BLIK ONDER DE TUTU. Robert Altman leidt niet alleen de dans in zijn nieuwe film. ‘The company’ is evenzeer een les ‘creatief met camera’.

MET NEVE CAMPBELL, JAMES FRANCO, MALCOLM MCDOWELL, BARBARA E. ROBERTSON.

The Company **

In 1968, één jaar voor de eerste maanlanding, draaide Altman de film Countdown. Zo tekende hij voor een eerste, compleet realistische filmweergave van die mijlpaal. Dit was alvast duidelijk: de gebeurtenis zelf, als techno-wetenschappelijk gegeven, interesseerde hem geen bal. Wat telde, was de interactie tussen zijn twee ‘helden’ (de toen nog onbekende James Caan en Robert Duvall) en het proces dat aan die landing voorafging. Altman was van het principe dat je de essentie van iets maar kon vatten door er een mozaïek van details van te maken. Daarom bracht hij het hele event gefragmenteerd in beeld, in lagen van versnipperde informatie, van soundbites en onvoltooide deelwoorden. Het effect was daardoor niet minder indringend, integendeel.

Het onderwerp van The Company, het Altmaniaanse ‘verslag’ van een jaar uit het leven van het Joffrey Ballet uit Chicago, interesseert Altman wellicht geen zier. De meester zou het script zelfs hebben geweigerd toen actrice Campbell en schrijfster Barbara Turner hem naar zijn oordeel kwamen vragen. Hij zou er niets van hebben begrepen. Zelfs nadien bleek zijn visie op het materiaal merkwaardig. Na een vertoning voor de Joffrey-spelers toonden die zich ontgoocheld over de keuze van het specifieke werk waarrond hij zijn film had gemonteerd (hij registreerde immers repetities en opvoeringen van diverse stukken). Blue Snake is de naam van het stuk, en een vogelvrije, digitale camera glijdt zich genadeloos tussen het wel en wee van een aantal mensen. Zo is er Ry, een jonge, ambitieuze danseres (Campbell, zelf ooit donna bij het National Ballet of Canada); Josh, een jonge chef die met haar lijf en plezier deelt, maar er even gekke, incompatibele werkuren op na houdt; ‘Mr. A’, de artistiek directeur die zijn pupillen in een kwellende onzekerheid houdt over zijn vertrouwen in hun kunnen (McDowell in een van zijn kenmerkende hoogtepunten van overacting); en Harriet, een oude rot in het vak.

Waar het Altman maar weinig om te doen is, is de backstage-kijk op het ballet. Dat het hard werk is, is nogal wiedes; dat er zich kleine tragedies voordoen (één danser scheurt de achillespees en mag een kruis maken over de carrière) onvermijdelijk. Wat The Company evenwel boven de banaliteit tilt, is de onwerkelijke beheersing in visuele en auditieve structuur, in ritmering van sequensen, in cameravoering en belichting. The Company mag dan wel Altmans visie op creativiteit, toewijding en onvrede over het eeuwige geldprobleem reflecteren, het is in de eerste plaats een les in creatieve cinema. Jo Smets

Jo Smets

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content