THE DIVORCE TRIAL OF VIVIANE AMSALEM – LIJDEN OM TE SCHEIDEN

Met het militante Gett: The Divorce Trial of Viviane Amsalem maken broer en zus Shlomi en Ronit Elkabetz het proces van Israël. Archaïsche, religieuze wetten maken er een scheiding onmogelijk als de man de vrouw niet wil verstoten. Ook over Gaza hebben ze een mening. ‘Een embargo tegen Israël is aanvaardbaar, maar niet op kunst en dialoog.’

Filmende broers, daar zijn we in het land van Gouden Palm-winnaars Luc en Jean-Pierre Dardenne mee vertrouwd. Dat ook een broer en zus samen aan het roer kunnen staan, bewezen Shlomi en Ronit Elkabetz tien en zes jaar geleden met de festivalhits Prendre femme en Les sept jours. De Israëli’s van Marokkaanse origine zijn nochtans niet dezelfde weg opgegaan. Voor documentairefilmer en theatermaker Shlomi werd New York een tweede thuis, voor Ronit werd dat Parijs. Ze staat bekend om haar dramatische vertolkingen in Franse en Israëlische films als La fille du RER, Jaffa en The Band’s Visit. Stel ik een vraag in het Frans, dan verstaat Shlomi me niet, stel ik ze in het Engels, dan is Ronit niet op haar gemak. Broer en zus lossen het op door de vragen en hun antwoorden voor elkaar in het Hebreeuws te vertalen. Meertaligheid kenmerkt ook hun cinema. In Gett: The Divorce Trial of Viviane Amsalem worden Hebreeuws, Frans en Arabisch door elkaar gesproken. Ronit herneemt in deze ijzersterke huis clos het personage uit de twee vorige films die ze met haar broer regisseerde. Viviane wil de scheiding van haar man officialiseren, maar staat voor een schier onmogelijke opgave. Ze kan slechts terecht bij een Beet Dien, een rabbijnse rechtbank die scheidingen niet genegen is, en haar onwillige man heeft hoe dan ook het laatste woord. Als hij haar niet verstoot, kan ze een nieuw leven op haar buik schrijven.

Prendre femme leunde dicht bij het verhaal van jullie moeder aan. Geldt dat ook voor Gett: The Divorce Trial of Viviane Amsalem?

RONIT ELKABETZ: Onze eerste film is doordrongen van jeugdherinneringen. Toch was het eerder een persoonlijke dan een autobiografische film. Om moeders verhaal te kunnen doen, verzonnen we een wereld. In de volgende twee films hernamen we de personages, maar raakten we alsmaar verder verwijderd van het verhaal van onze moeder. In Gett gaat Viviane tot het uiterste om een scheiding af te dwingen. Hoewel ze ervan droomde, is onze moeder nooit gescheiden.

Gett overstijgt de anekdotiek. De kritiek op de Israëlische samenleving ligt er vingerdik op.

RONIT: We maken het proces van een land en van een systeem. Het Israël van vandaag is een ogenschijnlijk democratisch, geavanceerd en op vele vlakken buitengewoon land met knellende wetten die nog uit de middeleeuwen dateren. Ontzettend veel Israëlische vrouwen bevinden zich in de absurde situatie dat ze niet kunnen opboksen tegen een archaïsche, wrede, onbegrijpelijke wet. Misschien is die ooit nodig geweest om een gemeenschap te vormen en te beschermen. Wie zal het zeggen? Maar een wet die de Israëlische vrouw elementaire rechten ontzegt, die kun je vandaag niet meer tolereren.

Waarom verschijnt Viviane voor een rabbijnse rechtbank, en niet voor een échte?

RONIT: Israël kent geen burgerlijk huwelijk. Scheidingen vallen onder vierduizend jaar oude religieuze wetten. Ze gelden voor iedereen: gelovigen én leken. Ook Joden die in Brussel of Amsterdam getrouwd zijn, kunnen slechts scheiden voor zo’n rabbijnse rechtbank. Die rabbijnen vinden het zonde om een huwelijk te ontbinden en proberen steevast tijd te winnen. Het kan hen niet schelen of het proces drie, tien of twintig jaar duurt. Zelfs als er zwaar geleden wordt, willen ze gezinnen bijeenhouden. Dat is een verschrikkelijke betrachting. Als het hof je lijden wél erkent, sta je als vrouw nog altijd nergens. Want uiteindelijk mag de man zelf kiezen of hij zijn vrouw verstoot of niet. De beschuldigde beslist dus. Dat is absurd. De rechtbank kan slechts ingrijpen als de man niet voor onderdak en eten zorgt of wanneer er geen seksuele betrekkingen zijn. Maar bewijs dat laatste maar eens. Er kan dus niet eens ingegrepen worden als een man zijn vrouw slaat.

Waarom wordt daar amper tegen gereageerd?

SHLOMI ELKABETZ: Er rust een taboe op dit onderwerp. Geen activist, filmregisseur of schrijver durfde het debat aan te gaan. Het is ook een kwestie van informatie. De rabbijnse rechtbank zetelt achter gesloten deuren. Niemand weet hoe het er toegaat. Zend die zittingen een maand lang op tv uit en de mensen schreeuwen om een aanpassing van de wet. Ronit en ik hopen dat onze film ogen opent. We plannen in Israël trouwens twee conventies over vrouwenrechten en krijgen de kans om de film in het parlement te vertonen.

Een prachtig moment: er wordt amper naar Viviane geluisterd, maar als ze even de haren losschudt, panikeren de mannen. Veel is daar blijkbaar niet voor nodig.

SHLOMI: Dat is een cruciaal moment. Dat eenvoudige gebaar verlamt alle aanwezigen. De rabbijnen mogen haar zo niet zien. De advocaat schrikt dat hij plots tegenover een prachtige vrouw staat. Haar man schaamt zich dood. Dat verduidelijkt het ware probleem: men tolereert haar vrouwelijkheid niet. Ze wordt gedemoniseerd omdat ze vrouw is.

Joseph Cedar, Haim Tabakman, Ari Folman, Eytan Fox, Keren Yedaya: Israëlische regisseurs doen het internationaal uitstekend. Wat zit er in jullie water?

RONIT: Vroeger bestond de Israëlische cinema uit dwaze komedies die migranten lieten kennismaken met het land en films over de vele interne en externe oorlogen. Maar dat werden we moe. We begrijpen dat ons land in een politiek uiterst complexe situatie verkeert en dat die nog héél lang zal aanslepen, maar we willen daar niet altijd met onze neus op gedrukt worden. In elk geval won de persoonlijke film terrein. Op slag toonden veel meer mensen, overal ter wereld, interesse. De intimiteit werkt herkenbaarheid in de hand. Tegelijk blijven we de complexe realiteit achter ons aan slepen. Elke film is hoe dan ook politiek.

SHLOMI: Israëlische filmregisseurs filmen on-the-go. We kunnen het over vandaag hebben. We moeten het niet over de Algerijnse oorlog van vijftig jaar geleden hebben, we kunnen het over déze oorlog hebben. We praten niet over vrouwen die honderd jaar geleden geëxecuteerd werden, we praten over vrouwen die vandaag hun vrijheid ontzegd worden. De boeiende onderwerpen liggen voor het rapen.

Deze week opent in Tel Aviv een tentoonstelling van de Belgische schilder Michaël Borremans. Enkele prominente artiesten riepen hem op om niet naar Israël te gaan. Schrikken jullie daarvan?

RONIT: Hoe smerig! Hoeveel mogelijkheden zijn er om écht te communiceren? Weinig. Kunst is er een van. Zonder kunst verliezen we een manier om elkaar te begrijpen. Zonder kunst zijn we verloren.

SHLOMI: Ik vind een embargo aanvaardbaar. Door geen Israëlische appelsienen te kopen, maak je de Israëli duidelijk dat je hen op dit moment niet wilt steunen en dat ze meer respect moeten opbrengen voor de rechten van de Palestijnen. Maar je mag géén embargo heffen op kunst, woorden, dialoog en cultuur. Boeken, films of schilderijen boycotten omdat de auteur niet tot jouw kamp behoort, dat is ontzettend dom en schijnheilig. Als jij, zoals sommige anderen, dit interview niet had willen doen omdat we uit Israël komen, dan had je ons de kans ontnomen om België uit te leggen hoe wij de situatie ervaren. We moeten de dialoog blijven aangaan. Een kunstenaar die naar Israël komt en de situatie veroordeelt, dat haalt de kranten. Dat zet sommige Israëli’s misschien aan het denken.

Is er in Israël ruimte voor debat? Mag je openlijk kritiek hebben op de militaire operatie en de vele jonge, onschuldige slachtoffers?

SHLOMI: Dat mag natuurlijk, maar het is ontzettend moeilijk geworden. Heel wat Israëli durven niet meer voor hun mening uit te komen omdat ze bang zijn voor de hevige reacties. Dat was een jaar geleden nog niet het geval. De dapperste journalisten, kunstenaars en intellectuelen houden zich vandaag in. Dat is niet gezond. Ik krijg constant de raad om niets te zeggen, om me niet uit te spreken. Ik laat me natuurlijk niet muilkorven, maar dat jaagt me schrik aan. Grote schrik.

GETT: THE DIVORCE TRIAL OF VIVIANE AMSALEM

Vanaf 10/9 in de bioscoop.

DOOR NIELS RUËLL

Shlomi Elkabetz ‘WIE ONS NIET WIL INTERVIEWEN OMDAT WE UIT ISRAËL KOMEN, ONTNEEMT ONS DE KANS OM UIT TE LEGGEN HOE WIJ DE SITUATIE ERVAREN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content