SM OP SEVENTIESWIJZE

Na de sisser Fifty Shades of Grey hadden we nog een sm-film te goed die inhoudelijk en visueel wél opzwepend is. Peter Strickland serveert die met The Duke of Burgundy. ‘Ik vermoed dat een dominatrix niet in jarretelles en hoge hakken slaapt, maar in een comfortabele pyjama.’

Er is leven na het premierschap voor Sidse Babett Knudsen. De Deense actrice, die roem verwierf met haar vertolking van politica Birgitte Nyborg in de tv-serie Borgen, laat zich van haar bazig-opwindende kant zien in The Duke of Burgundy, een zinnenprikkelende film over een langdurige sm-relatie. Ze speelt een lepidopteroloog, een vlinderdeskundige in een herfstige wereld zonder mannen die ervan geniet om haar huishoudster (Chiara D’Anna) af te snauwen en te straffen. De huishoudster wil echter nog veel verder gaan.

Het idee voor dat alles komt van Peter Strickland. De 42-jarige Britse regisseur maakte in 2012 indruk met Berberian Sound Studio, een bijzonder sfeervolle hommage aan de Italiaanse giallo-cinema. Deze keer liet de cinefiele stilist zich inspireren door de erotische cinema die bloeide in het Europa van de jaren zeventig. ‘De Spaanse regisseur Jess Franco was een startpunt’, legt hij uit. ‘A Virgin among the Living Dead (1973) is mijn favoriet. Ook Venus in Furs (1969) en Lorna, the Exorcist (1974) zijn pareltjes. Franco was op zijn best tijdens de vroege jaren zeventig, toen hij uitblonk in het fantastische, psychoseksuele domein. Zijn latere vrouwengevangenisfilms kon ik veel minder smaken.

De Amerikaan Radley Metzger en de Franse regisseur Jean Rollin konden er in de ogen van Strickland ook wat van: ‘Moeilijker heb ik het met een Tinto Brass of Just Jaeckin. Sommige scènes uit Jaeckins Emmanuelle (1974) voelen vandaag verkeerd aan. De seksuele moraal van de jaren zeventig verschilde duidelijk van die van nu. Die Europese seventies-erotiek is een van de weinige filmgenres die nog altijd misprezen worden. Er komt seks bij kijken en dus is het iets vunzigs en beschamends, iets waar men niet over praat. Maar daar wek je mijn interesse juist mee op. Ik wil alles weten over de dingen die de mensen niet willen horen.’

VOOR PORNOGRAFIE BENT U BIJ THE DUKE of Burgundy trouwens aan het verkeerde adres: expliciete seks komt niet in beeld. De sensualiteit spruit voort uit de weelderige decors, de zinnelijke cameravoering, de romantische soundtrack van het duo Cat’s Eyes en uit Sidse Babett Knudsens jarretellen. Voor Strickland zijn alle cinematografische middelen goed om de kijker onder te dompelen in zijn universum. ‘Hélène Cattet en Bruno Forzani, een Frans regisseursduo dat in jouw land werkt, kunnen dat nog veel beter dan ik. Wat zij in Amer (2009) en L’étrange couleur des larmes de ton corps (2013) doen, vind ik geniaal. Ik kijk reikhalzend uit naar hun volgende film. Films die om de plot draaien, zijn er met hopen. Ik hou meer van viscerale films die niet draaien om het verhaal of ‘de betekenis’, maar wel je bloeddruk doen stijgen. Ik ben verslaafd aan sfeer en textuur. Ik hou dan ook van de experimentele cinema van Jordan Belson, Kenneth Anger, Stan Brakhage of Tony Conrad. Ik hou van het gevoel dat je in het hoofd van de regisseur vertoeft. Ik heb het voor obsessieve regisseurs die films met karákter maken. Dat is een wat vage definitie, maar je herkent ze wel als je ernaar kijkt.’

Over sm heeft The Duke of Burgundy niet echt veel te vertellen. ‘Klopt. Ik vel geen oordeel. Dat interesseert me niet. Ik vroeg me af hoe de dominatrix zich gedraagt als ze geen personage speelt. Ik vermoed dat ze niet in jarretelles en op hoge hakken slaapt, maar in een gerieflijke pyjama. Je zou kunnen zeggen dat ik een huiselijk drama gemaakt heb. Beide vrouwen in de film misdragen zich soms, maar uiteindelijk is er vooral veel tederheid tussen hen. Het zijn geliefden die na verloop van tijd – zo gaat dat – naar een compromis moeten zoeken. De ene drukt zich seksueel anders uit dan de andere. Wie doet er water bij de wijn? Moet Evelyn haar verlangens onderdrukken? Of moet Cynthia om Evelyn te plezieren zich anders voordoen dan ze is? Dat fascinerende vraagstuk is niet eigen aan sm. In plaats van seks zou het over een carrière kunnen gaan. Wat als de ene partner een gezin wil stichten terwijl de andere er nog niet klaar voor is?’

Voor de rol van dominatrix, die eigenlijk gedomineerd wordt door de sub, deed Strickland een beroep op Sidse Babett Knudsen. ‘Sidse is expressief zonder dat ze het er dik op legt. Daar hou ik van. Ik prijs me gelukkig dat ze ja heeft gezegd. Dat vergde moed. De meeste actrices zouden gepast hebben. Met seks of met een camera op enkele centimeters van je gezicht loop je altijd het risico dat het slecht voor je afloopt. Vulgariteit was nooit de bedoeling, maar dat kon je op basis van het script niet zeker weten. Er zat voor Sidse niets anders op dan me te vertrouwen. Als ze de rol geweigerd had, zou ik een andere actrice van haar leeftijd en met dezelfde fysiek gekozen hebben. Ik betreur het dat de begeerlijke vrouw in de Angelseksische – hola, wat een vreemde lapsus! – Angelsáksische cinema doorgaans een pak jonger is. In Frankrijk hebben ze daar minder last van. Daar zien ze vrouwen veel langer als seksuele wezens. Terecht: een vrouw van veertig of vijftig is niet minder begeerlijk.’

Om in de juiste stemming te komen gebruikt Strickland muziek. ‘Om het scenario te kunnen schrijven, luisterde ik naar de muziek van Claudio Gizzi voor Flesh for Frankenstein (1973), die van Nicola Piovani voor Le orme (1975), die van Lubo? Fi?er voor Valerie and Her Week of Wonders (1970), die van Giuseppe De Luca voor Dorian Gray (1970) en uiteraard ook naar Ennio Morricone. Ook op de set gebruik ik muziek. Ik ben niet zo’n goede prater. Met een streep muziek kan ik de acteurs laten horen welke stemming ik voor een scène in gedachten heb. Muziek betovert.’

In de film zetten de personages graag een plaat op met het geschreeuw van veenmollen. ‘Die plaat bestaat echt. Ik kan het weten, want ik heb ze zelf uitgebracht. Enerzijds is het een hulp voor wetenschappers en entomologen. De Gryllotalpa gryllotalpa en de Gryllotalpa vinae zijn twee verschillende soorten veenmollen die uiterlijk niet van elkaar te onderscheiden zijn, alleen door hun geschreeuw. Anderzijds is die plaat een stiekeme poging van mij om noisenummers uit te brengen. Noise is zuiverend. Die veenmollen doen me aan white noise en aan de industrial van de vroege jaren tachtig denken. Niemand heeft die plaat destijds willen kopen. Hopelijk kan ik er nu alsnog een paar van slijten.’

THE DUKE OF BURGUNDY

Vanaf 17/6 in de bioscoop.

DOOR NIELS RUËLL

Peter Strickland ‘SIDSE BABETT KNUDSEN IS MOEDIG. MET SEKS OF MET EEN CAMERA OP CENTIMETERS VAN JE GEZICHT LOOP JE ALTIJD HET RISICO DAT HET SLECHT VOOR JE AFLOOPT.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content