niets meer van over.

FALTAKH: Zelfs Kid Safari heeft 105 dB nodig om te kunnen spelen.

GOVAERTS:(Verrast) Kid Safari? Kan die nog spelen tout court?

Jonas, heb jij geen tinnitus?

GOVAERTS: Jawel, maar die is niet veroorzaakt door te luide muziek, maar door een auto-immuunziekte. Soms gaat het weg, soms komt het terug. Vreemd genoeg heb ik er het meest last van bij laag volume en slechte kwaliteit. Zolang ik lawaai kan maken, wil ik dat dan doen op rockvolume. En niet onder plexiglas.

FALTAKH: Er is tegenstand op komst. Ik ga geen namen noemen, maar er komt tegenwind.

GOVAERTS:Luide tegenwind.

I’M UNDER THE HOUSE, I’M DYING

Nu uit bij Pias.

DOOR GEERT ZAGERS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content