‘I’ll be back’, beloofde hij en hij loog niet. Negentien jaar na het revolutionaire eerste deel heeft Arnold Schwarzenegger voor de derde keer zijn zwartleren Terminator-outfit aangetrokken. In ‘Rise of the Machines’ vecht hij tegen een vrouwelijke terminator en tegen zijn eigen veroudering.

Wie herinnert er zich de ‘goeie’ uit The Terminator? Niemand. Maar slechts een handjevol Groenlandse kluizenaars en Afghaanse sluierdragers weet niet wie de Terminator is. Niet het ongeschoren hoofd van Kyle Reese, verwekker van de nieuwe Messias, kwam terecht op T-shirts en posters, maar de vierkante kaak van een kille moordrobot. De Terminator werd een icoon en er ontstond een ware stormloop op zwarte lederen motorkleding. De sinistere zonnebril werd dé look van de jaren tachtig. Docenten Engels zagen vol afgrijzen hoe hun geliefde taal werd gereduceerd tot een paar oneliners. En bodybuilderscholen beleefden gouden dagen.

The Terminator brak in 1984 met de Hollywoodregel dat de held een moreel vlekkeloze goeierd moet zijn, een nobele redder, een deugdzame strijder. De held uit deze sf-actiefilm was niet eens een antiheld. Daarvoor was hij te weinig mens, te veel machine. Hij was zonder motief of excuus, had enkel een programma met een dwingend commando. Links en rechts knalde hij onschuldige stervelingen neer, zonder ook maar een keer met zijn ogen te knipperen. Emotie behoorde sowieso niet tot het repertoire van deze als granieten Olympiër vermomde tank. Alle handelingen werden zo efficiënt mogelijk afgewerkt volgens het principe: ‘ik kwam, ik zag, ik schoot’.

Dat de executiemachine ook nog eens de bovenmenselijke vormen aannam van Arnold Schwarzenegger maakte identificatie met de T-800 niet makkelijker. Zijn minimale, maar bij vlagen hilarische dialogen – ‘Fuck you, asshole’ – werden vaak geïmiteerd. Maar aangezien de robot dit soort zinnen gewoon nabootste van mensen, leverden ze weinig inzicht op in zijn van elektroden aan elkaar hangende psyche. De T-800 is geen gefrustreerde cyborg als Rutger Hauer in Blade Runner of een jaloerse computer als HAL in 2001: A Space Odyssey, hij is een blanco vechtmachine, een enigma dat alleen uit buitenkant bestaat.

Tegen alle verwachtingen in werd The Terminator een van de grootste bioscoophits van 1984. Het was James Camerons tweede film, waarmee hij de basis legde voor nog grotere kassuccessen als True Lies en Titanic. Schwarzenegger was al bekend van Conan the Barbarian, maar TheTerminator gaf zijn filmcarrière een enorme zet. Hij werd groter dan Sylvester Stallone, Chuck Norris en Bruce Willis samen. Dat hij met moeite meer dan drie woorden Engels fatsoenlijk achter elkaar kon uitspreken, deed er niet toe. Dat niemand in Amerika zijn achternaam kon reproduceren, deed er ook niet meer toe. Arnold was een merk geworden, een superster die genoeg heeft aan alleen een voornaam.

Het was die nieuwe status die de scriptschrijvers van Terminator 2: Judgement Day noopten tot het verzinnen van een inventieve plotwending. Arnold mocht niet langer de amorele moordmachine uit het eerste deel zijn. Om blijvend succes te garanderen, moest hij een ‘good guy’worden. En dus wordt hij in Terminator 2 vanuit de toekomst teruggezonden naar 1995 om John Conner, toekomstig leider van het menselijk verzet tegen de machinedominantie, te redden van een nieuw model Terminator, de T-1000. Ondertussen dreigt de nucleaire Apocalyps, die zal plaatsvinden zodra Skynet, het netwerk van robots, zelfbewust wordt en de mensheid de oorlog verklaart.

In het derde deel van de Terminator-reeks, met de ondertitel Rise of the Machines, staat Arnold opnieuw aan de goede kant. Hij belandt in 2005 om John Conner te beschermen tegen zijn nieuwste bedreiging, de vrouwelijke Terminator T-X. Tegenover dit geavanceerde model met ingebouwde vlammenwerper en cirkelzaag oogt Arnold als een verouderd, slooprijp stuk technologie. En de T-800 weet het. Dat besef van feilbaarheid maakt de voormalige moordrobot bijna menselijk. Als de T-X ook nog eens rommelt met zijn besturingsprogramma’s raakt hij helemaal op drift. Hij weet niet meer of hij Conner moet beschermen of opruimen. ‘Ik ben maar een machine’, brult hij machteloos uit als hij zijn woede koelt op een motorkap. De tranen springen hem nog net niet in de ogen. Nooit eerder in de Terminator-films was de machine zo menselijk. En nooit eerder kwam Schwarzenegger zo dicht in de buurt van echt acteren.

Terwijl in The Matrix-cyclus alles draait om de Messiaanse Neo, is John Conner uit de Terminator-reeks niet meer dan een statisch gegeven. Het karakter van de man met de veelzeggende initialen is zo plat als een dubbeltje. Hij belichaamt de belofte van de toekomst, maar is in het heden niet meer dan het lijdend voorwerp van verlossing. Nee, de dramatische dynamiek is volledig gereserveerd voor de Terminator. Die is eerst engel der wrake, transformeert dan tot beschermengel, en eindigt als gevallen engel met menselijke trekjes. De Terminator doorloopt een ontwikkeling van futuristische Übermensch tot onwaarschijnlijke underdog. Ook in die zin gaat de filmreeks in tegen de regels. Normaliter trapt de beginnende held tegen de wind in en verkrijgt hij gaandeweg – na steeds vanzelfsprekender overwinningen op steeds grotere uitdagingen – een aura van onoverwinnelijkheid.

De humanisering van de Terminator loopt parallel met het verouderingsproces van de acteur, wiens fysiek onlosmakelijk is verbonden met de titelrol. In 1984, ten tijde van The Terminator, had Schwarzenegger zijn bodybuildercarrière als Mister Universe en Mister Olympia net afgerond. Hij was nog strak afgetraind en relatief jong. Hij hoefde zijn krap zittende overhemd maar uit te trekken om te overtuigen als alles verpletterende man van staal. Maar tussen de eerste en de derde Terminator-film liggen bijna twee decennia. Schwarzenegger heeft dan wel zijn gezicht laten liften en zijn haar laten verven, hij kan niet ontkennen dat hij op bijna pensioengerechtigde leeftijd heeft moeten inleveren aan spiermassa. Tijdens de opnamen van Terminator 3 trainde hij nog drie uur per dag om biceps en triceps flink doorbloed te houden, maar meer dan twintig seconden ontbloot bovenlijf krijgen we niet te zien. Ook de interne slijtage is onvermijdelijk. De 56-jarige ‘Oostenrijkse Eik’ is een paar jaar geleden aan zijn hart geopereerd. En aan een stunt voor Terminator 3 hield hij een schouderblessure over waarvoor hij weer onder het mes moest. Zelf was de acteur daar redelijk laconiek over. In een interview verklaarde hij: ‘Het enige dat je uit zo’n operatie kan afleiden, is dat machines die veel moeten presteren, veel onderhoud nodig hebben. Ze zijn eerder toe aan nieuwe onderdelen.’

Schwarzenegger is over zijn lichamelijke top en de T-800 is ten tijde van Terminator 3 ‘verouderd’. Het is veelzeggend dat de macho van weleer zijn meerdere moet erkennen in een vrouw. De T-X, gespeeld door de onbekende Kristanna Loken, veegt zonder pardon de vloer met hem aan. In een spectaculaire vechtscène sleurt ze zijn 130 kilo zware lijf door betegelde toiletmuren en stalen deuren. Toch hebben de scriptschrijvers niet echt gebruik gemaakt van haar vrouwelijkheid, hoewel dat een gegeven is met mogelijkheden zat. Op één scène na in het begin van de film, zet de T-X haar seksualiteit niet in als extra wapen. Het is blijkbaar al erg genoeg dat het een vrouwelijke vorm is die Schwarzenegger alle hoeken van de kamer laat zien.

Diezelfde halfslachtigheid geldt voor de humor in Terminator 3. Er is een running gag met zonnebrillen en Schwarzenegger bewijst dat hij als geen ander emotieloze oneliners kan verheffen tot hilarische uitsmijters. De scène waarin hij een homofiele stripper op een ladies night het leren pak van het lijf grist, getuigt van zelfspot. Het is alleen de vraag of Schwarzenegger dat zelf ook zo opvat. Wellicht dat hij net als Charlton Heston in Spartacus gewoon zijn rol speelt, volledig onbewust van enige homo-erotische ondertoon.

Er zullen fans zijn die deel drie geen echte Terminator-film vinden. Rise of the Machines draagt immers niet het James Cameron-stempel. De regisseur die in 1984 een nieuwe standaard zette voor sciencefictionactiefilms en elf jaar later de stoutste verwachtingen overtrof met een hoogst originele sequel, had zijn bekomst van de Terminator. Hij had het gevoel dat de formule leeg was. Met Schwarzenegger kan hij nog steeds prima opschieten; wellicht staan ze heel binnenkort weer samen op de set voor de opnamen van True Lies 2. Maar voor Terminator 3 moest het producentenduo Vajna en Kassar op zoek naar een andere regisseur. Ze belden Ang Lee, maar die was net bezig met The Hulk. Ook John Woo zegde af vanwege een overvolle agenda. En dus werd het de relatief onbekende Jonathan Mostow. Hij heeft een handvol films op zijn naam staan, waaronder The Game, Breakdown en de voor twee oscars genomineerde onderzeeërfilm U-571. Ten tijde van de eerste Terminator was hij een twintiger op de filmacademie. Hij zag de film gewoon in de bioscoop, als liefhebber van actiethrillers, en was verkocht.

Mostow zal aan het begin van zijn honderd draaidagen hebben gebibberd van ontzag. Plots had hij de opdracht om voort te borduren op het werk van een van ’s werelds commercieel meest succesvolle regisseurs. Hij huurde een legertje scriptdoctors in om de sfeer van de voorgaande delen zo goed mogelijk te benaderen. Ieder detail moest kloppen en passen in de Terminator-mythologie waar hij een hoofdstuk van mocht schrijven. Het gevolg is dat het script van Terminator 3 compleet risicoloos is. Mostow heeft het niet aangedurfd het verhaal naar zijn hand te zetten en het een onverwachte draai te geven, zoals Cameron dat deed in deel twee. Eigenlijk heeft hij een Cameron-film gemaakt zonder Cameron. Een heel knappe imitatie, maar dan zonder de persoonlijkheid van een regisseur die een film ziet als zijn eigen creatieve kindje. Mostow is gewoon de ‘regisseur van dienst’ op de loonlijst van een bedrijf met een ijzersterk merk.

Gelukkig maakt Terminator 3 het gebrek aan originaliteit goed met een overdosis aan actie. Het eerste halfuur is nog niet voorbij of de strijdende cyborgs hebben de halve stad al tot smeulend puin gereduceerd. Dat is vooral te danken aan de volgasachtervolging met een honderd ton zware kraanwagen door het stadscentrum. Geparkeerde auto’s worden vermalen alsof het zachte kadetjes zijn. Elektriciteitspalen, verkeerslichten en vluchtheuvels worden zonder veel plichtplegingen platgewalst. Hangend aan de haak ramt Schwarzenegger alias T-800 dwars door een glazen pui en ontwricht hij terloops een compleet kantoorblok. Speciaal voor deze scène werd een halve kilometer straat nagebouwd op het terrein van de Boeing-fabriek in Californië. Toen Mostow dreigde het hele spektakel te schrappen vanwege budgettaire problemen, was Schwarzenegger al zo diep in zijn rol van vernietiger gekropen dat hij zelf de benodigde anderhalf miljoen dollar op tafel legde. Gelukkig maar, want deze scène is het absolute hoogtepunt in de film, die het vooral moet hebben van ‘bigger and better’.

Met zijn wat formulematige aanpak vormt Terminator 3 de ideale aftrap voor een tv-serie rondom de futuristische moordmachines. In Hollywood wordt daar al sinds deel twee over gesproken. Maar waarschijnlijker is dat er eerst nog een Terminator 4 komt. Schwarzenegger zal er met plezier nog een keer de gewichten voor uit het vet halen. Zijn gage voor deel drie was al het dubbele van de vijftien miljoen dollar die hij met de voorganger verdiende. En met deel vier zal hij dat bedrag wellicht nog een keer kunnen ophogen. Tenzij de acteur zijn politieke ambities sneller uit de ijskast moet halen dan voorzien. Conan the Republican, zoals hij schertsend wordt genoemd in Washington, leek in 2000 een gooi te gaan doen naar het gouverneurschap van Californië – de baan die ooit de politieke springplank was voor westernacteur Ronald Reagan. Maar hij liet zich door eega Maria Shriver, een nichtje van John F. Kennedy, overhalen eerst nog wat tijd te besteden aan zijn vier kinderen. En dus beperkte hij zich tot campagnevoeren voor George W Bush. Het is wachten op de beloning daarvoor. Van vader Bush mocht Arnold voor bewezen diensten tussen 1990 en 1993 de President’s Council on Physical Fitness and Sports voorzitten.

Dat de nu 56-jarige acteur voorlopig nog actiefilms blijft maken, is zo goed als zeker. Te oud voelt Schwarzenegger zich in ieder geval niet. Onlangs liet hij in een interview nog weten ‘pas op de helft van mijn carrière’ te zijn. Dat zou dus betekenen dat we de spierbundel tot diep in de jaren twintig in de weer kunnen zien. En zitten we tegen die tijd waarschijnlijk te kijken naar Terminator 6. Wellicht dat de casting director in dat script ook nog een leuk rolletje weet te vinden voor B-filmacteur Michael Biehn. U weet wel, de goeierd uit de allereerste Terminator.

Door Edo Dijksterhuis

‘Terminator’ brak met de Hollywoodregel dat de held moreel vlekkeloos moet zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content