Gouden tranen van god – Van hun teksten verstaan we nog steeds geen snars, maar dat maakt de vijfde worp van Sigur Rós er niet minder ontroerend mooi op. Nóg mooier zelfs dan de vier voorgaande.

Med sud í eyrum vid spilum endalaust EMI postrock

Zijn eerste keer Sigur Rós vergeet een mens niet licht. Onze gedachten hoeven maar even naar het jaar 2001 af te dwalen of we zien het tafereel weer glashelder op ons geestesoog verschijnen. Radio-head kwam op de wei van Werchter in zijn befaamde no logo-tent Kid A voorstellen. Een haast onbeluisterbaar experimentele plaat, werd gefluisterd. Zonder gitaren. En zonder refreinen. Wij waren dus op een en ander voorbereid. Maar niet op de lel die Sigur Rós ons zou verkopen, een IJslands vijftal waar Thom Yorke zijn lodderoog op had laten vallen en dat hij zo graag met de wereld wilde delen dat hij hen tot support act van Radiohead had gebombardeerd.

Zanger-gitarist Jonsi Birgisson bewerkte zijn zessnarige klankkast zowaar met een strijkstok, terwijl de hypnotiserende impact van zijn falset alleen kon worden vergeleken met die van een slangenbezweerder op een python. Van zijn teksten, afwisselend opgesteld in het IJslands en een zelfverzonnen lingo, begrepen we geen snars, maar muzikaal spraken ze onze taal. Hun ijle, zich schijnbaar in slow motion afspelende gitaarmuziek werd toentertijd met het etiket postrock bedacht. Al hoorden we evengoed ’the sound of God weeping tears of gold in heaven’, zoals een Britse collega hun geluid omschreef.

We zijn intussen zeven jaar en vier beresterke platen later. Van hun teksten begrijpen we nog steeds geen knijt, maar dat heeft er Sigur Rós niet van weerhouden ettelijke honderdduizenden harten te veroveren. En met iedere plaat meer zieltjes te blijven winnen. Dat zal niet anders zijn met hun nochtans bijzonder gedurfde nieuwste. Hij heet – leve de copy/paste-functie – Med sud í eyrum vid spilum endalaust, wat volgens het Engelstalige persbericht van de platenfirma zoveel betekent als With A Buzz In Our Ears We Play Endlessly.

Met de buzz van hun vijfde worp nu al twee weken endlessly in our ears kunnen we u verzekeren: hij is zéér de moeite. Zo frivool als in het openingsduo Gobbledigook en Inní Mér Syngur Vitleysingur hebben we Sigur Rós bijvoorbeeld nog niet gehoord. Ook elders op de plaat wordt er vaker dan voorheen blijmoedig met piano’s gemusiceerd, onbekommerd op akoestische gitaren getokkeld, vrolijk op xylofoons gespeeld en zelfs guitig met mellotrons geprutst. En toch blijft de muziek van Sigur Rós in een ijzige, haast sacrale sfeer baden en zouden afsluiter All Alright en het ruim negen minuten durende Festival niet misstaan in een eucharistieviering.

Voorlopig hoeft u voor de muziek van Sigur Rós nog niet naar de zondagmis: op 5 juli staan ze gewoon op Rock Werchter – vlak voor, jawel, Radio-head. Een avond om kwijlend naar uit te kijken. Gelieve ons nu te excuseren: het teiltje onder onze kin is weer vol.

DownloadtipS

Inní Mér Syngur Vitleysingur

Festival

All Alright

Vincént Bylóó

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content