SHOOTING GALLERY NEW YORK

MELANIE IN THE EAST VILLAGE RESTAURANT VELSELKA, januari 1986.

Voor burgemeester Giuliani er – om een jamboniaanse uitdrukking te gebruiken – grote kuis hield, was New York best een ongure plek om te leven. Invisible City en Night Walk, een heruitgegeven en een fonkelnieuw fotoboek van Ken Schles, schetsen een donker en koortsig beeld van de East Village in deeighties. ‘Je riskeerde je leven door gewoon de straat op te gaan.’

‘Drowned in Sorrow’, kopte The Village Voice ergens in 1984. Het weekblad in kwestie is te zien op de allerlaatste foto van Invisible City, de cultklassieker van Ken Schles die net een exquise heruitgave heeft gekregen dankzij uitgeverij Steidl. ‘Dat artikel gaat over een vrouw uit New Jersey die van de bijstand leefde en zo tot wanhoop werd gedreven dat ze haar kinderen verdronk’, herinnert Schles zich. ‘Een vriend van me had er een performance over gemaakt. Dat verhaal raakte ons diep, omdat ons leven toen ook erg moeilijk was.’ Het beeld, met centraal een sofa waarop een telefonerende, jonge vrouw in pumps en beschadigde nylonkousen zich neervlijt, staat op de binnenkant van de achterflap. Het weekblad zit, opmerkelijk genoeg, verstopt achter de stofomslag, alsof de metafoor er anders te dik op ligt. The Voice vatte in drie woorden namelijk perfect het gevoel dat blijft hangen wanneer je het boek uit hebt.

Ken Schles was zeventien toen hij in 1978 in de New Yorkse wijk East Village aankwam. De stad ging net door een heel slechte periode. Er waren de black-out en de rellen in 1977. New York ging bankroet, wat leidde tot de beroemde krantenkop ‘Ford to City: Drop Dead’ – Gerald Ford was toen president.De stad was een zootje. ‘Men vergeleek het met Duitsland na de oorlog’, aldus Schles. ‘De East Village leek op Dresden, zeiden ze. Het moordcijfer ging door het dak, net als het aantal eigendomsdelicten. Het was een gevaarlijke plek. Ik woonde in een appartement op 12th Street, dat nog als een oké buurt werd beschouwd. Er hingen prostituees rond en drugs regeerden de wijk – de East Village stond bekend als de heroïnehoofdstad van de wereld. Je riskeerde je leven door gewoon de straat op te gaan. Vrienden die op bezoek kwamen, vertelden hoe iemand vlak onder hun ogen werd neergestoken. Er gebeurde voortdurend crazy shit.’

Het was tijdens zijn studie schilderkunst aan Cooper Union dat Schles zijn buurt begon te fotograferen. ‘Fotografie hoorde bij een van de vakken. Ik had nog nooit foto’s gemaakt. Mijn toenmalige vriendin leende me een camera omdat ik er zelf geen kon betalen. Een wereld ging voor me open. Ik kon hem als een instrument gebruiken om op onderzoek te gaan, om mijn omgeving en mijn verhouding tot die omgeving beter te begrijpen.’

Invisible City kwam voor het eerst uit in 1988 bij Twelvetrees Press, nadat Schles zes jaar lang het tumultueuze bestaan binnen en buiten de muren van zijn appartement had gefotografeerd. Aanvankelijk wilde niemand het werk uitgeven. Te donker, te korrelig, te grimmig. Tot hij plots telefoon kreeg van Jack Woody van Twelvetrees. ‘Is dit Ken Schles? Ik wil je boek uitgeven’, klonk het. En dan: ‘Het is zo deprimerend.’

Die mistroostigheid is het boek niet zomaar binnengeslopen, vertelt Schles. ‘Toen ik beelden begon te selecteren, had de huisbaas het pand waarin ik woonde verlaten. Heroïnedealers probeerden het in te palmen. Maar omdat ik er een donkere kamer had ingericht, wilde ik niet wijken. De vrouw boven me had drie kinderen, was heroïneverslaafde en liet de junkies haar living gebruiken als shooting gallery. Er brak brand uit in de kelder, de boiler ging kapot en de stad sloot het water af. Het gebouw stond zowat op instorten.’

STROOM VAN EXTASE

Tegelijk met de exacte heruitgave van Invisible City publiceerde Schles Night Walk, een nieuw en complementair boek dat beelden uit diezelfde periode bevat, vormelijk gelijk is, maar qua sfeer sterk verschilt. Hier tekent het hectische uitgaansleven de verhaallijn uit, als een langgerekte roes, een stroom van extase, in een dubbel zo dik boek dat in één grote gulp lijkt geworpen. Schles draagt het op aan hen die stierven door de gesel van aids en het geweld dat de East Village in haar greep hield. Het is zijn ontroerende ode aan een vitale, artistieke generatie die in zijn ogen nooit verloren was, maar wel weggeveegd werd.

‘Vroeger dacht ik dat ik niemand kon verliezen als ik hen genoeg fotografeerde. In werkelijkheid tonen mijn foto’s hoeveel ik heb verloren.’ Het citaat komt niet van Schles, maar van tijd- en stadsgenote Nan Goldin. Schles lijkt even aangeslagen. ‘Foto’s stoppen de wereld, in zekere zin. Maar de ironie van fotografie is dat een gestopte wereld een dode wereld is. Beelden kunnen ons veel leren, maar we moeten opletten dat ze ons leven niet gaan bepalen.’

‘Mensen vragen me vaak of ik nostalgisch ben naar die periode. Dat ben ik niet. Ik wil geen twintiger zijn in een huurflat, die moeite heeft om de eindjes aan elkaar te knopen en zich afvraagt of de volgende stap uit de deur de laatste zal zijn. Ik vraag me wel soms af waar de mensen zijn die ik uit het oog ben verloren, mensen die in mijn gebouw woonden. Hoe zou het met Timmy zijn, die rapper wilde worden? En met Rose, die ik in haar appartement fotografeerde? Het beeld op de cover van Night Walk is gemaakt vanuit haar keuken. Wat is er van hen geworden?’

INVISIBLE CITY *****

Ken Schles, Steidl, 80 blz., ? 34.

NIGHT WALK ****

Ken Schles, Steidl, 162 blz., ? 38.

STEFAN VANTHUYNE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content