Oorspronkelijk wou u ‘Solaris’ zelf regisseren. Wat kwam ertussen?

James Cameron: Ik wou inderdaad zelf regisseren, maar meer dan een plan was dat niet. Ik had de rechten, maar hoe het verhaal te bewerken en te vertellen, daar was ik nog lang niet aan toe. Ik investeer niet graag tijd in iets vooraleer ik het ook werkelijk kan uitvoeren. Het is niet echt gezond, want je gaat je dan hechten aan een project terwijl de deal nog niet rond is en wel eens zou kunnen afspringen. Steven kwam met de mededeling dat hij de film wou maken op een moment dat ik nog niet veel tijd of energie in de zaak had gestopt. Zijn timing was perfect, want ik kon alles mooi naar hem doorschuiven zonder enig gevoel van spijt.

Hij was de gedroomde kandidaat.

Cameron: Dit was perfect voor hem. Ik heb al zijn films gezien, behalve Schizopolis, en voor mij was zijn bedachtzame, esoterische, acteurgerichte, dramatisch gedreven filmstijl echt ideaal. Tussen haakjes, dit was voor hij roem vergaarde met Traffic en Erin Brokovich. Wij zitten niet zomaar wat stukken op een schaakbord te verplaatsen zoals de gebruikelijke idioten in de Hollywoodstudio’s. Wij wilden absoluut dat hij de film maakte. Natuurlijk deed zijn latere faam geen kwaad toen het erop aankwam Fox het licht op groen te laten zetten.

Hij wou eerst zelf ook het script schrijven. Wat dacht u toen hij dat vroeg?

Cameron: Wel, dat hij het script gewoon wou schrijven op basis van een handdruk was eerst en vooral enorm verfrissend, want dat is nu echt niet hoe de Hollywoodluitjes het doorgaans spelen. Ik wou dat er wat meer werd gedaan enkel en alleen op basis van een handdruk, want zo werk ik zelf ook. Steven zei: ‘Ik zal 70 pagina’s schrijven voor een film van om en bij de 90 minuten. Dan ga ik een kleine film draaien, die niet veel tijd zal opslorpen ( Full Frontal, nvdr). En onmiddellijk daarna doe ik Solaris.’ Dat is ook exact wat er gebeurde. Hier zitten we nu, enkele jaren later, exact zoals hij het had gepland.

Wat trok u in ‘Solaris’, film én boek, aan?

Cameron: Ik zag Tarkovski’s film in 1972 in L.A., toen ik op de universiteit zat, en vond hem pretty cool. Het was een lange, trage art movie, maar met wonderbaarlijke beelden en een even wonderlijk verhaal. Ik hield van de sfeer, het gevoel van isolement, de vreemde gebeurtenissen, de religieuze metaforen. Ik speel er zelf ook af en toe mee in mijn films. Maar dan las ik Stanislaw Lems boek en ontdekte ik dat het eigenlijk om iets heel anders ging. Hij was meer geïnteresseerd in de gedachte dat met de vooruitgang van kennis en wetenschap over het fysisch universum ook het besef groeit dat de mens niet alles kan kennen of weten. Lem gaf een beetje de kwantummechanische visie op de wereld, die van Heisenbergs onzekerheidsprincipe, de idee dat de observatie de toestand of weg van een deeltje verandert tot op een punt dat je nooit alles kan weten. Dat is op zich niet echt boeiend materiaal voor een film. Maar toen Steven en ik begonnen te praten, had hij het idee dat basisbeginsel toe te passen op menselijke relaties. Een man brengt zijn vrouw weer tot leven en is nu verliefd op een simulatie, die heel echt lijkt. Het probleem is dat je nooit echt weet of ze nu echt is of niet. Is ze een alien met kwade bedoelingen? Is ze een metafoor voor relaties, het feit dat je jarenlang getrouwd kunt zijn, zonder je partner echt te kennen en enkel te denken hem of haar te kennen . In deze film ga je naar de rand van het universum in een ruimtetuig, maar je komt tot een confrontatie met het ultieme mysterie van jezelf en de menselijke conditie. Daarom ook is het hele sciencefictionkader enkel van metaforisch belang. Zolang het publiek dat beseft, dat het geen comic book-type SF-film zal zien met ruimtegevechten, lasers, leuke aliens en reuzenrobotten, is het oké.

Velen zouden u juist in het vakje van de ‘comic book-type’ sciencefiction steken.

Cameron: Precies. Maar thematisch is deze prent consistent met andere films die ik maakte.

Zoals de ‘Terminator’-films.

Cameron: Inderdaad. Want die gaan over vrije wil versus voorbestemming en het vermogen van mensen om te veranderen wat lijkt vast te liggen. No fate but what we make! Ook The Abyss leek trouwens een beetje op deze film: man, vrouw, claustrofobische omgeving, verlies, scheiding, dood, verrijzenis. Steven moest natuurlijk zijn eigen film maken. Ik kon hem alleen helpen, het wat makkelijker maken en met hem discussiëren, praten. Ik had dan ook een aardig idee van hoe het script er zou uitzien. Toen het er echt lag, was ik klaar om de film te maken. Maar Steven was in een creatief proces verwikkeld dat hij nog niet met andere films had beleefd. Hij moest zijn weg vinden in de film. Hij gooide het script gewoon in de prullenmand, trok zich terug, maakte me zelfs heel ongerust. Maar toen dook hij weer op, uit de wildernis, met een script dat véél sterker was. Hij had ontdekt dat het personage van Rheya op dezelfde voet moest staan als dat van Kelvin. Dat dit evengoed haar als zijn film moest zijn. Het verhaal van een vrouw die haar eigen identiteit niet kent, een metafoor voor al die vrouwen die denken te moeten leven naar de verwachtingen van hun man. Ze is letterlijk een projectie van zijn geheugen, maar ze is niet Rheya. ‘I’m not her’, zegt ze. ‘I’m not who you remember.’ Thematisch werkt het briljant. Ik zeg dit alleen omdat Steven goed weet waar hij heen gaat, zelfs al neemt hij omwegen. Als producent geeft zoiets voldoening. Ik leerde wellicht meer van hem dan hij van mij. Want hij had ons niet nodig. Hij schreef, regisseerde, fotografeerde zelf. En hij zorgde voor een puike cast. George Clooney vroeg verdraaid zelf om in deze film te mogen spelen.

Tot slot: was het moeilijk om ‘Terminator III’ uit handen te geven?

Cameron: Ja. Ik ben op geen enkele manier betrokken bij die film, dat weet je. Het was moeilijk om afstand te nemen, maar de beslissing is ondertussen al vijf jaar geleden genomen. Min of meer toch. De waarheid is dat ik geen goed verhaal had en ook niet echt het vuur in mij voelde branden om een derde verhaal te vertellen. Ik had de thematische boog die ik wou vertellen afgerond: je kunt de toekomst veranderen, vrije wil haalt het op voorbestemming. Misschien dat ik wel iets anders had kunnen vertellen, met dezelfde personages. Maar de rechten zaten niet bij mij, en ik zou het wellicht toch enkel voor het geld hebben gedaan. Ik had net Titanic voltooid, en ik wou zoveel dingen doen. Uiteindelijk zei ik dan maar tegen Arnold: go do it.

Steven Soderbergh: ‘Iedere generatie moet een film hebben als ‘2001: A Space Odyssey’, een film die een beetje discussie kan opwekken, waarbij mensen niet achteloos blijven. Ik kan verkeerd zijn, maar misschien worden er vandaag gewoon veel te veel films gemaakt. ‘

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content