The Kills, een rockduo zo strak dat zelfs Jeff Hoeyberghs er een beetje bang van wordt, heeft zijn derde plaat klaar: ‘Midnight Boom’. Het is alweer een knaller waarop de Brits-Amerikaanse combine rücksichtslos blijft rocken, zelfs nu de mannelijke helft het met Kate Moss heeft aangelegd.

Ik wil in België komen wonen’, kirt Alison Mosshart, alias VV. ‘Hier mogen we tenminste nog roken.’ Jamie Hince, aka Hotel, knikt bevestigend en steekt twee sigaretten tegelijk op, waarvan hij er één aan VV geeft. En waarop uw dienaar ostentatief hoestend zijn openingsvraag stelt.

Naar verluidt hebben jullie in New York ooit geprotesteerd tegen het rookverbod door tijdens een optreden de ene sigaret na de andere op te steken?

Hotel: Min of meer, ja. Het was nochtans niet onze bedoeling een statement te maken of zo. VV stak op een bepaald moment gewoon een sigaret op omdat ze stomweg vergeten was dat het daar verboden was. Maar we kregen terstond een staande ovatie, het scheelde niet veel of ze waren ons een medaille voor moed en zelfopoffering komen opspelden (lacht). En dus hebben we er die avond maar een punt van gemaakt om geen seconde zónder sigaret op het podium te staan. Achteraf wel problemen gekregen met de rookpolitie, natuurlijk.

VV: In Engeland mag je tegewoordig zelfs in de auto niet meer roken. Ze vinden het best oké als je achter het stuur koffie zit te drinken, een hamburger eet of met vijf vingers tegelijk in je neus peutert, maar een saffie opsteken, ho maar!

Voor ‘Midnight Boom’ hebben jullie zich laten inspireren door ‘Pizza Pizza Daddy-O’, een documentaire over ‘playground songs’ zoals die in de jaren 60 op school gezongen werden door Afro-Amerikaanse kinderen. Dát hadden we nog niet gehad.

Hotel: Ik zit vaak te surfen naar sites over ouwe blues en Appalachenfolk en zo. Op een dag stootte ik op die documentaire en ik was meteen verkocht.

Ik vind die speelplaatsliedjes heel erg lijken op de ‘work songs’ die de slaven vroeger zongen op de katoenplantages.

Hotel: Exactly. Eigenlijk vormen de zwarte kinderen in die documentaire een soort subcultuur met een gemeenschappelijke achtergrond. Vandaar ook dat er uit hun playground songs een soort saamhorigheidsgevoel spreekt, dat was met de work songs niet anders. Maar die liedjes klinken misschien wel allemaal vrolijk en jolig, ze gaan vaak over abortus, alcoholisme en huiselijk geweld.

VV: Maar ze klínken wel als blijmoedige kinderrijmpjes die ook nog eens poepsimpel in elkaar zitten. En ik denk niet dat ik een groot geheim verklap als ik zeg dat onze muziek óók behoorlijk simpel in elkaar zit.

Hotel: Lap, onze fans zijn weer een illusie armer! (lacht)

Ten tijde van The Velvet Underground hadden Lou Reed en John Cale anders ook een simpele tactiek om in de studio bij de les te blijven: wie een bluesriff speelde, moest één dollar in de spaarpot gooien. Hebben jullie van die afspraken waaraan iedereen zich in de studio te houden heeft?

VV: Kijk, dát zouden wij al niet kunnen, want we hébben helemaal geen geld. Iedere dollar telt bij The Kills! (lacht) Nee, onze regel is eigenlijk dat we in de studio niet met iets mogen afkomen dat lijkt op iets wat we al op een van onze vorige platen hebben gedaan. Met een gestolen ideetje van The Velvet Underground komen aanzetten, mag wél. Omdat we daar tenslotte een eigen draai aan kunnen geven. Eigenlijk doen we niets anders dan The Velvet Underground kopiëren (lacht).

Hotel: Wij kennen geen taboes in de studio, want elk idee kan een song opleveren.

VV: We hanteren alleen een strikt onderscheid tussen ‘slecht’ en ‘lelijk’. Een slecht idee levert een slecht nummer op. Maar een lelijke klank kan soms een heel goede song voortbrengen.

Jullie zouden de plaat eerst in LA opnemen, maar uiteindelijk zijn jullie toch weer in jullie vertrouwde studio in Michigan beland. Waarom?

Hotel: LA is een vreselijke plek, veel te fake. In de studio’s daar zijn ze meer bezig met waar er ’s middags geluncht wordt dan met de muziek.

Voor de opnames van jullie vorige plaat wilden jullie per se werken met een bepaald mengpaneel dat ooit aan Sly Stone heeft toebehoord. En in New York overnachten jullie steevast in kamer 103 van het Chelsea Hotel, waar actrice Edie Sedgwick vroeger woonde. Hebben jullie nóg fetisjistische trekjes?

Hotel: Dat heeft niks met fetisjisme te maken, maar alles met onze liefde voor cultuur. In Parijs zal ik bijvoorbeeld altijd even langs het huis van Jean-Paul Sartre lopen of het café bezoeken waar Albert Camus vaak zat te schrijven. Noem het romantiek.

Naar verluidt werken jullie als een magneet op bekende mensen. Noem er eens een paar die jullie écht leuk vonden om te ontmoeten.

Hotel: Gek genoeg kan ik alleen aan Michael Stipe denken, terwijl ik eigenlijk niks met die gast heb.

Je vergeet Kate Moss.

Hotel: O ja, Kate natuurlijk. Next question!

VV: De vreemdste mens die we de laatste jaren hebben leren kennen, is ongetwijfeld Richard Shaw, een kerel die trouwens hier in Brussel woont. Hij stuurt ons voortdurend van die rare, satanische sekshandleidingen en boeken met standjes die je zelfs in de Kamasutra niet vindt. En rare poeders en kruiden. En afrodisiaca.

Hotel: Ons geheim is: een Belgische dealer!

Welke muzikant, dood of levend, zouden jullie zonder morren bij The Kills inlijven?

VV: Niemand. The Kills zijn een familie waar alleen Jamie en ik lid van zijn.

Hotel: Paul McCartney zegt altijd: ‘Bob Dylan en David Bowie zijn geweldige artiesten, maar ze zaten niét in The Beatles.’ Wel, ik wil op mijn 65e kunnen zeggen: ‘John Lennon en Paul McCartney waren verdienstelijke muzikanten, maar ze zaten niét in The Kills.’ (lacht)

Door Vincent Byloo

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content