Bart Cornand
Bart Cornand Redacteur Knack

Elf jaar moet ik zijn geweest, toen ik voor het eerst werd geopereerd. Daar hoorde vooraf een preoperatief onderzoek bij _ een bloedprik, een cardiogram, u kent het wel. Dat verliep ongeveer zo: pokdalig studentje vult een buisje bloed, ik trek bleek weg, val drie minuten later flauw in de hal van Sint?Jozef, mijn moeder schreeuwt ‘Masoeur, mijn manneke is van zijn stokske gevallen!’ Waarop masoeur: ‘Leg hem daar aan de kant, het is geen gezicht.’ Het is er sindsdien niet beter op geworden. Bij de geur van ether draait mijn maag om, het getik van gezondheidsklompen op linoleum maakt me hoorndol, ik wordt ijl als ik nog maar aan naalden denk.Speciaal voor mensen als ik zijn er op tv ziekenhuisseries. Oorspronkelijk waren dat doorslagjes van de beruchte Bouquet?romannetjes: de passie tussen een jonge verpleegster en een chirurg op leeftijd, genre Schwarzwaldklinik. Met ER werd de boel al een stuk levendiger. Er werd flink gegoocheld met Latijnse termen, elke bijna geslaagde operatie werd toch nog spannend met de woorden ‘we hebben een spuiter’, waarna een fontein bloed de steriele kiel van dokter Ross een fris kleurtje gaf. Het zag er voor buitenstaanders erg realistisch uit, en vooral: de kans dat George Clooney plots in een croonerversie van The Hills Are Alive with the Sound of Music zou ontsteken, was beduidend kleiner dan bij die Duitse bergdokters.Daar had al dat realisme voor mijn part mogen ophouden, maar zo werkt dat op tv kennelijk niet. Het moet échter, herkenbaarder, diepmenselijker, en op tranen en bloed hoeven de makers niet te besparen.Zo komt het dat we zo goed als dagelijks in primetime een portie witte jassen te verwerken krijgen. Op de VRT is er Het leven zoals het elders is: Dierendokters. Die titel doet me altijd denken aan een van mijn oude aardrijkskundeboeken, waarin foto’s stonden van mammoetslagtanden in Siberië en van bleke, koeien melkende meisjes op een sovchoz. Maar dat ‘elders’ is in dit geval een stuk dichter bij huis: de BBC volgde vijf afgestudeerde dierenartsen bij hun eerste stappen in de praktijk. Echt spannende tv levert dat niet op, dunkt me, want die beestenseries zitten nog duidelijk in het pre?ER?tijdperk: het liefdesleven van de dokters krijgt bijna evenveel aandacht als een kater met prostaatklachten, en er wordt maar met mondjesmaat gestorven. Dus eindigt elke uitzending met beelden van blije baasjes met blije diertjes die met drie poten of zonder klaplong een gelukkig leven tegemoet gaan. Je zou van minder een spuiter krijgen. Kreupele honden, hagedissen met overgewicht… waarom wordt dit allemaal gefilmd, vraag ik mij af. Omdat de BBC als staatsomroep meewerkt aan een project om het imago van de Britse countryside op te krikken? Hebben de dierenartsen flink gelobbyd? De enige reden waarom ik dit programma uitzit, is de goeiege hondenstem van Chris Dusauchoit die zelfs mij gedwee pootjes kan laten geven.VTM kon niet achterblijven, en vond _ ook al bij Aunty Beeb _ het enige wat meer emoties losmaakt dan zieke hondjes: zieke kindjes. De toon waarop omroepster Els Tibau Kinderhosl aankondigde, bezorgde me het soort jeuk dat ik me nog van windpokken herinnerde. ‘Jamie krijgt een rechte rug, Louisa kan weer horen en baby Ross…’ Of ze nu dít van de autocue aflas of de plot van Familie, het bordkartonnen schaap had het op net dezelfde manier gedaan. Het contrast met wat volgde was des te schrijnender.Het moet wellicht een foutje van de VTM?aankoopdienst zijn geweest, want dit programma gaat in een wijde boog om de tranen en de spuiters heen. Een Britse reporter was erachter gekomen dat je pakkende televisie kunt maken zónder eindeloos op natte ogen in te zoomen en zonder het geluid van slurpende bloedpompjes op de achtergrond. Zijn collega’s beschouwen hem vast als een ‘freak of nature’. Neem nu het geval?Louisa. Ze was veertien, was doof geboren en had geen oorschelpen. Daar kun je dan een intriest verhaal van jarenlang isolement van maken, smullen is het. Niks daarvan in Kinderhosl, alleen eindeloze verwondering bij Louisa nadat ze oorprothesen had gekregen. ‘Ik kan vorken

door Bart Cornand

Elf jaar moet ik zijn geweest, toen ik voor het eerst werd geopereerd. Daar hoorde vooraf een preoperatief onderzoek bij _ een bloedprik, een cardiogram, u kent het wel. Dat verliep ongeveer zo: pokdalig studentje vult een buisje bloed, ik trek bleek weg, val drie minuten later flauw in de hal van Sint-Jozef, mijn moeder schreeuwt ‘ Masoeur, mijn manneke is van zijn stokske gevallen!’ Waarop masoeur: ‘Leg hem daar aan de kant, het is geen gezicht.’ Het is er sindsdien niet beter op geworden. Bij de geur van ether draait mijn maag om, het getik van gezondheidsklompen op linoleum maakt me hoorndol, ik word ijl als ik nog maar aan naalden denk.

Speciaal voor mensen als ik zijn er op tv ziekenhuisseries. Oorspronkelijk waren dat doorslagjes van de beruchte Bouquet-romannetjes: de passie tussen een jonge verpleegster en een chirurg op leeftijd, genre Schwarzwaldklinik. Met ER werd de boel al een stuk levendiger. Er werd flink gegoocheld met Latijnse termen, elke bijna geslaagde operatie werd toch nog spannend met de woorden ‘we hebben een spuiter’, waarna een fontein bloed de steriele kiel van dokter Ross een fris kleurtje gaf. Het zag er voor buitenstaanders erg realistisch uit, en vooral: de kans dat George Clooney plots in een croonerversie van The Hills Are Alive with the Sound of Music zou ontsteken, was beduidend kleiner dan bij die Duitse bergdokters.

Daar had al dat realisme voor mijn part mogen ophouden, maar zo werkt dat op tv kennelijk niet. Het moet échter, herkenbaarder, diepmenselijker, en op tranen en bloed hoeven de makers niet te besparen.

Zo komt het dat we zo goed als dagelijks in primetime een portie witte jassen te verwerken krijgen. Op de VRT is er Het leven zoals het elders is: Dierendokters. Die titel doet me altijd denken aan een van mijn oude aardrijkskundeboeken, waarin foto’s stonden van mammoetslagtanden in Siberië en van bleke, koeien melkende meisjes op een sovchoz. Maar dat ‘elders’ is in dit geval een stuk dichter bij huis: de BBC volgde vijf afgestudeerde dierenartsen bij hun eerste stappen in de praktijk. Echt spannende tv levert dat niet op, dunkt me, want die beestenseries zitten nog duidelijk in het pre- ER-tijdperk: het liefdesleven van de dokters krijgt bijna evenveel aandacht als een kater met prostaatklachten, en er wordt maar mondjesmaat gestorven. Dus eindigt elke uitzending met beelden van blije baasjes met blije diertjes die met drie poten of zonder klaplong een gelukkig leven tegemoet gaan. Je zou van minder een spuiter krijgen.

Kreupele honden, hagedissen met overgewicht… waarom wordt dit allemaal gefilmd, vraag ik mij af. Omdat de BBC als staatsomroep meewerkt aan een project om het imago van de Britse countryside op te krikken? Hebben de dierenartsen flink gelobbyd? De enige reden waarom ik dit programma uitzit, is de goeiege hondenstem van Chris Dusauchoit die zelfs mij gedwee pootjes kan laten geven.

VTM kon niet achterblijven, en vond _ ook al bij Aunty Beeb _ het enige wat meer emoties losmaakt dan zieke hondjes: zieke kindjes. De toon waarop omroepster Els TibauKinderhosl aankondigde, bezorgde me het soort jeuk dat ik me nog van windpokken herinnerde. ‘Jamie krijgt een rechte rug, Louisa kan weer horen en baby Ross…’ Of ze nu dít van de autocue aflas of de plot van Familie, het bordkartonnen schaap had het op net dezelfde manier gedaan. Het contrast met wat volgde, was des te schrijnender.

Het moet wellicht een foutje van de VTM-aankoopdienst zijn geweest, want dit programma gaat in een wijde boog om de tranen en de spuiters heen. Een Britse reporter was erachter gekomen dat je pakkende televisie kunt maken zónder eindeloos op natte ogen in te zoomen en zonder het geluid van slurpende bloedpompjes op de achtergrond. Zijn collega’s beschouwen hem vast als een ‘freak of nature’. Neem nu het geval-Louisa. Ze was veertien, was doof geboren en had geen oorschelpen. Daar kun je dan een intriest verhaal van jarenlang isolement van maken, smullen is het. Niks daarvan in Kinderhosl, alleen eindeloze verwondering bij Louisa nadat ze oorprothesen had gekregen. ‘Ik kan vorken op borden horen! Die vrouw rommelt in de koelkast!’ Ze giechelde zonder ophouden, en vanuit mijn stoel giechelde ik mee.

Jamie had dan weer een verregaande ruggengraatverkromming. Nu lag hij op een ziekenhuisbed gebonden met gewichten aan zijn hoofd en voeten, om zijn pezen uit te rekken. Je voelde zijn schrik voor de nakende operatie, maar dat was niet het hoogtepunt van zijn dag. Een oom bracht hem een videocassette waarop topspelers van Manchester United hem succes wensten. ‘Wicked that is!’ zei de kleine stil.

Ik voelde even aan mijn rechteroor en rechtte mijn rug. Daarom maakt de BBC dus zo’n programma.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content