Het afscheid van Friends viel me zwaar. Hete tranen heb ik gehuild. Het einde van een tijdperk is ingeluid. Ik waarschuw jullie, dit wordt een ode.

Ik ben dan ook een fan van het eerste uur. Toen ik voor de eerste keer naar het leven van Monica, Ross, Rachel, Phoebe, Chandler en Joey keek, was ik vierentwintig, net afgestudeerd en de herkenbaarheid was haast schokkend. De vage jobs, de vage relaties, de nog vagere perspectieven. En de vrienden als vangnet. Of zoals Monica de serie inluidde toen Rachel besloot op haar eigen benen te staan en haar vaders kredietkaarten in stukken knipte onder aanmoediging van de anderen: Welcome to the real world, it sucks, you ‘re going to love it.

Friends is een treffend portret van mijn generatie. De Peter Pan-generatie die het zo lang mogelijk uitstelt om volwassen te worden en alle onoverkomelijke verantwoordelijkheden voor zich uit schuift.

Friends, dat is entertainment van het dagelijkse leven en intussen dromen over meer. Net als zij hokten mijn vrienden en ik samen om de huur te kunnen betalen, modderden we wat aan in de horeca in afwachting van een echte job, vervielen we van de ene halfslachtige relatie in de andere, en zaten we ’s avonds in ons stamcafé te lachen met de voorlopigheid van ons aandoenlijk leven. Dat er dankzij Friends plots een stuk funkier uitzag.

Friends was ook de ideale vorm van escapisme. Als mijn eigen leven te banaal werd, en ik me stierlijk verveelde met het luisteren naar de verhalen van mijn vrienden, trok ik me stilletjes terug, ging een stapel Friends-video’s halen, en keek naar de sublimatie van het leven dat ik even wou ontvluchten. Want in het appartement in Manhattan zag het er toch allemaal een stuk beter uit. Onze huizen waren veel bouwvalliger, onze kleren kwamen gewoon uit de H&M en onze grappen volgden elkaar minder snel op.

Maar Friends was meer dan een hilarische sitcom, de perikelen van de zes sleepten je ook mee. Hoe beter je de personages kende, hoe meer je je betrokken voelde. Op den duur leek het alsof ze gewoon in het café om de hoek zaten. We roddelden over de relatie tussen Ross en Rachel alsof het over onze eigen vrienden ging.

Maar hoe ingrijpend sommige momenten ook waren, de kleine verhalen relativeerden de grote emoties: Ugly naked guy, Marcel het aapje, Phoebe en haar smelly cat, Joey’s catastrofale castings, Janice die opdook wanneer je het minst verwachtte. Dat was ook de sterkte van de serie. Elk emo-moment werd binnen de halve minuut opgevolgd door een grap.

En net zoals bij de zes vrienden viel ook ons leven in de loop van die tien jaar geleidelijk in de juiste plooien. Uiteindelijk vonden we na allerlei omwegen een echte job. Er waren de eeuwige af-en-aanrelaties, de zwangerschappen, al dan niet gewenst, en hier en daar een huwelijk. Maar zo erg als in de serie hebben we de statistieken nooit uitgedaagd. Geen lieven die plots homoseksueel werden, niemand had een transseksuele vader en voorlopig werden alle kinderen op redelijk conventionele wijze gemaakt.

Een favoriete aflevering kiezen kan ik niet. Maar de vijf eerste seizoenen zijn naar mijn mening de beste. Chandler was het grappigst als vrijgezel. Zodra hij iets met Monica begon, werd hij een stuk minder spitant. Maar ach, zo gaat het in het echte leven ook soms met getrouwde mannen. En in de twee laatste seizoenen namen de melige momenten hier en daar te veel de overhand.

De slotaflevering was voorspelbaar. De schrijvers wilden ons duidelijk met een gerust hart afscheid laten nemen. Joey gaat zijn geluk zoeken in Hollywood, Phoebe heeft met haar Mike eindelijk een heel normaal leven, Ross en Rachel hebben zich weer in elkaars armen gestort en Chandler en Monica gaan samen met hun geadopteerde tweeling dik worden in de suburbs. Zouden ze elkaar nog vaak zien, vraag ik me af. Je weet hoe dat gaat, als iedereen zich begint te settelen. Door Mieke Debruyne

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content