Meneer? Meneer, wij willen u al lang iets vragen.’ Gegiechel alom, ellebogen worden tussen ribben gepord. Aurélie bloost zo hard dat we vrezen voor een opkomende embolie. Ze hapt naar adem en dan gulpt het eruit: ‘Meneer, zijt gij soms schilder?’ In ons hoofd spoelen we haar vraag terug, en we krijgen de drang om aan de binnenkant van ons trommelvlies te krabben. Die langgerekte Gentse huig-r, de scherpe s’en: ‘Meneerrr, sijt chij sssomsss ssschilderrr?’ Zo leer je alleen praten in de chique, katholieke meisjesscholen in het centrum van Gent. Probeer dat er als leraar Nederlands maar eens uit te krijgen.

Bent u een schilder, vraagt ze, gewoon omdat we een baret dragen. ‘Snap je dan niet dat die baret en een zwarte rolkraagtrui verwijzen naar de literaire jazzscène van de Rive Gauche?’ willen we schreeuwen. ‘Dat je Sartre hoort te lezen met een plaat van Dizzy Gillespie op de achtergrond? Dat Juliette Gréco in die tijd in een hoekje zat te vrijen met Miles Davis?’ We houden het bij een schaapachtig lachje. Tss, schilder. Geld heeft ze zat, Aurélie, maar wat bij dergelijk chichi-volk opvalt, is dat hun nieuwsgierigheid niet verder gaat dan de nieuwe handtassenlijn van Delvaux. Een wereldbeeld ter grootte van een sjakosj.

Vorige week begon op Kanaal 2 zowat de hoogmis van het overprijsde sjakosjendom: The Simple Life. Het idee is zowat het omgekeerde van Joe Millionair: stop twee waanzinnig rijke grieten voor een maand tussen de hillbillies van Arizona, en zie wat er gebeurt. De casting had niet beter kunnen zijn. Bimbo één is Paris Hilton, erfgename van de stichter van de beroemde hotelketen. In haar handtas zit een testament ter waarde van 360 miljoen dollar. Bimbo nummer twee is Nicole Richie, dochter van de zingende paardenkop Lionel Richie en veruit de lelijkste van de twee fake blondes. Niet dat de kans erg groot is, maar geef ons maar Paris: een spilziek fuifnummer dat zo slim was om op haar negentiende een homevideo van een seks-partijtje te maken en daarna de tape te verliezen. Ze noemt zichzelf ‘bi-coastal’, wat betekent dat ze halftijds in het Waldorf-Astoria in New York, halftijds in Beverly Hills woont. That’s my girl! Vóór het vertrek gingen de twee nog eens goed doorshoppen: 2000 dollar voor een paar schoenen, 800 dollar voor een slappe pet, 1500 dollar voor een reistas voor haar krielhondje Tinkerbell, die een roze rolkraagtrui en sokjes draagt. Get the picture?

Enkele uren later kwamen (even ongeoorloofd tutoyeren) Paris en Nicole aan in Altus, Arizona, een gat met 816 inwoners. De geile blikken van de bejaarde geitenfokkers, de verstomming van de twee tienerzoons bij het zien van de opgespoten lippen en borsten en de Don King-coiffure van boerenoma Curly leverden meteen groots entertainment op. Maar wat The Simple Life tot een sociologisch waardevol experiment maakt, zijn de dialogen. Moeder Janet: ‘Kijk uit voor de waterput in het midden van jullie slaapkamer.’ Paris: ‘Een echte put? Waar dient een waterput voor?’ Janet: ‘…’ Wanneer ze merken dat er op heel de boerderij maar één toilet is, lijkt het wel alsof de twee wordt gevraagd om vanaf nu te hurken in een goot in Calcutta. De scène wordt gevolgd door de afsluitende bouqué: in de supermarkt komen de twee Miekes geld te kort. Paris: ‘We komen er niet. Mogen we het niet gewoon hebben?’ Man achter de kassa: ‘Natuurlijk niet. Dit is geen soepbedeling.’ Paris: ‘Wat is een soepbedeling eigenlijk?’ Lieve wereldvreemde Aurélie, allesss isss verrrgeven.

door Bart Cornand

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content