Kungfu, c’est fou. De legendarische martialartsklassiekers van de Shaw Brothers zijn nu digitaal gerestaureerd.

SHAW BROTHERS COLLECTION

Come Drink With Me (1966)/ The Magnificent Trio (1966)/ The Boxer from Shantun (1972)/ The Shadow Boxer (1974)/ Shaolin Temple (1976)/ Oily Maniac (1976)/ The Water Margin (1977)/ The Mighty Peking Man (1977)/ 36th Chamber of Shaolin (1978)/ Shaolin Hand Lock (1978)

FILMS: * TOT **** EXTRA’S: * (DFW)

Films. Twee jaar moet de jonge student in Shaolin Temple in de rijstpap van de monniken roeren om de goede armbeheersing te krijgen, noodzakelijk voor het vechten met de Shaolinstok. De tergend lange opleiding en een wat schoolse uiteenzetting over de filosofische beginselen van de Chinese vechtsporten zijn een verplicht nummertje in vele films van de Shaw Brothers, ook wel de Warner Bros van Azië genoemd (ze gebruikten trouwens een gelijkaardig wapenschild als logo). In de jaren 60 en 70 bouwden Run Run en Runme Shaw met hun studio aan Clearwater Bay, Hongkong, de lokale cinema uit tot de grootste commerciële filmindustrie van Azië, en beheerden ze het grootste bioscoopcircuit ter wereld. Hun producties, alle in kleur en breedbeeld, omvatten een brede waaier aan genres – van Peking Opera tot kostuumdrama’s en romantische komedies – maar het was met hun martialartsfilms dat ze Hongkong op de filmkaart zetten.

De heerschappij van de Shaw Brothers duurde tot halverwege de jaren 80, toen ze onder druk van dalende bezoekcijfers en de competitie van hun grote rivaal Golden Harvest de boeken moesten neerleggen en zich alleen nog met tv-producties onledig hielden. In 2001 verkochten ze hun immense catalogus – tijdens hun hoogdagen maakten ze toch gauw zo’n 25 films per jaar – aan de zopas opgerichte multimediamaatschappij Celestial Pictures. Met de nieuwste digitale restauratietechnieken wordt de hele catalogus nu op dvd gezet.

De eerste tien films die door Dutch Film Works op hun Asian-label worden uitgebracht, bieden een prima introductie tot een destijds enorm populair filmgenre dat ook de hedendaagse popcultuur danig heeft beïnvloed. Crouching Tiger, Hidden Dragon van Ang Lee, The Matrix van de Wachowski-broers, Kill Bill van Quentin Tarantino, de acrobatische hoogstandjes van Jackie Chan en Jet Li: het zijn slechts de meest spectaculaire voorbeelden van de martialartsrevival in de bioscoop. Maar er zijn ook hiphopartiesten zoals Wu Tang Clan en MC Solaar die vrolijk de Engels gedubde dialogen uit martialartsfilms samplen, er zijn de talloze videoclips die de oosterse vechtkunsten verheerlijken, de videogames die de slachtpartijen gepixeld recycleren en er is de tienermode die de krijgshaftige kalligrafie van het genre tentoonspreidt.

Het gaat in deze tiendelige reeks lang niet altijd om onvergankelijke meesterwerken. Onder het streng gecontroleerde productiesysteem van de Shaw Brothers – vergelijkbaar met de bloeiperiode van de Hollywood-productielijn – werd heel wat rotzooi afgeleverd. Zoals The Mighty Peking Man, een schaamteloos plagiaat van de King Kong-versie van Dino De Lauren- tiis, dat steevast scoort op Nachten van de Wansmaak. Maar het systeem bleek ook voldoende flexibel om een aantal grote films voort te brengen. Alhoewel de output gedomineerd werd door producers en sterren, wisten ook enkele regisseurs hun stempel op het maakwerk te drukken. Zo vernieuwde huisregisseur Chang Cheh ( The Water Margin, Shaolin Temple, The Boxer from Shantung) de kungfufilm met kinetische hoogstandjes, orgieën van ultrageweld, als muzikale nummers gechoreografeerde knok- en schopfestijnen en een sadomasochistische display van het zwaar beproefde mannenlijf.

Extra’s. Jammer dat de digitaal opgepoetste films niet omkaderd worden door waardevolle extra’s. Bij elke film krijg je alleen eenzelfde trailerreeks en eenzelfde boekje dat summier de historiek van de SB studio schetst.

Patrick Duynslaegher

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content