Zondag zijn de ogen van de hele wereld weer op een podium in Hollywood gericht. Voor de 79e keer deelt de Academy of Motion Picture Arts and Sciences er de meest prestigieuze awards ter wereld uit: de Oscars. Vlak voor de nominaties werden bekendgemaakt, schoven wij aan tafel voor een voorafgaande babbel met zes van de grootste kanshebbers voor de titel van beste acteur en actrice.

De beveiliging was strak in het Egyptian Theater in Hollywood: het interview waarvan u hierna de neerslag leest, vond immers plaats voor een livepubliek. De namen van de genodigden waren geheimgehouden, en er was gezorgd dat ze ongemerkt via een zijdeur binnen konden. Een maat voor niets, zo bleek toen Brad Pitt – zowat het meest opgejaagde wild op de planeet – zich gewoon liet afzetten op Hollywood Boulevard en doodgemoedereerd het theater binnenstruinde, met zijn zonnebril als enige bodyguard.

Ondertussen weten we dat Pitt op de Oscaruitreiking niet zal moeten vrezen voor een overdosis aandacht: hij sleepte als enige in het gezelschap rond de interviewtafel géén nominatie in de wacht. Cate Blanchett, Forest Whitaker, Helen Mirren, Penélope Cruz en Leonardo DiCaprio zien het begeerde beeldje wel allemaal binnen hun bereik komen. Maar elektriciteit hing er hoe dan ook in de lucht gedurende het gesprek, dat geanimeerd verliep. Twee uur lang deelden de collega-goden en -godinnen van het witte doek plaagstoten aan elkaar uit en toen de tijd op was, wisten ze nog van geen ophouden. Dat kwam goed uit: wij ook niet.

Dames en heren, met de deur in huis: hoe reageerden jullie ouders toen jullie thuiskwamen met het nieuws dat je acteur wilde worden?

Helen Mirren: De mijne waren er helemaal tegen, en ik heb dan maar een lerarenopleiding gevolgd. Ik was een rampzalige lerares. Op mijn 22e ben ik dan toch professioneel gaan acteren.

Forest Whitaker: Mijn ouders wilden per se dat ik naar de militaire school West Point zou gaan – dat vonden ze lekker praktisch. Toen ik al tien jaar acteur was, probeerden ze nog altijd om me weer naar school te krijgen. Ik verdiende bijna niets, had het vaak behoorlijk moeilijk, maar ik blééf zeggen: ‘Nee, ma. Dít is wat ik wil doen.’ Het waren lastige gesprekken, omdat ik me zelf niet zeker van mijn stuk voelde. Het heeft me jaren gekost voor ik met een gerust hart kon denken: ‘Ik ben een acteur. Ik kán dit.’

Cate, klopt het dat je voor je eerste rol hebt gefigureerd in een Arabische boksfilm?

Cate Blanchett: Ik studeerde kunstgeschiedenis aan de universiteit en nam een jaar vrij om te gaan reizen. Er stond 2500 Australische dollar op mijn rekening – twee keer niets dus – en daar heb ik een jaar op geteerd in het buitenland. Met zo’n budget beland je natuurlijk al snel in een bunker in Istanbul waar het water van het plafond druppelt. Wat later zat ik in Caïro. Ik had letterlijk geen cent meer, tot de een of andere Schot die in de foyer bankbiljetten en valse paspoorten zat te drukken zei: ‘Wil je vijf Egyptische dollar verdienen?’ (gemaakt verbaasd:) En ik hoefde niet eens met iemand te slapen! Ze zochten figuranten voor een boksfilm, wat ik meteen zag zitten. Ze hadden gratis falafel op de set. Wat wil je nog meer?

Mirren: We zitten allemaal in deze business voor de gratis kost en inwoon, wist je dat niet? Diep in ons hart zijn we allemaal werkloze acteurs.

Het lijkt wel alsof elke acteur, hoe succesvol hij ook is, denkt dat hij nooit meer aan een rol zal raken. Jij ook, Brad?

Brad Pitt: Euh, eigenlijk niet, nee. (gelach)

Jullie hebben allemaal vreemde baantjes gehad voordat jullie gingen acteren. Forest was een klassieke tenor. Helen was klantenlokker op de kermis.

Pitt: Ik ben een tijdje chauffeur voor strippers geweest.

Leonardo DiCaprio: Echt?

Blanchett: Vorige maand nog.

Pitt: Zie je, daarom zie ik haar nu graag. Serieus, ik moest die strippers naar vrijgezellenfuiven brengen. Ik haalde ze thuis op, op de feestjes incasseerde ik het geld, speelde ik slechte cassettes van Prince en ving ik de kleren van de meiden op. Niet echt wat je noemt een heilzame atmosfeer – het werd op de duur behoorlijk deprimerend. Na twee maanden was ik vastbesloten om ontslag te nemen. Ik stapte het kantoortje van die vent binnen, waarop hij meteen zegt: ‘Luister eens, ik heb nog één opdracht voor je vanavond.’ Het meisje dat ik moest voeren bleek acteerlessen te nemen bij ene Roy London (beroemde acteurscoach, nvdr.). Ik ben hem ook gaan opzoeken, en ik was vertrokken.

Een stripper heeft dus de richting van je carrière bepaald?

Pitt:(knikt) Strippers hebben mijn leven veranderd.

Leo, jij was 16 toen je je eerste film maakte, ‘This Boy’s Life’. Hoe ging dat?

DiCaprio: Ik wist totaal niet hoe ik me moest gedragen op een filmset. De regisseur, Michael Caton-Jones, heeft me als een moederkloek onder zijn vleugels genomen. Hij zei dingen als: ‘Wanneer je repeteert met Robert De Niro, praat je niet over de honkbalprentjes die je verzamelt.’

Mirren: Ik heb me op sets jarenlang als een konijn in de koplampen van een auto gevoeld. Ik snapte niet wie wat deed, en hoe ik me moest gedragen. Het is een angstaanjagende omgeving, hoor.

Penélope, jij speelde in ‘Jamón, jamón’ de dochter van een prostituee, en werd op slag een sekssymbool. Wat doet dat met een meisje van 17?

Penélope Cruz: Op een dag maakte ik een wandelingetje met mijn vader. Er reed een auto voorbij, en de chauffeur riep: ‘Ik hou van je!’ Een minuut later riep iemand anders ‘Hoer!’ (gelach) Toen wist ik dat ik beroemd was. Ongelooflijk hoor. Ik was 16 toen we de film draaiden. Ik had het niet eens aan mijn ouders verteld, en ik verstopte thuis het script. Vroeg of laat moest ik het natuurlijk wel opbiechten, dus ze kwamen naar de première… met mijn grootmoeder! Daar heb ik me altijd rottig over gevoeld. Maar het was een goeie film en hij heeft mijn carrière vooruitgeholpen. En in elke rol die ik daarna heb aanvaard, was ik gekleed tot aan mijn kin.

Leo, jij was ook een tieneridool toen je nog erg jong was.

DiCaprio: Dat heeft me overvallen toen ik nog tv deed – plots stond ik op de cover van tienerblaadjes – en ik heb echt gevochten om daarvan af te raken. Ik wou dat ze me beschouwden als een acteur die veel over zijn personages nadacht en goed werk afleverde. En toen deed ik een film die Titanic heette, en hop: ik was weer een stuk knuffelbaar vlees.

Pitt: Maar dat bén je ook! (gelach)

DiCaprio: Het was ontmoedigend om weer als een object te worden behandeld. Ik heb zelfs overwogen om even te stoppen met acteren. Het heeft op veel vlakken mijn leven veranderd, maar ik kan natuurlijk ook niet zeggen dat het me geen kansen heeft opgeleverd. Voor het eerst kreeg ik controle over mijn carrière. Maar het was weird.

Brad, Hollywood wou van jou een conventionele leading man maken. Jij niet.

Pitt: Acteren is ontdekken, vind ik. En die leading man-scripts – Leo zal het met me eens zijn – gaan allemaal over dezelfde vent. Iedereen aan deze tafel zou die rol kunnen spelen, en je zou wel variaties op het thema krijgen, maar uiteindelijk kan iedereen het. Waar zit de ontdekking dan?

Forest, jij hebt rollen gespeeld die eigenlijk niet voor een zwarte acteur waren geschreven.

Whitaker: Sommige regisseurs hadden een voldoende open geest om me dat te laten doen, ja. In Good Morning, Vietnam was mijn personage in het script eigenlijk een Joodse nerd. In The Color of Money was het in de originele versie een yuppie.

DiCaprio: Echt? Dat was een superpersonage. Ik weet nog dat ik jou in The Color of Money zag toen ik heel jong was, en dacht: ‘Wie ís die gast?’

Whitaker: Ik was maar de vervanger. Ze hadden net iemand ontslagen en ik deed snel auditie.

Mirren: Mijn man (Taylor Hackford, nvdr.) regisseerde… Hoe heet het ook weer? Oh God, die beroemde film met Debra Winger?

‘An Officer and a Gentleman’?

Mirren: Dank je. De rol van Lou Gossett Jr. (de zwarte instructeur, nvdr.) was geschreven voor een blanke man, en Taylor heeft de studio gedwongen om Lou te casten. Lou heeft er trouwens een Oscar voor gekregen.

Welke film heeft jullie voor het acteursleven doen kiezen?

Cruz:Tie Me Up! Tie Me Down! (‘Atame!’, nvdr.) van Pedro Almodóvar. Ik was 13 toen ik ‘m zag. Ik was helemaal van slag toen ik uit de bioscoop kwam. Pedro werd een obsessie voor me. Door hem ben ik actrice geworden.

Blanchett: De enige rol die ik wou, was Lucy in You’re a Good Man, Charlie Brown. En ik wou ook Gregory Peck zijn.

Pitt: Ik ben binnengeglipt in Saturday Night Fever, en het had een verpletterende impact op me. (gelach)

Mirren: De eerste film die bij me bleef hangen, was L’Avventura van Antonioni. Daarvoor had ik alleen films met Rock Hudson of Doris Day gezien, en daar lag ik niet van wakker.

Whitaker: Toen ik een kind was, zag je nauwelijks zwarte acteurs in films, dus het leek me geen optie. De eerste die een diepe indruk op me maakte, was Sidney Poitier.

DiCaprio: Ik probeerde al een agent te krijgen toen ik zeven was. Maar ik was een breakdancertje met een hanenkam, en ik werd afgewezen. Ik wist al dat ik acteur wou worden, maar het was pas met This Boy’s Life, toen ik 16 was, dat ik kwaliteitsfilms begon te bekijken. Toen ik James Dean in East of Eden zag, dacht ik: ‘Wow, ik wist niet dat iemand zó goed kon zijn.’

Pitt: Acteren is echt een ploegsport. Vaak krijgt één acteur alle aandacht, maar net als in tennis word je beter als je met iemand van een hoger niveau speelt. Kijk maar eens hoe Cate de prestatie van George Clooney compenseerde in The Good German (gegier).

Zijn er rollen uit de filmgeschiedenis die jullie graag hadden willen spelen?

DiCaprio: Honderden. Burt Lancaster in Sweet Smell of Success. De Niro in Taxi Driver.

Cruz: Beide vrouwen in Terms of Endearment. Carmen Maura in Mujeres al borde de un ataque de nervios. Shirley MacLaine in The Apartment.

Blanchett: Alles van Elizabeth Taylor.

Mirren: Het is me niet zozeer om die rol te doen, maar om het feit dat ze je inspireert. Je zit daar niet met de gedachte: ‘Oh, ik zou dit véél beter hebben gedaan.’ (stilte) Oké, soms wel. (uitbarsting van gelach)

Blanchett: Er is een moment in A Streetcar Named Desire waar Vivien Leigh net naar het toilet is gegaan, en Marlon Brando bonst op de deur. Zij opent de deur, en zijn hand deinst even terug. Een verbluffend shot. Brando had dat personage ongecontroleerde brutaliteit kunnen meegeven, maar hij toont zijn kwetsbaarheid in die hand.

DiCaprio: Ik wou iedereen allang iets vragen. We hebben het vaak over being in the zone – het moment waarop je je personage wórdt. Maar als je een film maakt, kun je er niet omheen dat er een camera voor je neus staat terwijl je die emoties probeert over te brengen. Ik heb al geluk als ik één keer per film zo’n moment beleef. En jullie?

Pitt: Alcohol helpt. (hilariteit)

Hebben jullie rollen gespeeld waar jullie nu spijt van hebben?

Blanchett: Ik heb geluk gehad. Op school was ik bij de grootsten van de klas, en mijn seksualiteit was een beetje dubieus. Ik speelde altijd mannen. En toen werd ook mijn nationaliteit wat mistig doordat ik vroeg in mijn carrière Elizabeth I had vertolkt (Blanchett is Australische, nvdr.). Daardoor heb ik rare en wonderlijke keuzes kunnen maken.

Pitt:(tegen DiCaprio) Onze seksualiteit is ook dubieus geweest. (gelach)

Ga vooral verder.

Pitt: Het ging zo al ver genoeg.

Blanchett: Wij hebben er foto’s van.

Zijn er rollen geweest die jullie meer stress bezorgden dan andere?

Blanchett: Ik ben altijd bang voor een rol, maar ik hou mezelf voor dat angst gewoon misplaatste opwinding is. Je loopt constant het risico dat je de mist ingaat, en daarom bekijk ik mijn eigen films nooit. Op die manier ga je naar huis met het gevoel: ‘Oké, dat was niet onaardig’. Toen we Babel draaiden, werd ik overvallen door een gevoel dat ik nog nooit had gekend. Ik dacht plots: ‘God, dat was echt een geweldige take’. Toen ik de film uiteindelijk zag, bleek Brad tijdens die scène de hele tijd in beeld te zijn (hilariteit).

Helen, weet je wat koningin Elizabeth van je performance vond?

Mirren: Natuurlijk niet.

Heeft ze de film gezien?

Mirren: Vast wel. Wie zou daaraan kunnen weerstaan? Volgens iemand uit de dichte omgeving van de koningin, de historicus Robert Lacey, zou ze tijdens de aftiteling zeggen: ‘Zo, dat was niet geheel onaangenaam. Het is tijd voor mijn gin-tonic.’

Pitt: Maar hoe begin je aan zo’n rol? Ze heeft een fantastisch, knetterend loopje, en je bril stond de hele tijd halfweg je neus.

Mirren: Er bestaat heel veel filmmateriaal over haar, maar daarin zie je haar altijd in haar formele rol. Er bestaat bijna niets over haar leven achter gesloten deuren. Als je een bestaand personage wilt spelen, moet je eerst detective worden om te kunnen zien wat niemand anders ooit heeft gezien. De Queen is ongelooflijk beheerst, maar op die uren en uren film heb ik gemerkt hoe ze constant haar trouwring rond en rond draait. Je ziet de innerlijke spanning.

Hebben jullie zoiets tastbaars nodig wanneer jullie je voorbereiden op een rol? Penélope, in ‘Volver’…

Cruz: Ik weet al wat je gaat vragen.

… droeg je schuimrubberen billen voor je rol.

Mirren: Ik had schuimrubberen billen in The Queen. Penélope was lang niet de enige.

Cruz: Oh, dat maakt me zo gelukkig! Telkens als iemand me hier nog op aanspreekt, kan ik zeggen: ‘Helen heeft er óók!’

Hielpen die billen?

Cruz: Absoluut. Pedro en ik hebben er nauwelijks over gesproken. Hooguit één minuut. Het zorgde dat ik anders ging bewegen. Alsof je de juiste schoenen bij het juiste personage vindt.

Jullie hebben allemaal sterk werk met verschillende accenten achter de rug. Is dat een horde waar je over moet wanneer je een personage opbouwt?

Whitaker: Een accent vertelt me hoe ik moet bewegen. Als het accent van een acteur niet geloofwaardig is, komt dat vaak doordat het niet verbonden is met zijn lichaam.

Mirren: Maar de tijd voordat je het accent onder de knie hebt, is werkelijk verlammend. Je kunt niet acteren, je kunt níéts, omdat je alleen maar die stem in je hoofd hoort die de verkeerde klanken maakt. Wat Penélope heeft gedaan, is pas écht moeilijk: acteren in een vreemde taal. Ik mag er niet aan denken.

Penélope, je eerste Engelstalige film was ‘The Hi-Lo Country’. Was dat eng?

Cruz: Enorm. Ik verstond geen woord van wat (regisseur) Stephen Frears zei. Hij is heel lief, maar hij heeft een zwaar accent en ik kende in het Engels alleen mijn dialogen – geen woord méér. Af en toe ging ik uithuilen in de toiletten. En dan maar hopen dat ze het niet zouden merken als ik terugkwam.

Brad, jouw Ierse zigeuneraccent in Guy Ritchies Snatch was zó goed dat we er geen woord van begrepen.

Pitt: Dat was echt een last-minutebeslissing, in opperste paniek. Ik probeerde het echt goed te krijgen – oké, ik was er wat laat aan begonnen – maar het bleef te stroef. De dag voor de opnames ging ik naar Guy en zei: ‘Doe jij dit stukje maar. Ik kan het niet.’ Waarop hij: ‘ Yeah. Right.’ Plots schoot het me te binnen dat Benicio Del Toro zo geniaal was in The Usual Suspects omdat je geen woord verstaat van wat hij uitkraamt. Rond middernacht ben ik door de straten van Noord-Londen gaan slenteren, de hele tijd tegen mezelf pratend, en het werd steeds onbegrijpelijker.

Blanchett: Ik beschouw accenten nooit als een hoedje dat je even opzet. Het is een combinatie van zinsbouw, ritme en ademhaling. Het draait om pauzes in de zinnen, om de keuze van de klemtonen. Je kunt dat een accent noemen, maar eigenlijk is het een denkproces. Het moet organisch zijn. Dus hoe vroeger je ermee begint, hoe beter, Brad. (Pitt doet alsof iemand een dolk in zijn hart plant.)

Mirren: Je hebt overschot van gelijk. Het is geen decoratie. Amerikanen zeggen me altijd: ‘Oh, wat een prachtig accent hebt u.’ Ik héb geen bloody accent. Jullie hebben een accent! (gelach). Maar dat zeg ik natuurlijk niet hardop. Ik zeg: ‘Dank u wel. Hoe lief van u.’

Kijken jullie vandaag anders tegen acteren aan dan in het begin?

Pitt: Toen ik begon, was ik ervan overtuigd dat de films waarin ik speelde me definieerden, en dat mijn leven interessant zou worden op basis van de personages die ik uitkoos. Daar denk ik intussen anders over: ik ben een vader nu. Andere dingen zijn belangrijker geworden. Ik streefde een doel na dat niet bevredigend was. Op een dag hoorde ik mezelf aan de telefoon zeggen: ‘Ik wil meer mánnen spelen.’ Toen ik inhaakte, besefte ik: ‘Nee. Lééf als een man, en de rollen zullen volgen.’

Whitaker: Ik heb moeten leren om mijn leven niét van mijn werk te scheiden. Mijn werk is een groeiproces voor me, het is een verlengstuk van mezelf. De voorbije jaren heb ik elementen uit mijn werk gebruikt om er echt te zijn voor mijn kinderen, mijn familie, mijn vrienden. Het was alsof ik wakker werd.

DiCaprio: Man, ik moet dringend ook aan kinderen beginnen. Ik begon pas van acteren te genieten toen ik me van het eindresultaat kon losmaken. Ik herinner me nog hoe ik op mijn vijftiende aan mijn 160e auditie begon, en anderhalf jaar geen enkele rol had gekregen. Ik besefte dat ik een van die Hollywoodkinderen aan het worden was: ‘Hoi, ik ben Leo! En ik ga vandaag voor u lezen! Oh ja, het was vandaag gewéldig op school. Ik vind school super!’ (gelach) Ik was een product van het systeem geworden, waarin iedereen de regisseur, de casting director en de rest wil charmeren. Ik begon na te denken over het personage – het wérk – in plaats van over het eindresultaat. Weet je, kinderen vragen me altijd wat ze moeten doen om acteur te worden. Je geeft ze dan het obligate antwoord: ‘Zorg dat je je tekst kent. Werk hard. Geef niet op.’ Maar wat ik ze eigenlijk wil zeggen is: ‘Je mag je niets aantrekken van wat mensen van je denken.’

Mirren: Sterk dat je dat op je 15e doorhad. Marlon Brando’s beste advies aan acteurs was: ‘ Don’t care too much‘. Ik heb dat nooit begrepen, omdat het mij wél kon schelen – nog steeds, trouwens. Maar wat hij bedoelde, is: investeer niet alles wat je hebt in de vraag of de mensen wel van je zullen houden. ‘Ben ik goed genoeg?’ Fuck that. Wat ongeveer neerkomt op wat Brad net zei.

Pitt: Ja, maar ik had 800 woorden nodig om te zeggen wat Brando met vier woorden deed.

Jullie zijn allemaal rijk, beroemd en gerespecteerd. Waarom acteren jullie nog?

DiCaprio: Ik hou van dit vak. Er bestaat geen enkele andere kunstvorm die me dieper raakt. Er ligt een grote bevrediging in de gedachte dat ik in celluloid word gebrand, en dat ik daar later in mijn leven op kan terugkijken, en dat ik verhalen zal kunnen vertellen over die ervaringen. Dat is een fantastisch cadeau.

Whitaker: Het is magie. Wie wil daar geen stukje van?

Cruz: De gedachte dat ik nooit alles over acteren zal weten, maakt me gelukkig. Die angst om er niet alles over te weten, zal ik altijd in me dragen.

Pitt: Bij mij is het de liefde voor een goed verhaal, en respect voor deze business. Ik wil er beter in worden, en het vak beter dienen. En ik geloof in de kracht van films.

Blanchett: Krzysztof Kieslowski zei dat films maken een dialoog met het publiek is. Als ik die verbinding met het publiek kan maken, word ik diep geroerd. Ik voel me léven wanneer ik acteer. Dat is tragisch, maar het is waar. Ik wil sterven in een repetitiezaal, als ik het voor het kiezen had.

Helen, wat drijft jou nog?

Mirren: Geld. (gegier) En het is dikke pret. Natuurlijk zijn er wel een paar artistieke redenen te verzinnen, maar laten we het daar vooral niet over hebben. Dus ja, lol en geld.

© Newsweek

Vertaling en bewerking: Bart Cornand

Door Sean Smith en David Ansen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content