Nu de VRT de duidingsredacties op collectief verlof naar de kust heeft gestuurd, valt het op dat a) ook het wereldnieuws dat Het Journaal dagelijks brengt zich voor onze kustlijn concentreert en b) de reportages in TerZake opvallend vaak over seks, seksindustrie, striptenten en prostitutie gaan. Zegt dat iets over het vakantieadres waar de voltallige TerZake ploeg incognito rondloopt, of enkel over dat van de nieuwe chef duiding? Het is een vraag waar we ook weer niet te lang bij willen stilstaan. Een mens heeft aangenamere dingen te doen. Naar Zomergasten kijken, bijvoorbeeld. ‘Oh nee’, hoor ik u kreunen, weer zo’n volksverheffende intellectueel die beweert dat Zomergasten haar favoriete programma aller tijden is. Ik weet het, het is een huizenhoog cliché en ik ben er absoluut de vrouw niet naar om ademloos naar een uiteenzetting te luisteren over het zijdelingse effect op een pingpongbal, maar ik betrapte me erop dat ik meer dan gefascineerd was toen Bettine Vriesekoop het daar in de eerste Zomergasten over had. ‘Nee maar’, kon ik na afloop enkel denken. ‘Zo had ik tafeltennis nog nooit bekeken.’ Het is fijn als een televisieprogramma je een andere wereld laat zien, heel eenvoudig en zonder zich op te dringen.

Zomergasten is sterk omdat de gasten graag en goed kunnen praten en omdat Joris Luyendijk – de presentator van deze jaargang – zich respectvol op de achtergrond houdt. Vorige zondag zat Christine Van Broeckhoven aan tafel. De laatste keer dat ik haar op de televisie zag, werd ze door Siegfried Bracke met de subtiliteit van een kalasjnikov ondervraagd. Van Broeckhoven keek de man met de vlinderdas verbaasd, getergd en enigszins hooghartig aan en besloot dat ze zijn vragen intellectueel ver onder haar niveau vond. Een besluit dat de sp.a prompt naar de catacomben van de oppositie verwees. Over dat verkiezingsresultaat werd in Zomergasten nu even niet gepraat. Misschien vond Luyendijk dat het toch een beetje gezellig moest blijven. Toch vonden we het een gemis. Liever hadden we vernomen wat Van Broeckhoven nu precies aantrok in de politiek, dan haar bezig te horen over het al aan flarden geleuterde verschil tussen Vlamingen en Nederlanders. Ja, wij zijn gezelliger en ja, zij zijn oppervlakkiger. Gelukkig keerde Van Broeckhoven daarna snel terug naar de kern van haar wetenschap: het menselijk brein. Gedreven en gebeten sneed ze haar dada’s aan: de vrouw en de wetenschap, het hersenonderzoek en de vuile manieren van sommige wetenschappers. ‘Ik vind mezelf nog niet goed genoeg’, liet ze noteren. ‘Maar alleen ik mag dat zeggen. Jij niet.’ De blik waarmee ze Luyendijk daarbij aankeek, was er een die een gewoon mens tot nederigheid dwingt. Even werd het stil. In Zomergasten kan dat. In Zomergasten moet dat zelfs een beetje. Maar dat is niet de kracht van het programma. Zomergasten bewijst dat een goed interviewprogramma niet afhangt van een Toscaans decor of een olijk huisbezoek. Een goede interviewer, een interessante gast: meer heb je daar niet voor nodig. Zelfs het decor mag dan een beetje op de binnenkant van een baarmoeder lijken.

‘Zomergasten’ bewijst dat een goed interviewprogramma niet afhangt van een villa in Toscane of een olijk huisbezoek.

Door Tine Hens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content