de nieuwste geschiedenisles in het oeuvre van oliver stone is een film over het leven van alexander de grote. met een gigantisch budget en een klein leger van grote sterren kondigt ‘Alexander’ zich aan als dé sensatie van het komende voorjaar. exclusief verslag vanop de set. Door Fred Schruers

EXTRA OP WWW.FOCUSKNACK.BE

hoe hollywood de oudheid weer heeft ontdekt

‘ALEXANDER’

op 5/1/2005 IN DE BIOSCOOP

Op de set van Alexander in de Pinewood Studios even buiten Londen heerst een gezellig sfeertje: een binnenplein uit circa 336 voor Christus is volgestouwd met fraaie diensters, dansende meisjes, in stola’s gedrapeerde ‘edelen’ en schotels met granaatappels en olijven, dit alles overgoten met een geur van wierook en de langzame tonen van luiten en castagnetten. Maar schijn bedriegt, want vandaag wordt een van de sleutelmomenten van Alexander opgenomen, de nieuwe film van Oliver Stone, een emotioneel conflict dat de plot vaart geeft en de drijfveren van het titelpersonage verheldert. Twaalf uur zijn ze al in de weer, een heuse uitputtingsslag voor zowel de cast als de crew, maar aan het enthousiasme is het niet af te lezen. Te midden van het gewoel op het huwelijksfeest leven Colin Farrell (als Alexander) en Val Kilmer (als Koning Philip) zich uit in een aanhoudende en verhitte vader-en-zoondiscussie. Kilmer is duidelijk in vorm en spuwt herhaaldelijk een lange en luide tirade uit, terwijl Oliver Stone zijn camera scherp stelt op hem en Farrell. Af en toe veert de regisseur op van zijn stekje achter de camera om iets in het oor van een van zijn acteurs te fluisteren, waarna hij verder speurt naar de perfecte cadrage voor het beslissende dispuut. De in lange gewaden geklede gastacteurs bekijken de dialoog ondertussen zo geïnteresseerd mogelijk en worden daarbij gecoacht door eerste regieassistent Simon Warnock. ‘Mensen, luister naar wat de acteurs zeggen’, roept hij, ‘in plaats van te staan kijken naar een tennismatch.’

De schermutseling tussen Philip en Alexander dreigt de politieke agenda van het feest – een poging tot verzoening tussen Philips schurkachtige Macedoniërs en een groep van bezoekende Griekse ouderen – te verstoren. Farrell speelt in deze scène de twintigjarige Alexander, met korte rok en met een blond kapsel dat hij zelf vergelijkt met ‘fuckin’ Doris Day’. Hij wordt razend als een oude man met de naam Attalus een saaie en holle toespraak houdt en Philips huwelijk met Attalus’ nicht bejubelt. Opgehitst door enkele van Attalus’ kleine opmerkingen over zijn moeder Olympias (Angelina Jolie) werpt Alexander een drinkbeker naar de grijze bezoeker.

Voor Stone een close-up van Farrell zal filmen, spuwt de acteur telkens opnieuw vurig zijn repliek ‘What am I, then? The son of a dog?’uit, een tirade die heel wat weerwerk van de cameralui vereist. Zij moeten het perfecte shot leveren, waarmee Stone later aan de slag kan in zijn Parijse montagesuite. Het is dag 47 van de opnamen, en als alles goed gaat, volgen er nog eens zoveel vooraleer het budget van 160 miljoen dollar volledig opgesoupeerd zal zijn.

Val Kilmer, met één oog een beetje artificieel dichtgeplakt, ziet er grimmig uit. Dan blaast de waarschuwingsbel haar onvermijdelijke signaal uit en kan de take beginnen. Met de bravoure van de forse, zwaar drinkende koning, brult Kilmer: ‘Friends…’ Maar er is wat tumult in de groep figuranten. Kilmer is onopvallend een tikje uit z’n lood geslagen. Hij laat zijn opgeheven hand vallen en spreekt als vanuit een andere tijd en plaats: ‘Kunnen we niet gewoon voortmaken?’

Collin Farrell mengt zich met de allures van de ware Alexander in dit ‘die lach hadden we net nodig’-moment. Alexander zou wel eens de film kunnen zijn waarmee hij het tweede hoofdstuk aanvangt van een carrière die maar geen vaart lijkt te minderen. Kan de vroege belofte, die rollen speelde in Tigerland en in Minority Report, tot een filmster uitgroeien die voorbij zijn reputatie als herrieschopper gaat? Farrell – die, u weze gewaarschuwd, in gesprekken nooit om een ‘fuck’ meer of minder maalt – beseft maar al te goed dat er een groot verschil is tussen Alexander en veel van het werk dat hij vroeger deed. ‘Het palet van Alexander was zo rijk en het canvas zo groot, dat je steeds dieper en dieper wegzakt in het moeras van je eigen gedachten en van je eigen ervaringen’, zegt hij later. ‘Ik moet putten uit mijn eigen pijn en angst en liefde en hoop en al die andere zaken, ambitie of passie – I’m certainly a passion- ate little fucker -, maar zonder Oliver Stone zou ik het niet aankunnen; zeker niet op de manier zoals Alexander dat deed: hij werd daartoe opgevoed.’

Als de regisseur op hem afkomt, grijpt Farrell hem met beide handen zacht bij het shirt om even enkele gedachten uit te wisselen. ‘Oliver zit met zoveel dingen in zijn hoofd’, zegt hij. ‘Gewoon al de manier waarop hij werkt! Hij denkt tien stappen verder dan iedereen die ik ooit heb ontmoet. En dat is ideaal voor mij. Ik wil werken met mensen die niet tevreden zijn met iets dat gewoon ‘oké’ is, mensen die mij vooruit- stuwen en tegelijk mijn grenzen aanvaarden. Oliver Stone is zo iemand: als ik mezelf al te veel opjaag en ik iets wil bereiken dat blijkbaar buiten mijn mogelijkheden ligt, dan zegt hij dat ook. ôPerfect is de vijand van goed”, bromt hij dan. Hij stelt altijd vragen – over zichzelf, het script, de personages, de acteurs, het haar – shit, zelfs fuckin’ catering krijgt het af en toe te verduren. Hij hééft het gewoon. Ik kan hem niet genoeg ophemelen. Ik ben geen fuckin’kontlikker – daar ben ik nooit goed in geweest – maar hij is echt een inspiratiebron.’

Stone en de marketingmensen bij Warner Bros. kwamen op de proppen met een krachtige zin voor de trailer en de posters van Alexander: ‘The greatest legend of all was real.’De regisseur is het spoor van de jonge veroveraar (die stierf in 323 voor Christus op 32-jarige leeftijd) blijven volgen sinds hij zijn eerste Alexander-script schreef in het midden van de jaren tachtig. Toen de Duitse producer Thomas Schühly hem in 1989 benaderde met zijn plannen om Alexander te maken, bleek Stone al naarstig verder te hebben gewerkt. De samenwerking ging uiteindelijk toch niet door, en Stone werkte in zijn eentje verder aan zijn script. In 1986 ontmoette hij een andere Duitse producer, Moritz Borman: het zou een cruciaal moment zijn in de realisatie van Alexander, zo blijkt nu. Borman huurde Stone in om een scenario te schrijven over de avonturen van Tom Mix, de grote cowboyster uit de stille film, met de Mexicaanse revolutionair Pancho Villa. Het Mix-script werd op de lange baan geschoven, maar de twee hielden contact. Terwijl Stone verder timmerde aan zijn unieke filmcarrière (van oscars voor Platoon (1986) en Born on the Fourth of July (1989) tot de controverse die JFK, Natural Born Killers, Nixon, en Commandante uitlokten), werkte Borman zich als producer op van kleinschalige sponsorprojecten achter de schermen (Nurse Betty in 2000) tot een van de meest spraakmakende maar ook meest erbarmelijke financiële deals uit 2003, die van Terminator 3.

Bormans bedrijf, Intermedia, groeide tijdens de internethype en kromp toen de luchtbel barstte, maar Stone ontmoette hem in het begin van 2001 in een gedreven toestand. ‘Oliver zei me dat de tijd misschien wel rijp was voor een project waaraan we samen konden werken. “Als je me een scenario geeft,” zei ik, “dan zal ik de film doen, ongeacht de inhoud.” Hij vertelde me dat hij eigenlijk Alexander wilde doen. Ik slikte en dacht: Oh my God, that must be huge.

Hij had gelijk. Alexander veroverde een stuk van twee miljoen vierkante meter van de wereld, trok op 25-jarige leeftijd door Egypte en het ooit zo machtige Perzische rijk alvorens nog eens achttienduizend kilometer af te leggen tot in Punjab in Noord-India. Hij heerste over gebieden die zo rijk waren dat hij volgens historicus Robin Lane Fox ‘duizend maal rijker dan wie dan ook in de wereld’ was. Bovendien sliep hij ‘met minstens één man, drie vrouwen, vier maîtresses, een eunuch, en volgens de legende een amazone’. Lane Fox, die lesgeeft in Oxford en meewerkte als consultant bij de productie op voorwaarde dat hij in de voorste linies kon meerijden bij de overdonderende aanvallen van de cavalerie, schrijft: ‘Alexanders persoonlijkheid is waarschijnlijk zijn meest ongewone bijdrage tot de geschiedenis. Hij inspireerde en vroeg van zijn troepen meer dan de meeste leiders sindsdien mogelijk achtten.’

Het is niet moeilijk om Oliver Stone in eenzelfde context te bekijken. Eerst winnaar van een Bronze Star in Vietnam, dan een linkse politieke bliksemafleider: Stone is een man met legendarische voorkeuren, verwachtingen en disputen. Maar voor Borman was Stone dé enige aangewezen persoon voor deze job: ‘Ik kan me geen andere regisseur voorstellen die deze film zou kunnen maken.’

Medio 2001 ontdekte Borman echter dat er maar weinig gelijkgezinden waren in Hollywood. ‘Geen enkele studio wilde een film maken van deze omvang – ze wezen ons allemaal onmiddellijk de deur.’ Bovendien bleek de Australische filmmaker Baz Luhrmann met een gelijkaardig project bezig te zijn. Hoewel Martin Scorsese, Mel Gibson, Alfonso Arau, George Lucas, Steven Spielberg én Ridley Scott (die door zijn succes met Gladiator eigenhandig Hollywoods interesse in sword-and-sandal epics een nieuwe adem inblies, en nu werkt aan Kingdom of Heaven, over de kruistochten) allemaal wel met het idee speelden om een Alexander-film te maken, bleek Lurhmann dé belangrijkste rivaal te zijn, vooral nadat Scorsese had beslist om The Aviator te maken – waarbij hij bovendien Leonardo DiCaprio van Luhrmann afsnoepte. Maar Borman vertrouwde op de kracht van Stones script, en hij en Stone organiseerden hun film net iets sneller door in de zomer van vorig jaar op reis te gaan naar India om de achtergrondbeelden van de bergachtige gebieden te schieten. (In het midden van januari dit jaar ging het gerucht dat Luhrmann zijn project uitgesteld zou hebben.)

Toen Stone al begonnen was met de eerste beelden, probeerde Borman een complexe deal te versieren met het oog op Europese en Azia- tische distributie. Maar het besef groeide dat ze vooral een major studio van doen hadden om dit project te rea- liseren, eentje met voldoende financiële slagkracht om bijna eenderde van de kosten op zich te nemen, goed voor meer dan honderd miljoen dollar. Uiteindelijk stapte Warner mee in het avontuur.

Stones script was imponerend, maar duur om te verfilmen; de film had dus een grote ster nodig, of een krachtige combinatie van iets mindere goden. Stone had enkel flarden gezien van Farrells prestaties: ‘Na Minority Report informeerde ik naar Colins interesse en ontmoette ik hem een eerste keer. Daarna zag ik hem in Phone Booth. Meer hoefde ik niet te zien om hem uit te nodigen voor een proefopname, en hij was ongelooflijk.’

‘De eerste grote stap van vertrouwen’, aldus Borman, ‘was te zeggen: “Dit is een enorm budget.” ‘ De tweede stap was een acteur te kiezen die groots was, maar die geen Tom Cruise of Brad Pitt of een van die andere gevestigde twintig-miljoen-dollar-spelers was. Oliver zei me: ‘Je moet deze kerel echt eens ontmoeten.’ We hadden alledrie samen een gesprek tijdens een lunch, en daarna zei ik: “Ik voel dat dit onze Alexander is. Laten we nu uitdokteren hoe we dat kunnen financieren.” ‘

Hoewel Borman Warner ervan probeerde te overtuigen dat niets van de seksualiteit die er bestond tussen mannen onderling verder ging dan wat ze waarschijnlijk al hadden gezien in de televisieserie Will & Grace, bleef er toch scepsis bestaan. Zulke zorgen dreven Stone tot verontwaardiging over het verschil tussen de Grieken, die geen probleem zagen in biseksualiteit, en latere culturen. ‘Waarom werd het plots zo een belangrijk topic?’, vraagt hij ons. ‘Wie waren die puriteinen die hun bezemstelen in de lucht staken? Luister, wij zijn eerlijk wat seksualiteit betreft en we proberen het te tonen zonder op de tenen van de mensen te trappen. We hebben niet gefilmd met het doel de geilaards op te winden; het werd gedaan met de intentie je hart te verhitten.’

Met Warner mee in de boot, werd verder gezocht naar de rest van de cast. De rol van Olympias was cruciaal. Stone dacht meteen aan Angelina Jolie, die hij door zijn hulp bij de productie van Beyond Borders goed kende. De regisseur en de actrice hadden een afspraak in Manhattan, en Farrell zou hen vergezellen. ‘Die eerste avond was echt amusant’, herinnert Stone zich. ‘Farrell was geobsedeerd door Jolie, het was net het kleine Ierse jongetje – hij was helemaal Alexander niet, hij was stapelverliefd op haar en wist met zichzelf geen blijf. Ik dacht bij mezelf: ‘Dit is de goede keuze, omdat hij zich gedraagt als een baby.’ En zij lachte met hem, hij was erg grappig, zij was … ouder. Ik weet niet of acteurs soms acteren vanuit hun verlangens en of hij het kind van de moeder wilde zijn, maar het klikte alleszins.’

Jolies eerste scène was er een met de jonge Alexander. Ze lacht als ze bedenkt hoe Stone haar onmiddellijk voor de leeuwen gooide: ‘Yeah, op mijn eerste dag, met een zesjarig kind dat in z’n eerste film meespeelde, zing ik een slaapliedje – en ik kan al niet zingen – met een Albanees accent en moet ik ook nog eens een nest slangen in bedwang houden. Oliver krijgt je zo ver om bepaalde dingen te doen – en dan doe je ze ook gewoon.’

Bij een vraag over de geruchten in de tabloids dat ze meer dan een werkpartner was voor Farrell, glimlacht ze breed. Ze geeft toe dat je niet anders kan dan gecharmeerd te zijn door hem. ‘Maar hij is ook een ijzersterk acteur, en – in dezelfde mate dat hij wild, geweldig en speels en interessant is – hij is een professional. Op de set waren we honderd procent onze personages.’ Ze beseft maar al te goed de ironie van vier van Hollywoods bad kids – Stone, Farrell, Kilmer en zijzelf – op één set in een portret van de tijd van toen. ‘De gedachte dat wij een periodefilm zouden doen, klinkt vreemd’, zegt ze. ‘We grapten allemaal: “Wat zullen ze nu weer over ons schrijven dat we nog geen duizend keer hebben gehoord?” Ons zullen ze niet stuk krijgen – we maken allemaal deel uit van een van de meest publiekelijk beschimpte groepen en we zijn zo vaak op zoveel verschillende manieren op het rooster gelegd, dat we nu elkaar de kracht konden geven te zeggen: “Ze zullen ons hoe dan ook bekritiseren, dus laten we spelen zoals we denken dat het moet.” ‘

Anthony Hopkins, die Ptolemaeus speelt, verdiende een oscarnominatie voor zijn rol als Nixon in Stones gelijknamige film uit 1995. Sindsdien hebben ze een stevige vriendschap uitgebouwd waarin ze elkaar niet sparen. Hopkins had slechts een paar dagen nodig om zijn werk te doen, maar Stone sarde hem de hele tijd door. ‘Oliver is een humeurig mannetje. Hij durft nog op de set komen en zeggen: “Zal het nog lukken? Want, god, je ziet er zo oud uit”, zegt Hopkins. ‘Ik praat graag met de crew en de mensen, en hij zegt dan: “Waarom ben je in godsnaam zo vriendelijk tegen iedereen? Je zou beter je rol spelen. Denk je dat je met al dat handjes schudden de president van Amerika bent? Gimme a fucking break!” En dan zeg ik: ‘Oh, fuck off, Oliver.’ Maar hij is een groot acteur omdat je denkt dat hij écht op zijn tenen is getrapt.’ ‘Toch nog even benadrukken hoe erg ik Oliver apprecieer’, voegt Hopkins eraan toe. ‘Ik weet dat hij zeer tevreden is over Colin – een fantastische jonge acteur. Oliver zei me toen ik aankwam: “Ken je Colin? Hij heeft in geen zes jaar geslapen.” ‘

Simon Warnock loopt de set op en af en maant de figuranten aan gepast rumoerig te zijn net voor Stone Alexanders woede-uitbarsting op film vastlegt: ‘Iedereen die goud draagt, voelt zich niet echt op zijn gemak… Wie zal er deze nacht geluk hebben, heren? Hier gaan we dan, heren, drinken! – jullie smachten naar drank!’ Tijdens de toespraak van de oude man waarin hij zijn hoop duidelijk maakt dat Koning Philip en zijn nicht ‘legitieme’ zonen zullen voortbrengen, schiet Farrell in een furie, werpt de drinkbeker naar de spreker, en grijpt naar zijn zwaard: ‘Beledig ik u? Een man die het niet waard is de grond waarop mijn moeder stapt te likken?’ Een handgemeen kan nog net vermeden worden, en vader en zoon beginnen te bekvechten nadat Philip snauwt: ‘You arrogant brat… Er is niets in deze wereld dat jij of je harpij van een moeder hieraan kan verhelpen.’ ‘Jij dronkaard’, reageert Alexander. ‘Denk je nu echt dat alles wat ik zeg en doe van mijn moeder komt.’ Philip schiet op hem toe maar struikelt, en verleidt daardoor Farrell tot een zin die volgens historici daadwerkelijk door Alexander werd uitgesproken: ‘En was dit de man die jullie van Griekenland tot in Perzië zou brengen? Terwijl hij nog niet van de ene bank tot de andere geraakt?’

Terwijl Farrell de binnenzaal uit loopt, voelt de crew dat deze scène moeilijk beter kan; Stone daarentegen wil er nog een aantal nieuwe takes aan toevoegen. Daarna neemt Farrell, met hese stem en vermoeide ogen maar met nog steeds zijn typische levendigheid, ons mee naar boven. ‘Het is erg moeilijk voor een jonge man als Alexander’, zegt hij, krachtig trekkend aan zijn sigaret. ‘Hij kan het niet meer aan dat zijn ouders elkaar kapotmaken. Niet dat hij droomt van een verzoening tussen beiden, maar het raakt hem in het diepst van zijn hart.’ De ruzie tussen vader en zoon kondigt een opstand aan die zich vele jaren later aan Alexander zelf zal voordoen: ‘Hij heeft nooit van zijn mannen dingen gevraagd die hij zelf niet zou doen – zie je fuck- in’George Bush al door een straat in Bagdad stappen met een M16? Alexander wierp zich als eerste in de strijd. Roekeloos misschien, maar het zorgde er wel voor dat al zijn mannen zich aan hem bonden. Naar het einde toe werd het hen echter te veel; wat hij wilde doen, was veel meer dan datgene waartoe zijn mannen bereid waren. De passie waarmee hij steeds verder ging, op zoek naar nieuwe werelden, op zoek naar een einde, om de oosterse oceaan te bereiken, was gewoon té agressief voor het grootste deel van zijn leger. Zij waren moe, wilden terug naar hun thuis en hun familie. Alexander had niet echt een familie waar hij naar terug wilde. Hij nam zelfs zijn fuck- in’moeder niet mee naar Babylon omdat hij schrik kreeg van haar.’

Op een minuutje wandelen bevindt zich de set van Babylon, waar Farrell Alexanders dood uitbeeldt. ‘Je draagt een lang fuckin’kleed,’ zegt hij, ‘en je haar is een heel stuk langer dan anders, je weegt twintig pond meer en in deze toestand leef je nu al vier maand. En dan wandel je binnen en je ziet voor de eerste maal de hangende tuinen van Babylon. En dan zie je het bed waarin je je laatste adem zal uitblazen, en weet je, you can go a bit fuckin’ crazy. Ik werd een beetje gek tijdens deze show. Zelfs mijn ouders keken me aan en zeiden: “You’re around the fuckin’ bend.” ‘

Farrell zou zich waarschijnlijk ongemakkelijk voelen als hij zou horen hoe Kilmer hem bewierookt: ‘Elk lid van de cast had de precieze en ongedwongen dosis respect voor hun leider.’ Farrell leidde het gezelschap ook tijdens een avondje drinken. Met nog drie dagen opnamen in Thailand voor de boeg filmde Stone Alexanders belangrijkste betoog waarin hij zijn aarzelende troepen vermaant (‘Allemaal hebben we angsten… Jullie breken mijn hart… Als jullie herinneringen verflauwen en jullie grote overwinningen verdwijnen, dan zal enkel herinnerd worden dat jullie jullie koning in Azië in de steek lieten’). ‘Diezelfde nacht’, zegt Kilmer, ‘organiseerde ik een Grieks verkleedfeestje. Op het einde was een groot deel van de crew al gaan slapen. Enkel de harde kern bleef over. Colin sprong op een tafel en gaf een variatie op zijn toespraak – wellicht niet echt beseffend wat hij aan het doen was. ôAls mannen, als acteurs, is dit óns moment”, riep hij. Het was aandoenlijk.’

Kilmer vertelt ons dat Farrell tijdens die opname in Thailand onophoudelijk stuntmanachtige risico’s nam. ‘Maar terwijl bij iedereen tanden uitgeslagen en ribben en benen gebroken werden, leek hij onkwetsbaar als een tank, tot hij op de nacht van het verkleedfeestje over de hoteltrappen struikelde en zijn enkel op drie plaatsen brak. Onze grote leider strompelde naar buiten en liet zich neervallen op het grasveld. Zijn nacht zat erop, maar niet voordat zijn mannen toch nog even controleerden of alles in orde was. Hij werd wakker buiten het hotel op de grond. Iemand had een tent rond hem geplaatst, en hij had een doos Pringles in zijn rechterhand en een fles ketchup in de andere. Met een gebroken enkel, een gebroken pols en een bloedend been.’ Farrell bleef slechts één dag weg van de opnamen om zijn been te laten verzorgen in Bangkok, en de laatste drie dagen liep hij rond in een verborgen zacht gips. ‘Colin balanceerde echt op het randje’, zegt Stone minzaam. ‘Hij gokte. Uiteindelijk is het gelukt. Colin heeft iets klassieks in zich en ik kan je niet zeggen wat het precies is, maar hij is Iers, en ik ben echt blij met waarmee hij bezig is. Elke dag opstaan gedurende 94 dagen en halfnaakt op de set staan, het is hard, omdat je Alexander moet worden, en ik denk dat hij dat op een vreemde wijze ook deed.’

‘Ik hou van Alexander omdat hij ontijdelijk is’, zegt Stone. ‘Hij is een god. Hij bereikte de mythische status waarnaar hij altijd streefde – we baseerden ons scenario op Alexander die de mythe achternaholt, die zo groot wil zijn als Achilles en Heracles. En hij overtrof hen. Het bewijst dus dat je droom waarheid kan worden. En als je dat je kinderen kan vertellen… Ik wil niet clichématig uit de hoek komen, maar de waarheid is dat ze in iets moeten geloven. Je moet kinderen, tieners, doen geloven in waarden en hoop voor een betere wereld bieden. Je kunt ze niet gewoon uitbuiten en dingen maken die ze graag zien. Je moet ze van andere dingen doen houden die ze niet gewoon zijn.’ Farrell kan niet aan zijn rol denken zonder de man die hem hierdoor hielp voor de geest te halen. ‘De belangrijkste god was Dionysus, god van de gekheid en god van de wijn, god van onheil en chaos. En Dionysus werd een beetje fuckin’Olivers bijnaam. Als hij zich ergens aan zet, dan gaat hij er ook voor. Tijdens zijn werk gaat hij tot het uiterste en toch tekent hij nooit buiten de lijnen. Er zit een soort waanzin in zijn persoon die hij nooit uit de weg zal gaan. Hij is bang van donker noch licht; hij weet dat het ene niet zonder het andere kan bestaan.’ © Premiere/ Vertaling en bewerking Bart Van Pottelberge

Copyright Premiere/Vertaling en bewerking Bart Van Pottelberge

‘Wij zijn eerlijk over seksualiteit en we proberen het te tonen zonder op de tenen van de mensen te trappen. We hebben niet gefilmd met het doel geilaards op te winden.’

‘Colin Farrell was onkwetsbaar, een tank, terwijl bij iedereen tanden uitgeslagen en ribben en benen gebroken werden. Hij brak dan maar zijn enkel tijdens een verkleedfeestje.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content