MIAMI BLOOD VICE – Good ol’ boy Tom Wolfe is 81 ondertussen, maar aan pensioen of het rusthuis is hij nog lang niet toe. Met zijn nieuwe vuistdikke roman Terug naar het bloed herbevestigt hij zijn status als Literaire Jonge Oppergod.

Tom Wolfe,

Prometheus (originele titel: Back to Blood), 608 blz., euro19,95.

Na gigantische successen als Hetvreugdevuur der ijdelheden (1987) en In alles een man (1998) flopte Tom Wolfes derde roman Ik ben Charlotte Simmons (2004). In plaats van de verwachte eerste oplage van 800.000 hardcovers gingen er in de VS ‘maar’ 293.000 over de toonbank. Toen Wolfe in 2008 de eerste contouren van zijn ‘immigrantenroman’ Terug naar het bloed aan zijn uitgever Jonathan Galassi van Farrar, Straus & Giroux schetste, probeerde die, met de verkoopcijfers van Charlotte Simmons in de hand, op het voorschot van de toen 77-jarige schrijver te beknibbelen. Waarna Wolfe zijn 42-jarige relatie met Farrar, Straus prompt beëindigde om bij uitgeverij Little, Brown een voorschot van 7 miljoen dollar te gaan onderhandelen. Waarmee de steeds in keurig wit maatpak en dito schoenen uitgedoste conservatieve oude heer bewees dat hij niet met zich laat sollen, vooral niet als er veel geld op het spel staat.

Tom Wolfe begon zijn carrière ooit als reporter en raakte zijn journalistieke reflex nooit meer kwijt: net als voor Het vreugdevuur der ijdelheden gingen er ook aan Terug naar het bloed jaren van verkenning van het terrein vooraf. Voor zijn romandebuut was dat terrein New York in de jaren tachtig, voor In alles een man Atlanta in de jaren negentig, voor zijn nieuwste roman is dat de stad Miami met zijn grote Cubaanse anti-Castro-immigrantengemeenschap anno 2012.

In de openingsscène van Terug naar het bloed vliegt Wolfe er zowel inhoudelijk als stilistisch met een vliegende vaart in. De blanke, succesrijke hoofdredacteur van TheMiami Herald Edward T. Topping IV neemt zijn vrouw Mac mee uit eten. Zij zit achter het stuur van hun moreel verantwoorde super-de-luxe hybride auto en zoekt een parkeerplaats. Ondertussen mijmert hij over de politiek correcte koers die hij van het management in dit moeilijke digitale tijdperk moet voeren. Diepgaande verslaggeving over migratieperikelen is uit den boze, zeker als ze de blanke Engelstalige lezer voor het hoofd kan stoten. Als zijn vrouw na lange tijd een parkeerplaats vindt, wordt die vlak voor haar neus ingepikt door een jongedame met Cubaanse roots in een blitse Ferrari. Beide dames schelden elkaar de huid vol en keren daarvoor ’terug naar hun bloed’: Mac scheldt in het Engels – ‘praat Engels, zielige idioot die je bent!’ -; de Cubaanse in het Spaans – ‘No, mía malhablada puta gorda, nee, dikke hoer van me met je smerige praatjes’.

De volgende bladzijden introduceert Wolfe in zijn onnavolgbare flitsende stijl de onvergetelijke machoflik Nestor Camacho. Als zoon van uit Cuba gevluchte ouders jaagt Nestor zijn eigen gemeenschap tegen zich in het harnas nadat hij een Cubaanse vluchteling op het verkeerde moment uit de mast van een schip heeft gered. Nestor raakt helemaal uit balans als zijn liefje een verhouding blijkt te hebben met haar baas, een door seks geobsedeerde blanke psychiater.

Met Terug naar het bloed schildert Wolfe een hilarisch maar ook wrang beeld van het leven in Miami. Eigenlijk maakt het niet zoveel uit in welke grootstad hij zijn romans situeert, want telkens weer slaagt hij er op meesterlijke wijze in de kroniek te schrijven van de broeierige cocktail die zo’n stad met al zijn onderhuidse etnische spanningen is.

JAN STEVENS

SLEUTELZIN

Jij… Jij… Jij… bent de hoofdredacteur van mijn leven… Jij bent mijn wijf, mijn Mac the Knife…

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content