DEPRESSIE IN HET KLOOSTER. DE GROEPSTENTOONSTELLING ‘soul’ over lichamelijkheid in de kunst

laat vooral een zielloze en slordige indruk na.

GROOTSEMINARIE

POTTERIEREI 72 IN BRUGGE, TOT 15 SEPTEMBER. tel. 059 50 81 18 en www.corpusbrugge05.be

Soul

Voor de donkerste tentoonstelling van het jaar moet u deze zomer in Brugge zijn. Soul, het ‘bezielde’ groepsevenement in het kader van het Corpusfestival, wordt immers overvleugeld door een artistiek legertje dat depressie predikt. De tentoonstelling toont hoe hedendaagse kunstenaars begrippen als zintuiglijkheid en transcendentie in hun werk vertolken. Zwarte gedachten, martelaarschap en verminkingen leiden tot een curieuze vampierenhoogmis in de kloostergangen van het Brugse Grootseminarie. Weliswaar zijn lang niet alle bijdragen onder een duister gesternte geschapen, maar door de sombere boventoon valt het hele aanbod aan de zware kant uit. Bovendien ligt de lat afwisselend erg hoog en extreem laag. Zo vind je meer dan behoorlijk werk van kunstenaars die internationaal het mooie weer maken, en bots je ongeveer even dikwijls op ongelooflijke miskleunen.

Door het uitbundige aanbod en dito uitersten is Soul allesbehalve saai, maar ook allesbehalve evenwichtig. De beloofde Cattelan verscheen niet op het appel, het andere talent – Ron Mueck – deed dat gelukkig wel. Zijn ongezonde Big Baby blijft het pronkjuweel van Soul, niet alleen omdat je zelden een Mueck te zien krijgt in ons land, maar ook omdat het een explosieve mix is van zieligheid en fel gekoesterde hoop. De extatische video The Quintet of the Astonished (Bill Viola) lijkt verplichte kost in een kerkelijke setting, al loopt het religieuze gehalte wel hoog op. Het latex lijfje van Edward Lipski blijft vakkundig stralen, hoewel het nogal vreemd hangt te blinken in een gelig kloostervertrek. De schilderijtjes van Robert Devriendt mogen dan klein zijn, ze raken – bijna als enige bijdrage – niet geïnfecteerd door de sombere microbe die alles op Soul aantast.

Tot daar het goede nieuws, want Devriendt en co. moet hevig optornen tegen de impact van het morbide artiestenclubje. Dat wordt aangevoerd door Thierry De Cordier en zijn zwarte calvinistendoek ( The Great Nada), en door Berlinde De Bruyckere die twee menselijke hopen ellende tegenover elkaar plaatst in een lege gang. Ook de macabere foetus van Gottfried Helnwein zet het tranendal kracht bij, nog een handje geholpen door de masochist Zhang Huan en andere apostels van het eeuwige lijden. Vermijd de kelders, want daar situeren zich – op Tony Oursler na – de meeste uitschuivers.

Els Fiers

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content